Gepubliceerd op: vrijdag 11 oktober 2024

Hier wordt gedanst

 

Ik hou van flauwekul, een weinig beoefend genre in het Nederlandse kinderpoëzielandschappelijk schoon. Misschien is het ook geen genre, maar meer een instelling, een geesteshouding, en wel eentje die langzamerhand aan het uitsterven is of in elk geval ernstig bedreigd wordt in zijn voortbestaan. We leven in ernstige tijden. Het lijkt de negentiende eeuw wel. In de achttiende eeuw, lees ik in een alfabetisch achtergrondenboek bij Alice in Wonderland, werd er gelachen om mensen die dingen deden die niet hoorden en ging men over tot de orde van de dag, in de negentiende eeuw werden de dingen in het geniep gedaan en was de gespeelde verontwaardiging groot als ze uitkwamen. Dat deed me heel erg aan de tijd van nu denken.

hier wordt gedanst_elena pereverzeva - kleinIk kan niet anders dan flauwekul maken, maar waar ik me ook eens op zou moeten richten, is onbegrijpelijkheid. Niet de impompee- en ienemienemutte-klankverklinkingen (hoewel die ook heel prachtig zijn) maar van die onbegrijpelijkheid waar echte volwassen dichters het patent op lijken te hebben. Dat je er dus geen fluit van begrijpt, maar dat er heel af en toe toch eens ineens iets doorsijpelt dat je op een of andere manier raakt. Voorwaarde is dan wel (het blijven kindergedichten) dat het moet blijven rijmen en lopen. Cadans cadans cadans want anders maak je maak je maak je geen kans. En het moet beeldend en concreet zijn, geen stomme abstracta waar ook alweer de volwassen dichters het patent op hebben, maar in dit geval mogen ze dat van mij houden.

Deze hieronder is geïnspireerd op een schilderij van Elena Pereverzeva, naar oud-Russische loebok-traditie gemaakt en op hout geschilderd. Als je het leest of voorleest zie je het helemaal voor je, maar waar het op slaat, is, als je het schilderij er niet bij hebt, een raadsel.

Hier wordt gedanst

Hier wordt gedanst en hier wordt gespeeld.
Hier wordt gepoot en hier wordt geteeld.
Hier zwemmen eenden en hier kraait de haan.
Hier zie je bloemen in de bloemenperken staan.

Hier wordt gevist, en hier wordt gehakt.
Hier wordt een appel uit de boom gepakt.
Hier komt een mannetje uit zijn hut.
Die loopt met z’n emmer naar de waterput.

Hier heb je kippen, en hier de kalkoen.
En hier zit iemand lekker niks te doen.
Hier zwemmen vissen, en hier varen wij.
Op het fornuis staat een pannetje
                                    voor jou en voor mij.

Over de auteur

Robbert-Jan Henkes