KP35: N.E.M. Pareau
Idylle Een middag zag ik, d’ al te felle zon ontkomen vanuit het bosch den neergelegen herdersjongen; de lauwe zwoelte had in sluimering bedwongen zijn jeugd. En op het weiland dansten reien gnomen van dotterbloem bekranst. Hun zwakke stemmen zongen veel liederen; soms slopen elfen door de boomen en staarden op den knaap terneer, tot in zijn More...
KP34: Jacob Winkler Prins
Wesp en lelie Al de eikebladeren waren volgestoken: Geen ruimte was er meer voor ’t wespenei: – Maar op een bloemperk wiegt een lelie blij Haar zestal draden, krullend reeds ontloken. Een wesp, More...
KP33: Anton van Duinkerken
De dood op Kerstmis In Memoriam patris. † 25 December 1940 Het scheen wel, dat de hemel – flets-besterd – Licht van de sneeuw kreeg boven ’t binnenplein; Mijn vaders hand vroeg talmend More...
KP32: Johannes Andréas Dèr Mouw
Pakjesavond Dan denk ik aan ’t konijntje, dat ik zag Als kind vóór Sint Niklaas achter het glas Van dure speelgoedwinkel. O! dat was Zo’n prachtig beestje, grijs en wit; het lag Gezellig in More...
KP31: Jacob Israël de Haan
Terugkeer. Weet Gij nog, moeder, hoe ik jong Schatten-verlangend u verliet? Wereld en weelde lokten, mij bedwong Uw smeken niet. Ik ging en wierf mij menig schat Van goed metaal en gave steen, Rijker dan More...
KP30: Simon Vestdijk
Vader en zoon Hij was een ruw en onbehouwen stuk, En bij het fijne drijfwerk van den zoon Stond hij verbaasd, zooals een reus zich bukt Naar dwergen, haam’rend aan een koningskroon. Hij kon niet mee. En More...
KP29: Stefan Zweig, Joseph Fouché & De Franse Revolutie
Inleiding De in Wenen geboren Stefan Zweig – opgroeiend in een niet-religieus, joods gezin – valt al tijdens zijn leven een buitengewone populariteit ten deel als novellist, biograaf en essayist. More...
KP28: P.N. van Eyck
O dood, geheime nachtegaal O dood, geheime nachtegaal Die in de donkere hagen zingt Uw nooit ontraadselbaar verhaal Dat tot in ’t diepst der harten dringt, En lokt ons beiderzijds van ’t pad Over het More...
KP27: P.A.M. Boele van Hensbroek
Las Huelgas In het klooster van las Huelgas, In de biechtstoel zit de priester. Fluistrend spreekt zijn biechtelinge Van de wereld, van haar zonde. Nimmer zien des priesters ogen Wie hem toespreekt. Nimmer More...
KP26: Alfred Kossmann
Zelfportret 1946 1 ’t Voorhoofd is hoog. Tot aan de oren ligt het lange haar, alsof het dit gezicht niet prijsgeeft aan de wereld en ’t bestaan maar het behoedt. De neus vangt edel aan tussen de ogen, More...
KP25: Charles Baudelaire
Inleiding Charles Pierre Baudelaire (1821 – 1867) Ooit schreef Charles Baudelaire (1821 – 1867) vijftig als prozagedichten aangeduide “narrations brèves” die hij verzamelde onder de More...
KP24: Wam de Moor
4. Op vier stoelen van Deens design Aan mijn kinderen alle vier Vandaag vier stoelen naar de stort gebracht voormalig Deens design van stevig hout in jaren zestig interieur vertrouwd en wie ze maakte More...
KP23: Louis Couperus
De dialoog tussen Lucius en zijn slavin, Kora (uit Antiek Toerisme) De reizigers waren genaderd het land van Ofir en morgen zouden bereikt worden de kolommen van Sesostris. Lucius had, in deze laatste woudnacht, More...
KP22: Klaas de Jong Ozn.
24 december Dit is de laatste dag dat ik nog dromen kan en koesteren de verwachting van mijn hart. Maar nu al weet ik dat als alles is voorbij gegaan de leegte achter blijft en de ontluistering. Wie wil niet More...
KP21: H. H. ter Balkt
Stoppelvelden Het stoppelveld was er wanneer de herfst kwam. Steevast hing er een groene maan op het bos als het nacht werd. En allerhande gedierte rende op het stoppelveld elkanders staart na. Het stoppelveld More...
KP20: J.C.J. van Schagen – Angst
Angst Het is zoo ver, Moeder. De morgen was grauw, toen ik wegging van huis. Sinds klimt het licht, stil en aanhoudend, Wijder klaren al wijder klaarten en ik dwaal als een vogel boven de wolken. Ik wil je More...
KP19: Alfred de Musset
Sur une morte Elle était belle, si la Nuit Qui dort dans la sombre chapelle Où Michel-Ange a fait son lit, Immobile peut être belle. Elle était bonne, s’il suffit Qu’en passant la main s’ouvre More...
KP18: Jan Hanlo
Op het kerkhof Ik zou hier wel gelukkig zijn om zomer en om zonneschijn wanneer ik jonger was – en niet te vol was van te veel verdriet Maar als ik jong was en nog klein dan zou ’k hier niet gekomen zijn want More...
KP17: Menno Wigman
Afscheid van mijn lichaam Waarom, mijn lichaam, was je mij zo weinig waard? Waarom bleef ik zo koppig tronen in mijn hoofd en woonde ik mezelf zo hevig uit? O ja, ik hield van wijn, van zwaar doorrookte feesten, lucide More...
KP16: Ramsey Nasr
Mijn nieuwe vaderland Wie Neerlands bloed in d’aders vloeit van vreemde smetten vrij wiens hart voor volk en orde gloeit verhef uw More...
KP15: Charles Baudelaire in vertaling van Peter Verstegen
De albatros Vaak vangt het scheepsvolk, om verveling te verdrijven, De vogel albatros die op zijn wieken wijd, Als lome reisgenoot, elk schip nabij kan blijven Dat over ’t bitter diep der oceanen glijdt. Maar More...
KP14: Prosper van Langendonck
Hannibal Daar op den ruwen kant der Alpen, als een slang in pijnlijk zwoegen opwaarts kronklend, wild omstoven door sneeuwjacht, klimt langs steile rotsen, diepe kloven het heir van Hannibal reeds uren, uren More...
KP13: Anthonie Donker
Novice op transport Drie nonnen schaduwen haar gaan en staan, een Iersche, een Fransche en een Amerikaansche, zij voeren met zich over de oceaan, een kind nog haast, de tengere Braziliaansche. Een klooster More...
KP12: Willem ten Berge
Liftboy De deur viel schokkend uit de wand: en op de drempel van zijn sombre kooi stond de liftboy klein en kinderlijk mooi – zwijgend kwam ik bij hem staan, de motor zette zwoegend aan – Wij More...