R29: ‘Wij hebben gezondigd, tegen de hemel en tegen u’ (begin)
Onder afnemend geplens en gespetter van de drabregen en steeds luider wordend onderaards gehamer en geraas (hele gebergten werden daar thans verzameld en opgestuwd; Scherpende, druk in de weer met duimstok More...
R28: Uit kruid en gras (einde)
Verlossing, fluisterden ze met uitgedroogde mond, de neervallende drab afwerend. Verlossing, praatten hun kinderen hen in hun waakdromen na. Ze keken elkaar in het wit van de ogen, die blauw of bruin of zwart More...
R28: Jonathan Griffioen – BROM 3
op de drempel van kruid en gras aan de rand van het bos terwijl rode beuken van een grote hoogte vallen ruik ik de adem van jennifer lukewarmerveen mijn psychiater die door de drukte op de praktijk al even More...
R28: Uit kruid en gras (begin)
In zacht onophoudelijk schokken en trillen waaraan geen wind debet was desintegreerde het oververhit lijkende bos. Aan ieder pijlpuntig en zich krommend blad ontwelden witte speeksel-blaasjes. Evenzo aan More...
R27: Het Nieuwe Jeruzalem (einde)
Midden op het plein, staande voor het mieregat dat de toegang voorstelde en zijn gezicht opheffend naar een uitspringend brok steen, hoger dan de rest en met diverse kanteelachtige piekjes bekroond, waarin More...
R27: Sylvia Hubers – Wat doet een zenboeddhist met een teek?
Wat doet een zenboeddhist met een teek? De pij gaat omhoog, de sok naar beneden, de enkel wordt zichtbaar. En wat bevindt zich daar? Een medeschepsel dat zojuist aan tafel is gegaan. Dat tijdens de maaltijd More...
R27: Het Nieuwe Jeruzalem (begin)
Langzaam, simultaan met allerlei wijzigingen die bleven gebeuren om hem heen – ze gaven hem het gevoel onder een enorm, voortdurend in beweging zijnd, half vloeibaar gebergte te vertoeven – begon More...
R26: Snelle progressie (einde)
In een niet te stuiten koorts preekte en geselde de pastoorsvogel voort, nog steeds de vuisten ballend naar boven en de onkenbaar geworden veelkleurige kop omhoog kerend. Het loonde de moeite niet meer, zo More...
R26: Ana Roelofs – #26
de lijkwitte verrijzenis van sidderend trage bosmelk ademt in angstige dreiging predikt de pastoorsvogel de passie voor God lieve heiland op het kleverig bastion van levende griezelsteen neemt zinderend More...
R26: Snelle progressie (begin)
De ochtend daaraanvolgend kroop Scherpende, vervuld van grillige voorgevoelens, met trillende knieën en trommelvliezen zijn hol uit en geloofde opnieuw dat zijn ogen hem in de steek lieten. In plaats van More...
R25: Wit zweet (einde)
Op een morgen deed hij een vreemde ontdekking, die hem twijfelen deed aan de kwaliteit van zijn kijkorgaan. Het bleek perfekt in orde. Hij zag, door de boslucht veel sterker en gezonder geworden dan tevoren, More...
R25: Wit zweet (begin)
Het onzichtbaar blijvend vogellegioen koncerteerde onafgebroken in de hoge holten van het bos. Overgeleverd aan de snelle verbranding van hun voedsel – insekten en zaden – lieten ze sinds maanden, More...
R24: Hij die de Slaap sliep (einde)
Hij wikkelde zijn opgevouwen ledematen uit elkaar los, een tot leven gekomen mummietje dat zich uit zijn windsels bevrijdt, sloot zijn mond die licht kwijlde, schatte de afstand van het punt waar hij zich More...
R24: Hij die de Slaap sliep (begin)
Op de bodem van het bos zette een nieuwe ontwikkeling in. De groei had naar het scheen het gesteente definitief overweldigd. In zijn tientallen tangen en vangarmen genomen, het vergruisd. Alleen de hardste More...
R23: Wake (einde)
‘Nog deze nacht’ zei Mabelis in de klinkende stilte, ‘nog deze nacht zal de aarde nat zijn van het bloed der gedode warme dieren en der mensen en van al de verschrikking die geschied is. Dan is het More...
R23: Arnoud Rigter – de holle mond van de aarde
.overlay { position: absolute; left: 0; top:0; opacity: 0; transition: .7s ease; display: none; z-index:99; } #container:hover .overlay { opacity: 1; display: block; } Arnoud bewerkte More...
R23: Wake (begin)
De donder was voorbijgestreken, weggeveegd uit het bos en van de aardbodem. Er heerste een diepe gave stilte waarin niets sprak. Geen takje verroerde. De zon scheen en wierp heldere schaduwwebben over het More...
R22: Lijken (einde)
Zeg mij na, zei hij. Het grote gierachtige gedrocht en het kleine meelkleurige monster keken hem aarzelend, met grote ogen, als uit een diepe slaap ontwaakt aan. ‘De botten, de botten, in de vlag zullen More...
R22: Dominique De Groen – Lijken (2k19)
Het bos ligt ook nu bezaaid met lijken: poʻo-uli oostelijke poema spix’ ara vaquita noordelijke witte neushoorn Hawaiiaanse boomslak. De generaal is CEO bij groot oliebedrijf… Uitbater van kobaltmijn… Bouwer More...
R22: Lijken (begin)
Het bos lag bezaaid met lijken. De lijken hingen als langwerpige vreemd gegroeide vruchten in de takken, aan de veerkrachtige plantenspanten die hun val onderbroken hadden. De lijken hielden hun ogen gesloten More...
R21: Trommelslag (einde)
‘Trommelslager’ zei Mabelis tot de kleine jongen, ‘nu is het tijd om te trommelen. Sla de trommel. Wek met je getrommel deze Ranonkel uit de aardhoop die hem nog bedekt. Trommel!’ De kleine jongen More...