Slaapkindjesslaap
Slaapliedjes waarvan je wakker blijft, is er iets mooiers? Als ik tegenwoordig wil gaan slapen, hoef ik maar een willekeurig boek te pakken en na een bladzijde of wat vallen mijn ogen zachtkens toe. Dat lukt overigens alleen bij willekeurige boeken, want onwillekeurige boeken, zoals Duivels of Booze Geesten of Demonen of hoe je het ook wil noemen dat ik laatst voor de zevende of achtste keer herlas (conservatieve schatting), daar bleef ik wel wakker bij.
Voor Bij mij op de maan vertaalde ik een aantal bajoe-bajoesjki’s, traditionele klassieke Russische slaapliedjes, allemaal met hetzelfde wiegende ritme, tá-ta tá-ta tá-ta ta, en dan de tweede regel een octaaf lager maar langzaam hoger wordend, tá-ta tá-ta tá-ta ta en dan volgen herhalingen en soms afwisselingen, langere of kortere regels op hetzelfde ritme en dat zolang als je maar wil, zolang als je het volhoudt, zolang de spruit nog niet slaapt.
Het Nederlandse ritme is anders en gaat langs de lijnen van het bekende Slaap kindje slaap, daar buiten loopt een schaap, dat ook met een andere tekst direct als slaapliedje te herkennen is. Het zit diep, heel diep in de hersenmassa ingebakken.
Maar als je de Russische bajoe-bajoesjki’s eenmaal gehoord hebt, krijg je ze ook niet meer uit je hoofd, en eerlijk gezegd komen ze mij wiegender en bakerender over dan de Nederlandse slaapkindjesslaap en sujasujadeja’s.
Vandaar dit slaapliedje – er gebeuren best spannende dingen in (zoals de bajoe-bajoeski’s ook wemelen van de kinderetende wolven), en ik dacht de rolverdeling voor de verandering eens om te draaien, ook omdat in het echte leven de zingende meestal eerder in slaap dreigt te vallen dan de toegezongene.
Moeders slaapliedje
Het is tijd om te gaan slapen
Kijk eens hoe je speeltjes gapen
Van dat spelen zijn ze moe
Kindje doe je oogjes toeStil nu, kindje, stop met praten
Hou je moeder in de gaten
Kijk haar langzaam slapen gaan
Door de wolken schijnt de maanOp de geiten, op de schapen
Kijk je mama toch eens gapen
O wat is je mama moe
Kijk ze doet haar ogen toeKom dan stil je bed uit kruipen
Ga dan stilletjes naar buiten
Ga naar buiten in de nacht
Waar de weerwolf op je wachtWeerwolf met zijn scherpe tanden
Neemt je mee naar verre landen
Over bergen, over zee
Op zijn rug neemt hij je meeNeemt je mee over de wolken
Neemt je mee naar verre volken
Naar het land van Grote Pier
Waar je praat met ieder dierEn je vecht er tegen schurken
En je moedertje maar snurken
Zij wordt wakker in de nacht
En dan slaap jij, slaap jij zacht
_____
De illustraties van N. Popov zijn afkomstig uit Трынцы, Брынцы, Бубенцы (Tryntsy-bryntsy, boebyntsy), dat is Blikke blakke belletjes, Russische volksgrapjes, -spreuken, -bezweringen, -aftelversjes, -plaagrijmpjes en -slaapliedjes, redactie G. Naoemenko, Moskou, Detskaja Literatoera, 1984.