EI 256: Willem van Toorn – Anna
Waarom voel ik nog steeds hier aan mijn arm, verdomme, soms met schrik je meisjeshand, steun zoeken voor de lange steile klim naar het hoge stenen viaduct van Cluis waar al ruim anderhalve eeuw geleden de More...
EI 254: Sonja Pos (1932-2020) – De laatste trede
er werd gebeld: ik trek voorgoed aan een touw wie is daar? roept mijn kinderstem en staar de trap omlaag waar jij beneden, struikelend, in haast dezelfde tree opnieuw begint op weg naar mij je naam en nooit More...
EI 249: Nachoem Wijnberg – Vreemd
Een Jood is wie, als hij zoiets vreemd doet als bidden (dat is wat iemand zo snel mogelijk opzegt, zodat hij al kan praten als de anderen nog bezig zijn), naar een vreemde bidt, die als een vreemdeling is More...
EI 231: Antoine A.R. de Kom – Auto-da-fe
I IJl verspreidt de warrelende vuile sneeuw doodstil haar vermaledijde mare dat ik dorre lispelende palmen ombreng in bevroren bos. En pluim na kruin laait bruisend op, verwaait nu weer tot wolken sneeuw More...
EI 224: Froukje van der Ploeg – GJ 1214B
Ochtend en buiten draaien de kranen voor de nieuwe stad, binnen twee teruggevonden blauwe laarsjes met rode dobbelstenen en planeten van zee met een bevroren bodem. Brandend ijs of winden van glas en op 40 More...
EI 217: Hans Verhagen – Ik ben de maker…
Ik ben de maker niet van het gedicht, maar zo ontvankelijk mogelijk d.w.z. van elke tedere connectie ontdaan sta ik totaal ter beschikking van wat zich tot mij richt – als een snaar doortrillende dit tijdsgewricht registreer More...
EI 216: Jabik Veenbaas – het koffertje van oscar mohr
veel leer ik vandaag van oscar mohr oscar mohr die dachau overleefde geholpen door de inhoud van een wit koffertje een boek van seneca een klein potlood en een blocnote met poëziefragmenten samengesteld More...
EI 214: J. Bernlef – Jong meisje, slapend
De wimpers vierkant hard en stijf van de mascara gitzwarte luiken voor haar ogen gesloten – ze slaapt de smalle kaak opzij gedraaid het laken laat één schouder bloot waaruit het wonder van een arm More...
EI 211: Laurine Verweijen – O alle vrouwen die ik nooit zal kunnen zijn
O alle vrouwen die ik nooit zal kunnen zijn ik zie hun glazen lijven voorovergebogen in het water hun ranke handen in de zilvervolle blikkering raspend over houten planken het ritme van de eeuwen – More...
EI 191: Eva Gerlach – Ren (1 & 2)
1 Als je gaat rennen: ren tegen de dag. Zo kijk zo met het licht op je hielen je lijf uit de lucht in. Zigzag je door gras naar waar je kunt omslaan stilliggen onzichtbaar rechtop staan in wie je was. Waar. More...
EI 190: Huub Beurskens – Wat een lentebegin!
De eerste narcissen van hetzelfde knalgeeloranje als de snavel van de merelman die door het groen aanhippen kwam, voor mijn ogen een regenworm toen in zijn delicate heelheid van vochtige cuticula, elastisch More...
EI 188: Iduna Paalman – Toekomstmuziek
Alles wat we zeggen zit in een stationaire dorskast. De kast heeft kieren en de grond is ongeschonden, maar nu staan we te zwijgen tussen de stoppels en de machines draaien onze opa’s vertelden nog verhalen More...
EI 180: Martin Reints – Afgifte goederen
Zeven kraaien bij een dooie meeuw drie advocaten bij een koffieapparaat oude aantekeningen voor een pleitnota tussen de contracten en de uitgeprinte e-mails in een map ik kon niet slapen vannacht en ik stond More...
EI 175: Runa Svetlikova – The big rewind – revisited
Elk moment is mogelijk het moment waarop wij de uiterste grens bereiken, waarop wij niet verder uit elkaar drijven maar in alle stilte imploderen in ruimte en tijd; the big rewind. Wolkenkrabbers klimmen More...
EI 171: Frank Koenegracht – De containers
Op mijn velden bloeien ze. Langs de vondelingeweg waar de bus kruipt in zijn rode stofjas Als de avond valt verschijnt hun oppasser, de herder van hun opstapelingen en straten In zijn houten hut bij zoutlicht leest More...
EI 170: Tom van Deel – Gebeurtenis
Op zoek naar een gebeurtenis genoeg voor dit gedicht kwam ik een koolmees tegen Ik bukte en bekeek hem van dichterbij wat nader en zag dat hij ging sterven Zijn oog liet mij dat weten Hij beefde in zijn veertjes en More...
EI 166: Jane Leusink – God dood
Ergens moet je zijn, God, een stapel moedervellen of wat mij betreft een nieuw gedicht dat zich maar niet voltrekken laat, mijn hart bloedt in mijn hand, mijn zoeken in mijn keel, ze zeggen dat de interactie tussen More...
EI 158: Mischa Andriessen – Weerhuis
Zij denkt niemand komt binnen Door een deur die op slot zit Kan niemand eruit denkt hij De sneeuw bedekte de stappen Denkt zij er was hier niemand We bellen elkaar alleen nog maar Om te achterhalen waar we More...
EI 151: Frans Budé – Liggende leeuw (3)
Zo’n alles overstralende leeuw, niet door enige onrust bevangen, waaromheen schaduw sluipt als guirlandes dansend op de wind. Zoals hij het vuur in zichzelf aanwakkert of tempert, brullend in het midden More...
EI 147: J.C. Bloem – Zondag
De stilte, nu de klokken doven, Wordt hoorbaar over zondags land En dorpse woningen, waarboven Een schelpenkleurge hemel spant. De jeugd keert weer voor d’in gedachten Verzonkene, die zich hervindt Een More...
EI 145: Anneke Brassinga – Op mijn overoudmoei
Een schelf botten: IJzebrandina onder het gras aan stenen voet van kerkje, houten klokkengalg. Ter wereld anderhalve eeuw geleden, en waarom dringt het mij te weten of zij daar rust als oude duivelin ter More...
EI 144: Ingmar Heytze – Dood,
Dood, We morrelen aan de deur naar buiten, we staan niet meer bij voorbaat verloren. We schaken ieder jaar iets langer door voordat je grijnst, je benige vinger strekt en onze koning omtikt. Achter onze rug More...
EI 138: lucebert – nooit bedrogen dromen
‘opgeruimd arriveert de schoonmaakster en roept goedemorgen mijnheer maar het baasje ligt nog in diepe slaap dus zo rustig als zij is gehaast zij heft voet en knie tussen de zeven emmers zweet aan het voeteneind want More...
EI 136: Hans Tentije – ’s nachts
Een bliksemflits die je de naglans van gedroomde steden toont, hun stratenplan en hun achterland, ook al bestaan ze niet zonder op vergeelde blauwdrukken te berusten de hindernissen, barrières onderweg, More...