Gepubliceerd op: zondag 26 november 2023

Delphine Lecompte – Eenzaam met notenkrakers en doodshoofdringen

 

Eenzaam staar ik naar doodshoofdringen in een stoere juwelenwinkel
Ik ben niet stoer
Schichtige marmotten zijn stoerder dan ik
Ik koop een doodshoofdring voor de voormalige vrachtwagenchauffeur
Die zijn ex-geliefde probeert terug te winnen, of beeld ik me dat in?
Ze heet Veronique, ze weet meer over Apocalypse Now dan ik
Nu loop ik hikkend op de dijk
Een struise Turkse puberjongen mismeestert een xylofoon
Ik geef hem de rest van mijn geld, ik hik niet meer
De mystieke chrysantenkweker zit op het strand met een ijsje
Naast hem zit een vrouw met een strooien hoed
Ze spreekt geestdriftig over het woord ‘landkaarttong’
Ik streel de zware doodshoofdring in mijn broekzak
De gladde schedel van een in ongenade gevallen poolreiziger misschien
Na zijn succesvolle expeditie gaf hij lezingen in kruisbooggilden
En op middelbare scholen, een nimfje trok zijn aandacht
Ze was dertien en zorgde ervoor dat haar brede paarse behabanden goed zichtbaar waren
Maar nog erger was de blote navel met de fonkelende blauwe steen
De poolreiziger sprak af met het nimfje
Ze ontmoetten elkaar naast een alpacaweide
De poolreiziger zei: ‘Ik verzamel notenkrakers uit Düsseldorf.’
Het nimfje zei minachtend: ‘Stom. Vertel me liever over de sneeuw, de sledehonden,
De ontberingen, de visioenen, de vrieskoupsychosen en het gevaar.’
‘Er was geen gevaar, de expeditie werd extreem zorgvuldig voorbereid.’
Het nimfje zei smalend: ‘Saai. Je bent saaier dan een alpacaweide.
Penetreer me nu maar.’

Ik trek mijn schoenen uit en loop het strand op
Het zand is zacht, zuigend, hypnotiserend en verraderlijk
Ik vind een pluchen lieveheersbeestje in een put
Er zit een rits op de rug, je kan het lieveheersbeestje openritsen
En opvullen met muntstukken of met schelpen
Ik vul het lieveheersbeestje op met gebroken schelpen
Een melancholische baggeraar vraagt me of er vuurwerk
Op het programma staat vanavond
Vanavond op de dijk
Ik zeg: ‘Ja, maar eerst is er een avondmarkt met poncho’s,
Scarabeeën, oude filmtijdschriften, sepiafoto’s van krokodillen en panfluitspelers.’
‘Gelukkig maar!’ zegt de melancholische baggeraar schor en hees
Ik vraag hem of hij me wil vingeren in een duinpan
‘Oké,’ zegt hij schouderophalend.

De melancholische baggeraar vingert me in een diepe koesterende duinpan
Het is zo stil hier
Enkel de xylofoon van de struise Turkse puberjongen is nog hoorbaar in de verte
Ik kom schokkend klaar en de doodshoofdring valt uit mijn broekzak
Ik heb niets in de gaten
Om de melancholische baggeraar te bedanken voor het weldadige orgasme
Geef ik hem het pluchen lieveheersbeestje
Ik zeg: ‘Voor je dochter die haar vader op handen draagt.’
De melancholische baggeraar zegt: ‘Mijn dochter is zeventien
En ze verfoeit mij.’
‘Waarom?’
‘Omdat ze erachter is gekomen dat ik op haar leeftijd een oude vrouw heb vermoord.’
Ik zeg sussend: ‘Iedereen maakt fouten.’
De melancholische baggeraar loopt weg met het pluchen lieveheersbeestje
Hij gooit het in de zee en pleegt dan harakiri met een versplinterde surfplank.

