Asymptotiek van de poëzie
1.
Dichter en componist Emily Kocken probeert in haar bundel Le Livre grip te krijgen op Le Livre, het Boek van Stéphane Mallarmé, dat op haar een vreemde aantrekkingskracht uitoefent. Door Mallarmé misschien ooit als boek bedoeld, is het feitelijk gebleven bij een flinke verzameling vergeelde vellen met poëzie in wording, diagrammen en sommen. Een geheel dat soms of misschien op poëzie lijkt.
Mallarmé: alles verbranden na mijn dood!
De bundel Le Livre van Kocken bestaat uit vier delen. In het eerste deel GESPREK spreekt zij erover met Bertrand Marchal, de auteur van Notes en vue du «Le Livre». Zoekende vragen die telkens neerkomen op Hoe te koe? Hoe kan het dat het boek er is maar niet bestaat? Dat het geen eind en geen begin heeft. Is het geheel een contradictie, een instrument, een code, een partituur? Enzovoort. Zoekende antwoorden.
In REISDAGBOEK, het tweede deel, stapt zij uit dit frame van het algemeen bekende, en gaat ze met betrekking tot Le Livre op zoek naar haar eigen stem. Hoe deze Mallarmé zelf te lezen? En niet onbelangrijk, hoe breng je Het Boek tot leven?
In het derde deel ALLES gaat Kocken aan het werk met deze laatste vraag. Zij beschrijft mogelijke ingangen of manieren om in het Boek te komen. Vindt ze regels die betrekking hebben op muziek, gaat zij ermee aan de slag als dichter en componist. Het resultaat werd uitgevoerd bij de voorjaarsexpositie Le Livre van Stéphane Mallarmé in het Alphabetum van West Den Haag (een interessant podium voor wie geïnteresseerd is in de randgebieden van de taal).
Het vierde deel DIALOOG lees ik als een check counter check. Hierin deelt ze haar onzekerheden met Kees ’t Hart. Je weet wat de getallen betekenen, toch? Interpreteren mag toch wel? Klopt het dat je met Le Livre zelf aan de slag moet?
De expositie met de titel het Boek van Stéphane Mallarmé in het Alphabetum maakt de bezoeker duidelijk dat bij Le Livre sprake is van een ruimtelijke organisatie van poëzie-achtig materiaal in wording. Als bezoeker begin je, net als iedereen, denk ik, vanzelf dezelfde vragen te bedenken als Kocken in haar Le Livre.
2.
Een van de meest intrigerende opmerking van Marchal in Le Livre is dat het Boek van Mallarmé de ideale limiet is van literatuur als een oneindige methode. Met dit in het achterhoofd zie ik voor me hoe Mallarmé werkt aan zijn Boek (schrijven, ideeën noteren, en alles wat zich aandient in taal en/of in
(on)begrijpelijke creaties), hoe hij zijn pen beweegt over een asymptotische lijn gericht naar zijn ideale limiet. Alleen zo biedt het onverbrande resultaat een rijke voedingsbodem voor atypische poëzie. Materiaal om verder richting ‘af’ te gaan. Een methode die de schrijver in de buurt brengt van de plek waar hij zijn eigen utopische vrijheid gewaar wordt; ik neig ernaar deze methode de asymptotiek van de poëzie te noemen.
3.
Le Livre moet m.i. fanatiek worden gelezen, worden uitgevoerd, er moet over worden nagedacht – het is een rijke bron van triggerpunten voor nieuwe projecten. Ik volg Mallarmé, Marchal en Kocken helemaal: Le Livre is een spiritueel instrument waar uiteindelijk alles van de wereld in terecht komt. Er blijft veel verborgen in deze constructie in ontwikkeling, in dit tekentafel object. Welnu, veel is minstens evenveel als er lezers, performers, en liturgisten zijn. Iedereen heeft de volledige vrijheid om Le Livre naar zijn hand te zetten. Misschien zijn er geleerde speculaties, maar lezer gebruik deze a.u.b. niet als strikte aanwijzingen of verplichtingen hoe om te gaan met Le Livre. Het Boek kent (of tolereert) geen omgangsvormen, geen gebaande paden – het is de bron voor ieders utopie.
4.
Le Livre versus het onvruchtbare gemillimeter met conventies. De hiërarchie van de woorden, de letters, de leestekens, de bladspiegel, betekenissen, stromingen, interpretaties, speculaties. Waarom toch dat ongemak bij het lezen van Le Livre? Omdat we proberen begrijpend te lezen, omdat we zelf aan de slag moeten om woorden te vinden voor wat we zien. Iedereen kan het getal 118 transformeren tot een leesbaar woord. Iedereen, ook zij die niets van natuurkunde weten maar wel een beetje kunnen lezen (noem het kinderen), lezen E= mc2 hardop als: ‘ee twee streepjes op elkaar em cee een twee in de lucht’. Iedereen die een grafiek ziet, kan met eigen woorden vertellen wat hij ziet of wat hij vindt dat hij ziet, ook zonder precies te kunnen zeggen wat hij ziet. Iedereen die het woord ‘lijn’ leest ziet
een streep. Iedereen een kromme lijn ziet, zegt dat hij een kromme lijn ziet. Iedere kijker kan dat gedicht hiernaast zo lezen. Ook zij die een cirkel zien en het een voetbal noemen. Iedere kijker in Le Livre ziet woorden, en kan deze lezen, kan de vormen omschrijven. Zo begrijp ik Mallarmé: iedere kijker vertelt zijn eigen versie van dit losse blad in Le Livre. Iedere kijker schrijft zo zijn eigen tekst. Alle verzamelde transcripties kunnen worden uitgewerkt tot een theaterproductie, een voorstelbare voorstelling. De ervaring van deze lezer/kijker met Le Livre is net als met het zeewater in de lente, ik moet er eerst doorheen om er dan van te kunnen genieten.
5.
Geen enkele poëzie laat zich begrijpen. Volgens Sybren Polet zijn gedichten gerekruteerde hulptroepen uit hemel en haven. En hij durft te beweren dat er ondertussen een gesteriliseerde god toeziet dat de geest van bladgroen zijn doel krijgt: psychoriel en teosoot. Volgens Faverey is ALGOL 60
You will not grasp the meaning, you will be in it (Allen Curnow)
Le Livre van Emily Kocken is voor 5 Euro verkrijgbaar via de website www.westdenhaag.nl. De getoonde facsimilé’s van Mallarmé blijven in een map toegankelijk in West Den Haag.