Gepubliceerd op: vrijdag 20 september 2024

De wel heel treurige geschiedenis van de Struwwelpeter in Nederlandse vertalingen

 

Ik heb hier een paar vertalingen van Der Struwwelpeter voor me. Puur ter introductie: het tiental onvergetelijk wrede kindergedichten van de Frankfurter verloskundige-patholoog anatoom en latere krankzinnigenarts Heinrich Hoffmann uit 1845 waarvan de door hem gemaakte illustraties van zeker de duimzuiger en van de brandende Paulientje en van de rare borstelkop op de cover naar ik aanneem iedereen die dit leest nog wel op het netvlies gegrift staan. Ik wil de diverse Nederlandse of Nederlandsachtige vertalingen van het openingsgedicht over de langnagelige warharige aan een nadere closereading onderwerpen om tot een afgewogen maar subjectief oordeel te komen welke het aardigst is, if any.

We hebben vergelijkenderwijs allereerst twee vreemde eenden in de bijt, twee zogenaamde Struwwelpetriaden, dat zijn navolgingen van het onnavolgbare origineel. Honderden zijn er over de hele wereld van verschenen, van een Struwwellise tot een Struwwelhitler en van een Egyptische Struwwelpeter tot een Anti-Struwwelpeter. Het is een genre op zich. De eerste die ermee begon was Heinrich Hoffmann zelf, die in 1848 als Peter Struwwel een ‘handboekje voor oproerlingen’ uitbracht, geënt op zijn onverwachte kassakraker. Uit circa 1875 dateert ook zo’n navolging, in het Nederlands geheten Piet de Smeerpoets, zijn berouw en bekeering, waarvan de eerste vier regels een krappe maar knappe samenvatting zijn van het gedicht, waarna Piet aan zijn moeder vraagt om de spanzaag ter hand te nemen en zijn nagels te knippen en daarna met de schaar (helaas geen heggeschaar) zijn haar. Die eerste vier regels (de vertaler wordt niet genoemd) zijn:

‘O jongens, komt eens hier en ziet,
Daar heb je vuile smeerpoets Piet!
Hij heeft zijn nagels en zijn haar
Niet laten knippen sints een jaar!’

Wat best een goed onderschrift was geweest voor wat nu het openingsgedicht is van Piet de Smeerpoets. Niks geen ouwe bollerigheid, geen rimram, maar gewoon, de hele mikmak in vier regels, klaar uit.

struw_illu_01_berouwenbekeering

In 1927 verscheen een boekje met een bewerking van drie Struwwelpeter-navolgingen, -bewerkingen, -uitwerkingen: Piet de Smeerpoets, De wrede Karel en De wilde Jaap. Tekstdichter: ’t Woudvogeltje. Tekeningen: Daan Hoeksema. Piet de Smeerpoets wordt hier door zijn vader naar de kapper meneer Perroguet gebracht, hij probeert te vluchten maar zijn vader grijpt hem bij de kladden en meneer Perroguet doet zijn werk. Het onderschrift bij de eerste illustratie (van Daan Hoeksema) luidt:

Iedereen die Pieter ziet
Zegt: ‘die zie ik liever niet’.
Kijk zijn haren en zijn handen
Wat ’n nagels, wat ’n tanden.
Neen die zie ik liever niet
Smeerpoets is die vieze Piet.

struw_illu_02_hoeksema_woudvogeltje_1927

Maar deze twee doen voor spek en bonen mee. Ook voor spek en bonen doet de vertaling van Mark Twain mee, Slovenly Peter, maar ik haal hem toch aan omdat hij heel interessante vertaalstrategieën blijkt te hebben. Hoffmann had (al te bescheiden) geschreven dat de charme van zijn boekje niet in de onderwerpen lag of in de tekeningen, maar louter en alleen in de deuntjes. Twain schrijft in zijn korte woord vooraf – al even bescheiden – dat het hem daar ook vooral om te doen is, ‘to fetch the jingle along’, het deuntje te vangen. Inderdaad gebod nummer één voor het vertalen van kindergedichten, dat had hij goed gezien.

Twain is in zijn vertalingen niet bang om buitenissige woorden te gebruiken, en zelfs de Duitse namen te incorporeren, waarmee het een soort macaronische vertaling wordt die erg modern aandoet. Hier is zijn Slovenly Peter:

See this frowsy “cratur” –
Pah! it’s Struwwelpeter!
On his fingers rusty,
On his tow-head musty,
        Scissors seldom come;

Lets his talons grow a year, –
Hardly ever combs his hair, –
        Do any loathe him? Some!
They hail him “Modern Satyre –
Disgusting Struwwelpeter.”

struw_illu_03_5xpietdesmeerpoets

Hieronder volgen de vertalingen van W.P. Razoux (1848), F.H. van Leent (ca. 1930), J. Riemens-Reurslag (1943), Lidi Luursema (1969) en Jan Kuijper (2000). Ze heten allemaal Piet de Smeerpoets behalve die van Van Leent, die heet Piet de Smeerpoes.

