LL58: Annelie David – Roy
loopt zonder om te kijken door een woud en nergens tegen aan zo vrij loopt hij is veilig hier, van niemand zoon heeft herten lief, hazen en een vos de wildernis oermoederlijk geeft water, eieren More...
LL57: Paul Bogaert – Zo verscheen
Zo verscheen de alleenstaande Pattexheks Migraine in de backstage met haar hebben en houden, haar urnen en spankabels, haar Steradent, haar versleutelde erfdelen, haar schreefletters, haar containers vol More...
LL56: Mustafa Stitou
Laat je niks wijsmaken, bel de dierenambulance. Kinderen steken hun middelvinger naar mij op. Boze woorden roepen ze omdat ik buurtbewoonster zijnde aangifte deed. Speeleiland Paradijsje, daar gooien basisschoolkinderen More...
LL55: Rodaan Al Galidi – Ze is beneden
Ze is beneden. Pakt haar spullen en om mij niet te kwetsen doet ze dat als ik er niet bij ben. Ze wacht tot ik slaap, gaat zachtjes naar beneden, vult een doos, doet het dicht en sluipt zachtjes More...
LL 54: Erik Lindner – De tuin bloeit en in de glans van de ruit
* De tuin bloeit en in de glans van de ruit valt de uitgeworpen sprei op het bed paarden staan met veulens in de wei fietsend onder een formatie ganzen gakkend de geit aan de ketting op zijn More...
LL53: Anna Enquist – IN DE TUIN
Hoe suikerzoet kan je worden, hoe plat- geslagen tussen de pagina’s van de dag. Niet die gore duif maar de merel torst de zielsverhuizing, je ziet haar niet in de vlieg, in de spinnen. Haar More...
LL52: Lieke Marsman – Poëzie
Op het moment voelt het wel een beetje alsof ik weer achter het zwembadgebouw een verstopplaats loop te zoeken ja, een vochtige plek met plastic frietbakjes en bladgroen voor mijn ogen. Ver weg More...
LL51: Tonnus Oosterhoff
TEKENWERENDE REEKS leren dat uncle oom betekent afleren dat uncle oom betekent afleren dat uncle niet oom betekent katten kun je alleen maar dingen afleren afleren op de tafel te springen afleren More...
LL50: Daniel Dobbelaere – MONOMEER
een jongetje dat zich kantelt en alle plezier van de wereld heeft denkt uitsluitend of nagenoeg soms als turend ongenoegen wat zij denken zoals aan pure lichamelijkheid of epuratie als hij dan als een soort More...
LL49: Peter Swanborn – IN IEDER EEN ANDER
Met scheve ogen staart het mij aan, door de spijlen van de trap. Een schuw wezen dat honger heeft, en als ik passeer, trekt het een duister gezicht. Ik vraag zijn naam, krijg enkel de mijne. Snel sluit ik More...
LL48: Miriam Van hee – boottocht
wat ook het doel van de reis wel mag wezen, zeker is dat wij de duistere helft tegemoet gaan, eilanden scheren voorbij zon is nog waar wij haar zien, op andere schepen, op zichtbare afstand, op de golven More...
LL47: Sandrine Verstraete – WETENSCHAP IS VROUWELIJK
misschien was het voldoende geweest een vuist in een mond te steken die holte er helemaal rond te laten zuigen een blauwe tatoeagehandschoen als herinnering en dan de dagen die nog restten proberen te ontcijferen wat More...
LL 46: Astrid Lampe
wij bewonen schamele vormen wij articuleren in stoten alleen in poëzie apen wij vogels na in het nevelwoud vallen wij vreemd op en willen alles wat we niet zien (maar des te sterker vermoeden) aanwijzen wat More...
LL45: Micha Hamel – Klei
Klei. Een mêlee van kleurige hompen. Geconcentreerd draait hij ballen totdat er van wat restjes blauw en groen juist ja en in de vensterbank ligt de bicolor bal uit te harden tot de schoolbel gaat. More...
LL44: Erik Spinoy – Vier jaar later duik ik uit de golven op
Vier jaar later duik ik uit de golven op: koud, echt berenkoud, het vriest voor onbepaalde tijd. Vier jaar later wou ik graag een zeemleergladde zeehond zijn. Zeezout in mijn snor, een sterke staart stuwt More...
LL43: Robert Anker – BACON GERICHT
BACON GERICHT Ik dus lachen als die paus Maar dan in een rolstoel Zelf geen paus natuurlijk Ook geen rolstoel, lachen man Met eigenwaan behangen Op een kakstoel neergezet Ik lach me liever dood Dan mij te More...
LL42: Han van der Vegt – De pijnmachine
De pijnmachine Voor Jan Frans van Dijkhuizen De pijnmachine is feitelijk geen machine om pijn toe te brengen. Hoewel de gebruikers zich regelmatig en soms noodlottig verwonden, beweren de makers dat hij juist bedoeld More...
LL39: Pieter Boskma – VRUCHTBAAR EN FATAAL (fragment)
De westenwind trok aan en joeg de tobberij uit mij vandaan. Zou ik dan toch nog triomferen? Zal bij ieder woord hier opgetekend steeds wat meer zonlicht doorbreken, staat aan het einde van dit vers: More...
LL38: Ingmar Heytze – KERMIS DREUNT DOOR OHROPAX
KERMIS DREUNT DOOR OHROPAX Aan het einde van de straat staat jaar na jaar het verplaatsbaar heelal van moeren en bouten waar licht volgt op geluid. Alles heeft een prijs: een schot, een slag, de zwaartekracht. Het More...
LL37: Leo Vroman – Meisje met kruik
MEISJE MET KRUIK Wie toch in Egypte maakte dat lieve kleine houten minstens aandoenlijk blote bijna zwetend naakte meisje met die te grote kruik en dat onschuldig stoute zwarte driehoekje getekend op More...
LL36: Jane Leusink – Je bent nog volop vreemdeling
Je bent nog volop vreemdeling Je bent nog volop vreemdeling, ongestempeld zwemdiertje dat zich waant wie weet hier daar waar ook, de Lofoten, Longfellow of een mistig huis in de bergen. Wij dekken More...
LL35: Willem Thies – Op pad
Op pad Het maakt mij niet uit dat je slecht slaapt de laatste tijd, je hebt iets goed te maken. In deze supermarkt verstaat niemand ons, maar de koopwaar spreekt voor zich. Een brood is een brood. We lopen langs More...