Gepubliceerd op: vrijdag 8 december 2023

Waar wacht je op?

 

Jij met mij, Robbert-Jan Henkes (tekst) en Marga van den Heuvel (tekeningen), Querido 2017

Jij met mij, Robbert-Jan Henkes (tekst) en Marga van den Heuvel (tekeningen), Querido 2017

 

Weer iets wat niet kan. Daar blijkt mijn voorkeur toch naar uit te gaan. Logische kortsluitingen. Irish bull. En andere flauwekul.
Als al het water hangt te drogen Aan de wimpers van mijn ogen. Water dat te drogen hangt… Dat kán toch niet?! Miauwende ezels, bloeiende schoorstenen, een koets met ronde hoeken… Kijk maar, er staat toch echt wat er staat. Dat is toch een van de dingen die de taal op de werkelijkheid voor heeft. Dat het ook onmogelijk kan zijn.

Het oeridee was een raaskallend antwoordende orakelprofeet: je vraagt hem een concrete, makkelijk, kort en bondig te beantwoorden vraag en hij begint een eind in het wilde weg te ouwehoeren op oudtestamentisch onheil afroepende toon. Een beetje zoals de twee wijze mannen dat in James Stephens The Crock of Gold doen.
De vraag zou dan zijn een vraag naar het wanneer ergens van (waarvan? Joost mag het weten.) en het antwoord allerlei omschrijvingen voor Sint Juttemis. Er zijn genoeg uitdrukkingen voor ‘nooit van z’n lang zal z’n levensdagen niet’. Behalve Sint-Juttemis ook Pruimpasen, als Pasen en Pinksteren op één dag vallen, als de katten ganzeneier leggen, als de kalveren op het ijs dansen, als de kiekens tanden krijgen, als de Paus een geus wordt, in het jaar één als de uilen preken. Of in het Vlaams: als de maan drie toten heeft. (Toot is toet, aangezicht.) Maar voor alle uitdrukkingen geldt: je kan ook nieuwe bedenken. En dat probeerde ik in dit gedicht.

De laatste regels zijn een soort van slotconclusie die in het Engels iets explicieter is, met de teardrops in plaats van het water. Ik had het water ook gewoon met water kunnen vertalen: waarom deed ik dat dan niet? Dat hoort toch niet, dat expliciterende? Dat is toch not done?
Hier wreekte zich de woordkeus van het Nederlands: waar daar water staat, had ik graag tranen willen hebben, maar dan kwam ik in de regel met een meervoudsvorm van het werkwoord te zitten en dat paste niet, dan liep het niet meer. Dus feitelijk heb ik de oorspronkelijke intentie van de auteur hersteld in de vertaling. Of het een verbetering is weet ik niet.

Eigen dingen vertalen – blijkt maar weer eens – heeft veel raakvlakken met andermans dingen vertalen, maar er zijn ook verschillen. Het grootste verschil dat de zelfvertaler niet zijn eigen gedicht vertaalt maar het gedicht zoals hij vond dat het had moeten worden, het gedicht in zijn hoofd en niet het gedicht op papier – getuige ook de water vs tranen-kwestie hierboven.
In dat opzicht is een zelfvertaling een soort tweede kans voor het gedicht. Een verbeterde versie. Hoe dan ook wordt het onder de eigen zelfvertalende handen iets anders. Gelukkig maar!

 

waarwacht_howlong_NL&E

Over de auteur

Robbert-Jan Henkes