Gepubliceerd op: zondag 8 oktober 2023

Delphine Lecompte – De donkerte omarmen, maar eerst de dieren bewonderen

 

Ik bewonder de dieren: de blazende ganzen, de dromerige konijnen,
De afwezige fazanten, de plagerige geiten,
De verschrikte kwartels, de onuitstaanbare veulens,
De overroepen alpaca’s en het terecht aanbeden hangbuikvarken
Er staat een Armeense landmeter naast me
Hij zegt: ‘In mijn vaderland is men wettelijk verplicht
Om altijd een kam, een spons, een suikerklontje
En een foto van een lynx op zak te hebben.’
Ik toon de Armeense landmeter de inhoud van mijn kinderachtige rugzak:
Een kam, een spons, een suikerklontje
En een foto van mijn moeder op een kameel
Toen ik nog niet geboren was.

Ik zeg: ‘Een kam voor de vele ijdele scheepsherstellers
Die me aanklampen in parapluwinkels en bloedtransfusiecentra
En vragen of hun haar goed zit,
Hun haar zit nooit goed
Dus gebruiken ze mijn kam
Mijn kam is magisch
Een spons voor de vele versleten truckchauffeurs
Wier tronie angst en dehydratie uitwasemt
Ik streel hun tronie met de spons
Nee, het is eerder een deppende beweging
Een zachte haast wellustige frictie
Mijn spons is magisch
Een suikerklontje voor de giraf
De beroemde giraf uit het kindergedicht van Annie M.G. Schmidt
Ik kom de giraf nooit tegen
Ik ben te oud en te nukkig om een giraf tegen te komen
En rode laarsjes te krijgen voor de regen.

Mag ik mijn suikerklontje aan jou geven?’
De Armeense landmeter zegt: ‘Ja.’
Hij zuigt op het klontje, hij valt in duigen
Hij wordt een tragische reus
Hij peuzelt het hangbuikvarken op
En daarna verslindt hij mij
Nu zit ik in de buik van de reus
Met als enige gezelschap het terecht aanbeden hangbuikvarken
Maar ik heb ook nog de foto van mijn moeder op een kameel
Ze kijkt vol afschuw naar de geklitte vacht van de kameel
Ik toon de foto aan het hangbuikvarken
Ik zeg: ‘Hier zie je mijn moeder als kind
Ze zit op een kameel, ik was nog niet geboren.’
Het varken vraagt: ‘Hoeveel weegt je moeder?’
Ik zeg: ‘Dat weet ik niet.’

Het varken zegt: ‘Mijn moeder werd ondersteboven
Opgehangen en daarna opengereten, de slachter was emotieloos
Tenzij sadistisch grijnzen, proesten, lispelen en gniffelen emoties zijn
De slachter heette Klaas, ik wil dat je hem vermoordt.’
Ik zeg lijzig: ‘Oké. Maar eerst moeten we uit onze benarde situatie geraken.’
We geraken niet uit onze benarde situatie
We halen herinneringen op aan Michigan
We zijn er nooit geweest
We spreken kwaad over onze imkers, pooiers en vaders
Ze hebben zoveel gemeen: bitterheid, afgunst,
Een broodbakmachine en een ukelele
Het varken begint te knikkebollen
Ik zeg: ‘Slaap maar, ik zal waken over je ruwe roze skin
Skin, ha ha ha. Zei ik skin?
Ik bedoel natuurlijk huid.’

Het varken valt in slaap
Ik zing een wiegeliedje: ‘Slaap varkentje slaap
Daar buiten loopt de haat
De haat op witte voeten
Die drinkt zijn melk zo zoetjes.’
Het varken slaapt
Het varken droomt over Klaas, de beul van zijn moeder
Ik ken Klaas
Toen ik acht was was ik eens plakjes salami aan het eten
Aan de achterkant van het zwembad van Veurne
En toen griste Klaas het laatste plakje uit mijn knuist,
Wierp het op de grond en piste erop
Sindsdien eet ik geen vlees meer
Een paar minuten later betrad ik het zwembad
Zotte tante Katrien wachtte me op bij de kapstokken.

We deelden een hokje
Ik staarde verlangend naar haar bos schaamhaar
Ik wees ernaar en zei: ‘Precies een tarantula zonder slechte bedoelingen.’
Zotte tante Katrien zei: ‘Spinnen hebben nooit slechte bedoelingen.’
Haar badpak was zwart, het mijne was lichtblauw
Zotte tante Katrien dook het water in
Ze zwom beter dan mijn moeder
Omdat ze minder boeken las dan mijn moeder?
Het varken schiet wakker
Hij zegt: ‘Ik droomde over dynamietstaven
En springkastelen, wat heeft het te betekenen?’
Ik zeg: ‘Ik weet het niet, je mag niet verwachten dat ik alles weet.’
We halen opnieuw herinneringen op aan Michigan
Michigan is een mistroostige doodenge christelijke staat
We zouden beter herinneringen ophalen aan Malta.

Ik zeg tegen het varken: ‘Malta is potsierlijk en onbewoonbaar
Zogezegd een eiland, maar je moet niet alles geloven
Zogenaamd religieus, maar je moet niet alle riten zalig vinden
Tijdens de Goede Week worden er in Malta kinderoffers gebracht
Wacht, dat is niet alles: op Witte Donderdag worden er ook nog
Vijf gekleurde steltlopers en drie transseksuele coniferenscheerders opgehangen
En op Stille Zaterdag mag een uitverkoren puriteinse mandenweefster
Zeven overspelige buiksprekers stenigen
En hun charmante roekeloze vuilbekkende poppen verbranden.’
Het varken huivert
Plots beginnen de wanden van de reus te schudden
De reus kucht, niest, snuift, hoest, kokhalst en braakt ten slotte
Ik klamp me vast aan de oren van het varken
We worden uitgestoten
We vliegen over mijn geboortestad
En komen uiteindelijk terecht op het dak van een koesterende honingfabriek.

Ik zeg: ‘Oef.’
Het varken zegt: ‘We hebben het gehaald, nu moet je Klaas vermoorden.’
‘Zeker. Maar laat me eerst even bijkomen en een dutje doen.’
‘Oké.’
Het varken zingt een wiegeliedje:
‘Slaap dichtertje slaap
Daar buiten loopt geblaat
Geblaat om zwarte snoeten
Die weigeren om zich te voegen
Naar de Westerse normen en waarden.’
Ik duw het racistische varken over de rand
Van de koesterende honingfabriek
Het varken landt kwelend en spetterend op de motorkap van een mosterdkleurige jeep
Het spijt me
We waren beter eeuwig in de tragische reus blijven wonen.

Ik kijk nog een laatste keer naar de foto van mijn moeder op een kameel
Mijn moeder was een slim blond kind, listig en onweerstaanbaar
Toen ze zeven was probeerde een pedofiele fazantenstroper
Haar te verkrachten naast een moeras
Maar hij was niet opgewassen tegen mijn moeder
Enkel kamelen en schoorsteenvegers kunnen mijn moeder de baas
En van de schoorsteenvegers ben ik niet zeker
Ik versnipper de foto
Mijn moeder is nu oud
Gisteren was ze jarig
Ik gaf haar paarse bloemen en de donkerte
Ze negeerde de donkerte
Ze zei: ‘Bedankt voor de bloemen, ik blijf bij ze
Tot ze verwelken
Daarna moet ik ze afgeven aan de vuilnisophaler met de hazenlip
Hij heeft een boontje voor mij.’
Ik ook, mama.

Over de auteur

Delphine Lecompte