Gepubliceerd op: vrijdag 22 december 2023

Wat steekt daar door de deken heen?

 

Jij met mij, Robbert-Jan Henkes (tekst) en Marga van den Heuvel (tekeningen), Querido 2017

Jij met mij, Robbert-Jan Henkes (tekst) en Marga van den Heuvel (tekeningen), Querido 2017

 

Een onschuldig kietelspelletje voor de allerkleinsten. Voor het broodnodige intermenselijke fysieke contact tussen ukkepuk en grotemens. Ook als je wat ouder wordt is het trouwens nog belangrijk, in je opgeroeiende jeugd. Kietelen! De kieteldood! Wie kent hem niet? Dat was leuk als je vocht met je broertjes of zusjes, dan ging je eerst spierballetje rollen en daarna gaf je de kieteldood. Of je lag onderop en was het slachtoffer, dat was ook leuk.
Er moet meer aangeraakt worden, is mijn mening. En niet minder, waar de tendens dezer donkere tijd wel toe is. In elk geval meer gekieteld.

Iedere taal heeft zulke leuke kietelspelletjes. In het Nederlands is er ‘Komt een muisje aangekropen’ – en is ‘Hansje Pansje Kevertje’ er ook niet een? Het Russisch heeft een bok met horentjes:

Daar komt de bok met hoorntjes aan,
Hij wil jou prik-prik-prikken gaan:
Prik-prik met de hoorntjes,
Knip-knip met de oogjes.
Wie eet daar zijn pap niet?
Wie drinkt daar zijn melk niet?
Dan gaat het van prikke-prikke-prik!
(Uit Bij mij op de maan.)

Je kan ze zo gek maken als je wil. De kinderen bedoel ik. Ze geloven álles. Dat is toch heel anders dan volwassenen. Die geloven niks. (Geloven ze.)
Het Nederlands kietelt bij mij met een teen en daarna het been, met een hand en daarna de arm; en met de snoet en daarna met de uitsteeksels en aanhangsels daarvan.
Het Engels doet hetzelfde, maar is veel langer. Dat is enerzijds puur enthousiasme natuurlijk, maar anderzijds ook een kwestie van niet kunnen kiezen en niet kunnen wieden. En maar laten staan als het leuk klinkt. Helaas is leuk klinken niet altijd genoeg.
Langer, oké. Als het maar niet flauwer, stommer, slapper, vlakker wordt. En wordt het dat? Misschien niet, maar het Engelse spelletje in dichtvorm is natuurlijk ook niet meer iets dat in één oogopslag te volgen is als een eenvoudig kietelspelletje, wat de bedoeling was. Het gaat nu veel meer over woorden dan over het heilzame babymartelen.
Dus, vergeet die grijze hieronder afgebeelde versie. Ik keel mijn schatjes opdat het kietelen harder aankomt.

What’s this here? (Tickle Game)

What’s this here peeping, creeping,
Deep from underneath the sheets?
Is it the Hobbledy-Gobbledy-Up-and-Go?
No! It’s a toe! A toe! O dear, o dear!
And, o! – more toes appear!
And there’s a foot! A foot!
And, o! – a leg to boot!

And what’s this waving thing up there,
That lingers and malingers?
A finger? No, two fingers!
No, one-two-three-four-five of them!
And, o! – I see a hand! A hand goes peek-a-boo!
And an entire arm too!

And what’s this here, noodeling and doodeling
And doddering in bed?
Is it a head? Yes, it’s a head!
An eye, an ear, o dear, o dear,
A nose, a mouth, a head all round,
And o! – you hear it? – it makes sound!
A sound? It‘s like a riot!
Birbli-babli-brobli-wobli, bobble-booble-boo,
Blubberdi-bubbledi, brintsi-wintsi-woo –

And then a voice comes booming from downstairs:
– Can it finally be QUIET!

Vierentwintig regels, waarmee ik er vier uitloop op het Nederlands maar zes win ten opzichte van de eerdere Engelse versie.

 

watsteekt_whatsthat_NL&E

Over de auteur

Robbert-Jan Henkes