1. Razoux

Ziet hier Piet den smeerpoets staan!
Ziet dien viezen knaap eens aan!
Hij wou, van zijn vingertippen,
Zich geen nagels laten knippen
Sedert zeker wel een jaar;
Ongekamd bleef ook zijn haar.
“Foei!” roep ieder die hem ziet,
“Wat zijt gij een smeerpoets, Piet!”

2. Van Leent

Hij mag wel een smeerpoes heeten,
Die zijn nagels, zoo gij ziet,
In geen maanden knippen liet;
Daarbij schijnt hij ook vergeten:
Dat voor zulk een hoofd met haar,
Noodig zijn, een kam en schaar.

3. Riemens-Reurslag

Zie hier Piet de Smeerpoets staan,
Zie dien viezen knaap eens aan.
Nagelknippen in geen jaar,
Ongekamd blijft ook zijn haar.
Foei, roept ieder die hem ziet,
Wat ben jij een smeerpoets, Piet!

4. Luursema

Zie hier Piet de Smeerpoets staan,
Kijk die viespeuk toch eens aan.
Zich laten knippen? In geen jaar!
Nooit een kam eens door zijn haar!
En o, wat zijn zijn nagels lang!
Daarvoor zijn alle kind’ren bang!
“Bah,” roept ieder die het ziet,
“wat ben jij een smeerlap, Piet!”

5. Kuijper

Roepen nagels, roept je haar
niet om kam en niet om schaar?
Piet de Smeerpoets vindt van niet!
Hij staat hier, zoals je ziet,
als een standbeeld op de plaat.
Het verhaal dat op hem slaat
zie je op het voetstuk staan.
Smeerpoets! smeer hem naar de maan!

Het is duidelijk dat 1 en 5 het minst geslaagd zijn. Ze enjamberen, nummer 5 zelfs vanaf de eerste regel, wat ernstig afbreuk doet aan de onmiddellijkheid van opvatting. Het minst spannend is nummer 2, waarin niets vingerpokends meer zit, eerder iets berustends. Nummer 1 heeft drie regels nodig voor Piets weigerachtigheid om zijn nagels te knippen, dat is erg veel op een totaal van acht. Nummer 5 is erg onduidelijk met dat roepen om een kam en om een schaar. Wie wordt aangeroepen? De lezer? Piet? Daar komt bij dat het niet klopt: roepen nagels om een kam? Maar liefst de helft is vulsel: regel vier tot en met zeven voegen niets toe en kunnen (en moeten) daarom weg. De slotregel is met smeer hem naar de maan wel erg bruut. Is haar knippen is niet genoeg? Ergste: het is gewoon niet leuk. De betere zijn 3 en 4, maar 4 verpest het door te zeggen dat alle kind’ren bang voor hem zijn, wat gepsychologiseer van de kouwe grond is. Kammen en knippen moeten niet ergens goed voor zijn, maar zouden gewoon zonder meer moeten, dát is opvoeden van de oude stempel. En verder geen vragen! Pats! Bovendien is de arme Piet in 4 niet zomaar een smeerpoets maar zelfs een viespeuk en smeerlap. Heeft hij soms zijn broek en onderbroek laten zakken in de openbare ruimte? Is het een klein potloodventertje? Heeft hij porno gekeken op mama’s iPad? En heeft de smeerkees vervolgens een klasgenootje opgelicht met een lepe bitcoin-scam om hem zijn plakplaatjes afhandig te maken? Of hem verklikt toen hij een drol op de stoel van de meester had gelegd? In dat geval is het geen zaak om het in een gedicht aan de grote klok te hangen, maar een zaak voor justitie, de jeugddetentie, en dienen we zijn naam alleen met initialen te mogen lezen met het oog op zijn latere herintreding in de maatschappij, geknipt, gewassen en gemanicuurd.
Nummer 3 is het kortst en krachtigst, zonder leukbedoelde vulsels. Ze is niet bang om het gedicht terecht twee regels in te korten. (Nummer 2 doet dat ook, maar krijgt er toch nog vulsel in met zoals gij ziet.) Punt voor Guurtje Johanna Hendrika Riemens-Reurslag zou ik zeggen.

En gij dan? Hè? En gij anders? Waar blijfde gij, arigen gek, arigen witbol?
Ik heb het heeeel anders gedaan, zoals te lezen valt in het zojuist verschenen Ragbolrinus, dat over twee weken, op vrijdag 27 september ten doop wordt gehouden in Nijmegen (zie de uitnodiging van vorige week, komt allen).

Ragbolrinus, grote groezel,
alles aan zijn lijf is smoezel:
niets dat hij ooit knippen liet.
Nagels? Naalden! Haren? Slierten!
Hij’s geen mens maar ongedierte.
Niets dat je van de jongen ziet.
Ragbolrinus? Is er niet!

_____
Dit stuk verscheen eerder, iets anders, op de Vrijdag Vertaaldag van het tijdschrift Filter, hier: https://www.tijdschrift-filter.nl/webfilter/vrijdag-vertaaldag/2023/week-35-robbert-jan-henkes/.

Over de auteur

Robbert-Jan Henkes