De regels XLVIII
‘ik trek je huid aan voor de nacht gespannen vlies van lichte zeden’ uit ‘Chienne’, Michaël Vandebril Het beeld gaat niet vooraf aan zijn associaties. De huid is wel degelijk een mensenhuid die een lichaam More...
De regels XLVII
‘De restanten van zinnen in je ruggenmerg’, uit ‘Verzamel verder’, Arjen Duinker Wat zijn de restanten van zinnen? Zijn het woorden, zijn het letters? Zijn het ideeën? Ze lopen als elektrische spanningen More...
De regels XLVI
‘’t Strak schroeiend zwerk vindt nergens welbehagen’ uit ‘Voorwereld I’, Jan Jacob Slauerhoff In zijn beroemdste gedichten stelt Slauerhoff zichzelf en zijn levensgevoel op de voorgrond. Maar wie Slauerhoffs More...
De regels XLV
‘tenen lopen met het denken de in klakken gehulde tong’ uit ‘Die deed mijn schoenen aan 1’, Rozalie Hirs Wat gebeurt er tussen tenen en tong? De gedichtenreeks ‘Die deed mijn schoenen aan’ bestaat uit More...
De regels XLIV
‘en verre vingers tien’ uit ‘Polonaise’, Paul van Ostaijen Wat zijn verre vingers? Dat zijn de vingers van Cecilia, die Paul van Ostaijen in het gedicht ‘Polonaise’ ziet komen. ‘Ik zag Cecilia komen’ More...
De regels XLIII
‘zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen,’ uit ‘De idioot in het bad’, Vasalis ‘De idioot in het bad’ heb ik leren kennen uit een schoolboek. Het was een van de eerste gedichten die me die More...
De regels XLII
‘het zingen is mij goed vergaan door niets;’ uit ‘Titanic’, Rogi Wieg De charme van de gedichten van Rogi Wieg ligt in eerste instantie in de stem, in hoe die haast natuurlijk lijkt te zingen. Ik weet niet More...
De regels XLI
‘ik ben kapot en zing’ uit ‘Ik verneuk mezelf’, Frank Keizer Frank Keizer heeft geen trek in mooischrijverij. Een dichtbundel lang (20 bladzijden gedichten) analyseert hij zijn ‘eigen problemen’: hoe More...
De regels XL
‘drijvend op het getij van hersenkwabben. Een kwal’ uit ‘Biografie van het geld’, Arnoud van Adrichem Een droom. De openingsregel van het gedicht vertelt dat het om een droom gaat, maar we zouden het net More...
Sven Peeters over Annemarie Estor
Afgelopen woensdag, 13 mei, werd in de Arenburgschouwburg in Antwerpen de nieuwe bundel van Annemarie Estor gepresteerd, Dit is geen theater meer. Gedichten. Hierbij sprak Sven Peeters de volgende tekst uit. De More...
De regels XXXIX
‘Waanzin tot ritme aan ’t ontzaglijk geschal;’ uit ‘Jehova’s uitvaart’, J.A. Dèr Mouw Waanzin is het ritme. Het is een kernachtige beschrijving van het lange gedicht ‘Jehova’s uitvaart’. Johannes More...
De regels XXXVIII
‘Hier het zich ooit uitvond.’ uit ‘Een mens,’ Hans Faverey Wat het gedicht van je wil, weet je niet precies, maar helder is het wel. Op deze regel na, die er plompverloren tussen staat, tussen twee witregels. More...
De regels XXXVII
‘Waar de aardster slaapt bij ‘t rattenhart’ uit ‘Anti-canto 3’, H.H. ter Balkt De regel begint met ‘Waar’. Een beschrijving van een plaats. Noch ervoor noch erna staat welke functie de plaats in het More...
Waan-zin van de dag: William Shakespeare
‘Als de wind uit het zuiden komt, kan ik een havik van een handzaag onderscheiden.’ William Shakespeare, Hamlet Tijdens de Boekenweek brengt Ooteoote iedere dag een ‘waan-zin’ uit de literatuur. More...
H.H. ter Balkt overleden
Vannacht is de dichter H.H. ter Balkt overleden. Ter Balkt was een van de meest eigenzinnige, virtuoze en ronduit een van de beste dichters van Nederland. Ter Balkt (Usselo, 1938) begon zijn carrière in 1969 onder More...
Waan-zin van de dag: Edgar Allan Poe
‘Op het hoofd, met rood opengesperde mond en eenzaam vuuroog, zat het afgrijselijke dier, waarvan de geslepenheid me tot moord had verleid en waarvan de verraderlijke stem me naar de beul stuurde.’ ‘The More...
De regels XXXVI
‘we praten onze botten graag bij elkaar.’ uit ‘Toch het begint III’, Sasja Janssen Het begint met de taal. Zonder taal horen de botten niet bij elkaar. Spieren en huid, allemaal nuttig om de ergste gaten More...
De regels XXXV
‘o – mijn vriend – deze wereld is niet de echte.’ uit ‘Ik heb mij met moeite alleen gemaakt’, Hans Lodeizen Vroeger, toen ik voor het eerst goed gedichten begon te lezen, vond ik het een geweldige regel. More...
De regels XXXIV
‘het is het land dat niet ophoudt waar de wolken beginnen.’ uit ‘Terug naar Acedia’, Erik Lindner Een beschrijving van een soort paradijs, van een land van onbegrensde mogelijkheden, niet aan grond gebonden. More...
De regels XXXIII
‘verweerde vrouwen baarden parelmoeren troost’ uit ‘De meeuwen van Polperro’, Peter Holvoet-Hanssen Hoeveel verschillende verbanden kunnen vijf woorden met elkaar aangaan, zonder dat ze van plaats veranderen? Behalve More...
De regels XXXII
‘En deze zee komt geen golf te kort.’ uit ‘Eigen zee’, Gerrit Achterberg In de eerste regel van ‘Eigen zee’ staat ‘o lied’, en daaraan is het korte gedicht ook gericht: aan het gedicht zelf, of aan More...
Joke van Leeuwen omstreden Dichter der Nederlanden
Joke van Leeuwen is door het Algemeen-Nederlands Verbond uitgeroepen tot Dichter der Nederlanden. Het ANV wil hiermee het publiek bewust maken van de relatie tussen Nederland en Vlaanderen. De benoeming is ook gedaan More...
De regels XXXI
‘Om onze hals de valuta van angst, de strop’ uit ‘Pro domo 5’, Hester Knibbe ‘Pro domo’ gaat over de tijd net na de zondeval. De mensen zijn uit het paradijs verbannen en zoeken zich een eigen weg op More...
VSB Poëzieprijs voor Hester Knibbe
Gisteravond ontving Hester Knibbe de belangrijkste prijs voor een Nederlandstalige poëziebundel, de VSB Poëzieprijs, voor Archaïsch de dieren. Hester Knibbe (1946) was in 1994 al eens genomineerd geweest voor More...