LL135: Anouk Smies – De soevereine ruimte
Er bestaat een ruimte waar soevereinen gaten trappen
in minimale architectuur
Soevereinen slaan geen schedels stuk om een mening
In hun geairbrushte blik ervaar je niks van het clair-obscur
De vrije mens ziet de vrijheid niet als kick
De vrije mens heeft handen waar vrijheid doorheen valt
De vrije mens staart door de vrije mens heen omdat een gezicht
geen piketpaaltje van huid is
De vrije mens steekt een vinger in de geoffreerde bloedstroom en ruikt
deze vrijheid ben ik
Anouk Smies publiceerde eerder bundels over roofdieren, AI, Alzheimer, klokkenluiders en oorlogsveteranen. Ze werd genomineerd voor de J.C. Bloem-Poëzieprijs en stond op de Longlist voor de Grote Poëzieprijs 2024.
Ze maakt deel uit van de Rotterdamse afdeling van de Stichting de Eenzame Uitvaart.
Bovenstaand gedicht komt in haar zesde dichtbundel, De Blob, die in mei verschijnt.