EI 292: Hans Faverey – Avond; het klein
Avond; het klein geritsel in de struiken heeft een aanvang genomen. Voorzichtig begin ik de dag te prijzen: helderheid waarin ik overeind bleef, hitte waarin ik mij heb bewogen. Als straks het vliegtuig van tien More...
EI 288: Sasja Janssen – Ik roep je aan
Ik roep je aan, want de kauwen negeren mij op een tak afstand van hier geen enkele keer landen ze op de veranda, geen moment vangt hun kaaloog mijn bestaan, ook de reiziger voor de gevangenis drie More...
EI 285: Hans Dekkers – Exodos: Het zingen van de beenderen
Shall these bones live? – T.S. Eliot, Ash-Wednesday verderop, in het woud, waar de donder gestopt is, waar de bommen van licht zijn uitgedoofd en opgelost, zingt een merel in de avondschemering het More...
EI 283: Herman Leenders – deemoed
deemoed is een deugd van lage deuren en van boer Bral hij loopt gebogen zoals een dak verzakt door het dragen zoals bomen naar het oosten groeien met diepe kloven in hun schors en ogen als verse wonden in More...
EI 282: Mischa Andriessen – Noach
Dagen achtereen ging hij de verwinterde tuin in, bleef er tot de kou finaal bezit van hem nam en hij verflauwd maar fier ten laatste terug zijn huis binnenkwam, de trap op liep en in de kamer waar zij al More...
EI 279: Tania Verhelst – Maaike Kerrebroeck
maaike kerrebroeck is een kleine en een doodlopende straat dat maaike kerrebroeck een straat zou worden, dat had zij niet voorzien dat zij klein zou zijn nog minder maar dat zij dood zou lopen? en allicht was zij More...
EI 276: Hans Claus – de gedetineerde en ik
elke dag ontmoeten wij elkaar jij die hier woont ik die hier werk aan de overzijde van een nabij of van een ver verleden aan de zijlijn van het nu wij spelen onze rol met wisselende overgave in tastend ongemak jij More...
EI 274: Hedwig du Jardin – pose
daar staan mijn ouders, op de rand van de afgrond voor de Grand Canyon. de rotsen verbleken bij die kleurrijke mensen, heel even onbewogen vader met zijn casual hoedje op draagt de videocamera als een kind More...
EI 272: Remco Ekkers – Hitte
Bij het verzamelpunt komt hij gewond liggend op de zwarte motorkap zijn hoofd op het bebloede been van de ander. Anderen komen strompelend, uitgeput In de hitte en vallen in de armen van mensen die hen opvangen More...
EI 269: Wim Kesteloot – 2x Apothekersschaal
In een gedeelde, fluisterzachte zwoele zomerroes Een meet-again van wat was ooit een zielsbegin Zo ligt vertrouwd, in welpvertrouwen Een speelse edeldame, half op hem genesteld Gezonken in een lustgebluste, More...
EI 266: Julien Holtrigter – IJzerwaren
Het is druk in de winkel: reizigers komen orders opnemen. Ze tonen de laatste modellen van krammen, spaden en zagen. Eén heeft een lijm die zo sterk is, dat je de breuk niet meer ziet: hemel gaat naadloos over More...
EI 261: Piet Gerbrandy – Ga maar naar je werelddeel
Het langdurig afscheid in de vertrekhal verliep opgewekt en desastreus. Ga maar naar je werelddeel. Blijkbaar ben je niet te houden. In het Oosten zei je? Dat was wat ik verstond. Men zegt dat werelddelen More...
EI 260: Willem van Toorn – Vide-grenier
Van heinde en ver, in horden en om wat te vinden aangereisd door het herfstlandschap. Contanten meegebracht, dit is de economie van het kleingeld, de weemoed, het gedeukte, gescheurde maar weer opgelapte, More...
EI 248: Marc Tritsmans – Het boek van de vader
Op zoek naar de wereld groef ik vastberaden in zijn boekenkast en koos met grote zorg op gewicht en geur, ook papier en bladspiegel hadden hun belang. Ik las met honger en begeerte, volgde de sporen die hij More...
EI 244: Esther Jansma – Hier en daar
Je vertrekt uit ruïnes, met bloedende voeten zoek je een weg door het puin. Het is even wat stiller, stof daalt neer, de scherpschutters zijn aan het bidden, daarna eten ze een broodje en duwen grappen en grollen More...
EI 240: Erwin Mortier – Gravis Nox
(Bij de kruisafneming van Rogier van der Weyden) Voor Berlinde De Bruyckere Wat anders is een Mens, Rogier, dan asem in een zak van huid, een schors van taal die zich de wereld aanpraat in membranen? Haalt More...
ES: K. Schippers – Zoek het donderkopje tussen de komma’s
Het gedicht Zoek het donderkopje tussen de komma’s van K. Schippers is met uitzondering van de titel een klankloos gedicht. Er is dus ook geen rijm en metrum. Toch herkennen we aan de vorm More...
EI 232: Adriaan Krabbendam – De wrede moeder
De aarde, die aan alle kanten barst en breekt en van hel en vuur en lava preekt, trekt haar schouders op bij wie ze treft wat dapper leeft en bij haar doen verbleekt. Wij wonen op een mijnenveld van zin en More...
EI 229: Cees Nooteboom – Op de langste weg
Op de langste weg liep ik, de weg die nergens heen gaat. Spelonken, een leeg landschap met kleuren van zand en stro. Anderen liepen met mij mee, vrienden, broers, geliefden en steeds namen zij afscheid, sloegen More...
EI 226: Joost Zwagerman – Bestaan
Nochtans belijd ik dat ik, tegen de klippen op, uiteindelijk in Hem geloof. Zijn grootste en finale wapenfeit: Hij is er niet. Hij is de alomvattende afwezigheid. Erg is dat niet. Ik ben er evenmin. Dat schept More...
EI 221: Joost Zwagerman – Klaar
Al vroeg had ik het wel gehad met God, Let wel: niet met die in Hem geloofden. Neem alleen al concentratiekampen. Buchenwald, Treblinka, Auschwitz-Birkenau. Wat stellen Gods spindoctors daar tegenover? De More...
ES: Lucebert – sonnet
ik mij ik mij mij ik mij ik ik ik mijn mijn mijn ik Lucebert (1924 – 1994) wordt beschouwd als een belangrijke representant van de experimentele beweging van dichters en schilders uit de jaren More...
EI 209: Daniёl Vis – mijn moeder
1. mijn moeder die een patroon uitknipt en op de stof legt, ze weet waar ze moet knippen. haar handen en de schaar in haar hand hebben een doel, bewegen doelmatig. zijn More...
EI 206: Wiel Kusters – Vroeg donker
Nu wordt het hier in huis opeens zo stil. Ik leef op bladzijden die jij nooit las, maar die ik later nog eens schrijven zal, de laatste eerst: ik weet wat wachten was. Heb je nog oog voor mij? Ik zie je niet dan More...