Zwerf, zwerver, zwerfst
Op ‘herfst’ rijmt niets, heet het.
A damn’d lie.
Ik wou dat ik twee hondjes was uit 2018, samengesteld door Vic van de Reijt, heeft in het hoofdstuk ‘Knutselarij’ een onderafdeling ‘Rijmen op herfst’ die is gevuld met zeven – veelal korte – versjes. Met allemaal rijmen op ‘herfst’. Daar had dit herfstgedicht makkelijk nog bijgekund. Maar misschien was het daarvoor niet nonsensicaal genoeg. Of erger nog, niet genoeg geknutsel. Of gewoon over het hoofd gezien kan natuurlijk ook. (Twee andere gedichten van mij staan er wel in, beide uit Wit als een wat.)
Het is (heb ik niet zelden de indruk) de uitdaging voor plezierdichters om allereerst de lezer het plezier te ontnemen. Want echt vrolijk of geraakt word je van al die zich als nonsens afficherende dodelijke ernst en vermoeiende virtuositeit niet.
Van mijn ‘zwerf, zwerver, zwerfst’ diende toch een zekere ontroering uit te gaan, of althans die te bewerkstelligen. Over het seizoen van de vallende bladeren waar je zo, waar je zo, waar je zo’n koppijn van krijgt als er met de bladeren hele takken meekomen op je hoofd.
De zwerver zwerft door het bos en spoort de herfst aan: ‘Verf, verver, verfst.’ En de verliefde liefde komt zelfs kijken, die zich uitdrukt in het ‘kerf, kerver, kerfst’ je naam al in de stam. Zeer melancholiek.
Het moest de herfst blijven, dus ik gooide het idee dat het Engels eveneens van een onberijmbaar woord moest uitgaan de doorluchtende openstaande ramen uit. Belangrijkst was dat het een weemoedig najaarsgedicht bleef. Het seizoen moest behouden blijven: kijk maar naar de illustratie.
Het onberijmbare kon ik wel enigszins behouden misschien door niet-bestaande maar zeer bestaanbare woorden en woordcombinaties te verzinnen. En door het aantal rijmuitgangen per strofe, net als in het Nederlands, tot een bijna absoluut minimum te beperken (twee).
Alleen moest het wel mooi en ontroerend blijven. En niet het idee geven van grappige nonsens, van loutere woordspeligheid en van die verschrikkelijke aandoening die ‘spelen met taal’ wordt genoemd. Alles liever dan dat! Ik speel niet, meneer-mevrouw! Ik speel niet met taal, de taal speelt met mij. Als een kat met een muis.
Vandaar de Song for Autumn dus. Dat zich bijna vanzelf schreef toen ik de eerste woorden had: Catch ’em! Caught ’em! Fight ’em! Fought ’em! – om te rijmen op autumn.
De vertaling komt met de uitroeptekens toch iets strijdbaarder en levendiger over dan de moedeloze Nederlandse versie, wat inhield dat ik aan twee strofen wel genoeg had, anders raak je buiten adem.