Gepubliceerd op: vrijdag 23 juni 2023

Het verhaal van de springgrage sokken

 

Het negende verhaal van de veertig Verhalen in plaatjes. Vorige week schreef ik over het
achtste.

springgrage sokken

Letterlijk: Leggen jullie dat zelf uit. (Leg dat eens uit. Kun jij het verklaren?) Wat is dat voor wonder? Bij de rivier Springen Petja’s kousen. Versmaat: jambe. Rijmschema: aa. ‘Ábisníétje éte sámmi. Sjtó za tsjóéda? Óé reekíé Skátsjoet Pétieníé tsjoelkíé.’

Eerst de anderen. Hans ter Laan vertaalt het als Een raadseltje:

Wat is dat nu? Op de grond
Springen Pietjes kousen rond.

Kousen? Kousen staat er inderdaad in het Russisch. Maar dragen jongens nog wel kousen? Zou je die dingen die je ziet liggen en vervolgens springen aan de waterkant nu niet gewoon sokken noemen, lange sokken desnoods? Waarbij je het lange voor de kortheid mag weglaten? Kousen… Zijn het soms panty’s? Netkousen? Kousen op de kop? Ja, feitelijk zijn het inderdaad kousen op de kop van de kikkers, hoewel in figuurlijke zin wellicht eerder de kop van de ooievaar. Het wordt wel erg precieus als je die uitdrukking erin wil brengen, vrees ik.

Helen Black, in Can you solve this mystery? heeft ook al stockings, kousen:

Something strange is happening here.
Stockings jumping? That is queer!

Raar? Raar? Helemaal niet raar, denkt de voorgelezene. Er zitten toch kikkers in?! Dan krijg je dat. Alleen voor stakkerige volwassenen is het raar, en zelfs dat niet, ze doen alleen maar alsof. Er is een zekere leeftijd waarop de mensen van open en eerlijk veranderen in hypocriet en aanstellerig en daarmee de eerste fatale stap zetten op weg naar de volwassenheid. Meestal gebeurt het zo met een jaar of negen.

Dorian Rottenberg heeft ook stockings, kousen. Hij vertaalt het distichon als A Puzzle:

Well I never! This is shocking.
What’s the matter with my stockings?

Antoinette Mazzi heeft ook al kousen, les bas. Zij vertaalt het als Comment ça?

Comment ça? A la rivière
S’en vont tout seuls les bas de Pierre!

Johann Warkentin heeft het veel normalere sokken, gelukkig, Socken en geen Strümpfe, in Was ist denn los?

Unverständlich und entsetzlich:
Seppls Socken tanzen plötzlich!

Gedichten waarin frases voorkomen als kijk eens wat gek, of weet jij wat er is gebeurd? gericht tot het beoogde leespubliek, kunnen met een aan onwaarschijnlijkheid grenzende zekerheid gevoeglijk van de lijst potentiële charmsiana worden geschrapt.
Vertalen is zo’n mooi vak omdat je je niet altijd wat hoeft aan te trekken van wat in jouw ogen ongelukkig is. Je kan bijspijkeren. Natuurlijk liggen daar gevaren op de loer. Het gevaar van normalisatie, van domesticatie en van het opdringen van je eigen kortzichtigheid, gebrek aan smaak en oordeelsvermogen bijvoorbeeld – om de minste gevaren te noemen. Je hebt in proza die kans om te verbeteren minder dan in (rijmende en ritmische) poëzie. Je wordt bij proza geacht ieder woord over de Acheron te zetten, terwijl je bij poëzie het overboord vallen en het verwisselen altijd kan wijten aan de eisen van de prosodie. (Sorry hoor, maar het moest rijmen…) Bij kindergedichtjes is het soms niet alleen een kans, maar een plicht. Alleen bij mislukte kindergedichtjes natuurlijk. Je kunt je afvragen: waarom vertaal je dan mislukte kindergedichtjes? Meestal is het omdat je een visioen hebt hoe het beter kan, hoe het wel moet, hoe er gemiste kansen omgezet kunnen worden in zuivere doelpunten. Hier is het omdat ik ze gewoon alle veertig wil doen, zonder aanzien des persoons. Ik wil van alle veertig gedichten Nederlandse Charmsjes maken. Alleen, in deze kom ik van een kouwe kermis thuis, want als ik alle irritante frases eruit laat, hou ik minder dan de helft van de tekst over om op door te gaan. Dan kan ik net zo goed van nul af aan beginnen.

Titel: De springerige sokken. Waarom ook niet. Springgraag is misschien te afleidend en leukdoenerig. Honderden manieren zijn er om de twee regeltjes te vertalen. Dus waarom ook niet zo?

De sokken van Isidoor
Gaan er vanzelf vandoor.

Die plompverloren naam Isidoor zint me niet. Weet je wat, ik doe er nog een schepje bovenop (nooit terugkrabbelen!) (tip!) door van Isidoor een echte held te maken en het hele tweeregelige epos naar hem te vernoemen. Titel dus: De sokken van Isidoor. En dan het gedicht, op z’n allerplechtigst. Ik vind het altijd heerlijk klungelig en amateuristisch klinken wanneer iemand gedichten voordraagt, dat dan eerst de titel wordt voorgelezen en vervolgens de eerste regel en die is hetzelfde als de titel. Ik moet dan altijd ontzettend mijn best mijn lachen te houden, zo plechtig, zo domineeachtig klinkt het meteen. Sowieso vind ik een titel voorlezen al dubieus. Of we een bijbeltekst moeten openslaan. Maar dat komt hier goed uit, omdat die plechtigheid in het betreffende gedicht behoorlijk wordt afgezwakt. Dames en heren, luistert naar mijn meest recente sonnettenkrans, mijn cyclus (moment stilte) getiteld (nog een moment stilte) De sokken van Isidoor.

De sokken van Isidoor
Gaan er vanzelf vandoor.

Of zal ik er toch nog een wat bijzonderder woordje inbrengen? Dames en heren, nogmaals, op veler verzoek in de herhaling, geheel herzien en naar de eisen van de tijd bijgepoetst, de immens populaire cyclus getiteld (moment stilte) De sokken van Isidoor.

De sokken van Isidoor
Gaan er vaneigens vandoor.

Applaus! Daverende bijval! Ovaties! Gejoel! Gejubel! Gejuich! Kreten! Encore! Bis! Onmachtige dames! Schaafwonden! Kneuzingen! Bloed! Rottend ooft en opgezette komodovaranen! Meissner bonbonnières! Brandalarm! Instortende oudbouw! Rondvliegende hooivorken! Cherubijntjes! Etcetera! Weltende!

Over de auteur

Robbert-Jan Henkes