Ik val in slaap in de duinpan
Ik droom dat ik een Roemeense gynaecoloog ben
Ik woon een symposium over zeldzame eierstokaandoeningen bij in Tokyo
Plots val ik de andere gynaecologen aan met de siervruchten
Die op de lange ovalen tafel liggen, bijna alle siervruchten zijn appels
Ik ben dronken, ik ben een man
Een vrouwelijke gynaecoloog uit Letland begeleidt me naar mijn hotelkamer
In de lift probeer ik haar te kussen
Ze geeft me een doffe oorveeg
In mijn hotelkamer hangt een reproductie van Egon Schiele, een zelfportret
Ik bestel een kreeft en terwijl ik wacht op de kreeft masturbeer ik
Tijdens het masturberen word ik een vrouw, een vrouwelijke gynaecoloog
Mijn nationaliteit blijft gelukkig Roemeens
Ik masturbeer met een pen van het hotel, en daarna met een pen van mezelf
De kreeft arriveert, ik gooi de kreeft naar het zelfportret van Egon Schiele
Tot slot bestel ik een slome gigolo om mijn labia te vertroetelen
Hij bakt er niets van, hij is sloom en hij stelt te veel vragen:
‘Heb je soms tongkanker?’
‘Was je vader een sadist, een rattenvanger, een koorddanser, een glasblazer,
Een touwslager, een coniferenscheerder, een steltloper of slechts een pelgrim?’
‘Vind je pyromanie amoreel?’
‘Hou je van kubuskwallen?’
‘Ben je al vaak aan de dood in een duikboot ontsnapt?’
‘Ken je meer dan elf kindermoordenaars?’
‘Mag ik je anaal penetreren met een gemummificeerde kogelvis?’

Ik word wakker en ik weet meteen dat ik de doodshoofdring kwijt ben
Ik graai in het zand, maar ik vind enkel stront en schildpadvormpjes
Met lege handen ren ik naar de beschimmelde huurwoning
Van de voormalige vrachtwagenchauffeur, hij staat te roken
Op zijn drempel, er ligt een gesluikstorte citruspers in de greppel
Ik zwijg over de doodshoofdring
Ik vraag aan de voormalige vrachtwagenchauffeur:
‘Heb je nog vaak contact met de in ongenade gevallen poolreiziger
Die notenkrakers uit Düsseldorf verzamelt?’
‘Af en toe, maar hij verzamelt godzijdank geen notenkrakers meer.’

We gaan naar binnen
Op de kleine ronde tafel in de woonkamer ligt een dure mannensjaal
Een geschenk van Veronique
Ik bepotel de sjaal met mijn vieze zondige vingers
De voormalige vrachtwagenchauffeur vraagt: ‘Heb je zin
In een kommetje couscous?’
‘Nee.’
Ook de couscous is een toets van Veronique
De voormalige vrachtwagenchauffeur is veel te boers, kwaad, bekrompen, katholiek
En West-Vlaams voor couscous, vervloekte exotische couscous
Ik snik
‘Waarom huil je?’ vraagt de voormalige vrachtwagenchauffeur onverwacht teder
‘Omdat Veronique betoverend is.’

De voormalige vrachtwagenchauffeur zucht
Hij neemt me mee naar de slaapkamer
Hij trekt mijn jeansbroek en mijn slipje uit
Hij likt mijn vagina
Ik kom klaar en roep: ‘WEG MET SIERVRUCHTEN
WEG MET ALPACA’S WEG MET LIEVEHEERSBEESTJES
WEG MET NOTENKRAKERS WEG MET DOODSHOOFDRINGEN
WEG MET MELANCHOLISCHE BAGGERAARS EN WEG MET DURE MANNENSJAALS!!
MAAR LEVE EGON SCHIELE LEVE GEMUMMIFICEERDE KOGELVISSEN
LEVE XYLOFOONS BESPEELD DOOR STRUISE TURKSE PUBERJONGENS
LEVE DUINPANNEN LEVE GEBROKEN SCHELPEN
LEVE PONCHO’S LEVE VUURWERK EN LEVE ROEMEENSE GYNAECOLOGEN!!!’

‘En ik? Weg met mij? Of leve de voormalige vrachtwagenchauffeur?’
Vraagt de voormalige vrachtwagenchauffeur kinderlijk onzeker
Ik zeg: ‘Jij moet Veronique wurgen en zo vlug mogelijk met mij trouwen.
Dan is het voor eeuwig en altijd leve de voormalige vrachtwagenchauffeur!’
‘Ja.’
‘Ja?’
‘Ja!’
Plots ziet de toekomst er toch weer rooskleurig uit voor mij
Ik kus het schouderblad van de voormalige vrachtwagenchauffeur
En daarna geef ik plagerige likjes aan zijn gloeiende vlammende penisschacht
Hij komt bliksemsnel klaar
We vallen in slaap naast elkaar.

De voormalige vrachtwagenchauffeur droomt dat hij per ongeluk
Zijn beste vriend Kiwi omver rijdt met een vrachtwagen vol kalkoenen
Ik droom dat ik in het huwelijksbootje stap met de voormalige vrachtwagenchauffeur
Ik ben zichtbaar zwanger
Een Moldavische kermiswaarzegster met een indrukwekkende bochel
En een cluster frambozenrode nekwratten voorspelt
Dat mijn kind nog vóór zijn vierde levensjaar zal doodgebeten worden
Door een ordinaire circusbeer.

Over de auteur

Delphine Lecompte