Gepubliceerd op: zondag 4 juni 2023

Delphine Lecompte – Vandaag ben ik een simpele vrouw

 

Vandaag drink ik limonade, bijna koud
Ik kijk naar primitieve bouwtechnieken op het televisiescherm
De voormalige vrachtwagenchauffeur zit naast me, zalig
Hij wil weten of de pit van een mango giftig is
‘Waarom wil je dat weten?’ vraag ik
‘Mijn zoon houdt van mango’s.’
De zoon van de voormalige vrachtwagenchauffeur is:
Aarzelend, geniepig, verrukkelijk, religieus, gokverslaafd,
Ontwapenend en problematisch
Een molensteen in het leven van zijn vader en het liefje van zijn vader: ik.

Ik kan niet lang veinzen dat ik een simpele vrouw ben
Die van lauwe limonade en primitieve bouwtechnieken houdt
‘Alpaca’s en stinkdieren, schiet me te hulp!’
Roep ik
Waarom?
‘Welke dieren moeten je te hulp schieten?’ vraagt de voormalige vrachtwagenchauffeur
‘Alpaca’s, stinkdieren, chowchows, papegaaien, otters en everzwijnen
Jij let nooit op, jij leeft in een alcoholistische droomwereld.’
‘Ik leef in een alcoholistische droomwereld,’ beaamt de vrachtwagenchauffeur
Ik hou van hem
Redenen?
Zijn penis, zijn zelfspot, zijn korzeligheid en de rekeningen die hij niet
Kan betalen en laat liggen tot hij een berg aanmaningen krijgt
En doorgeeft aan mij, ik hou van zijn aanmaningen.

De manier waarop hij rijstpap eet: aanbiddelijk
Onconventioneel?
Nee
De voormalige vrachtwagenchauffeur staat recht en kijkt
Uit het raam, hij beschrijft wat hij frappant vindt:
‘De rug van de ekster glanst, de ontslagen kraanmachinist raapt
Een kapotte passer op, de misantropische antipathieke Bernadette mist
Haar vader die haar zo liefdevol plaagde toen ze als kind
In de ban raakte van robotten, de louche televisiepriester maakt
Vijandig een marsepeinen vogelverschrikker soldaat
En de kannibalistische luchtballonvaarder probeert een splinter
Uit zijn handpalm te verwijderen, maar hij duwt de splinter alleen maar dieper.’
Ik zeg: ‘Roep hem binnen, ik zal hem helpen.’

De voormalige vrachtwagenchauffeur roept de kannibalistische luchtballonvaarder binnen
Ik verwijder de splinter uit zijn palm
De kannibalistische luchtballonvaarder zegt: ‘Als we ooit samen in een kuil belanden
Dan zal ik je toch oppeuzelen, ik wil trouw blijven aan mijn verdorvenheid.’
Ik zeg: ‘Dat is goed, maar je haalt twee heiligenlevens door elkaar:
Jeroen en Daniël.’
‘Wat ben je pedant!’ zeggen de kannibalistische luchtballonvaarder
En de voormalige vrachtwagenchauffeur in koor
Ik voel me gekwetst en tekortgedaan
Ik word gewelddadig: ik breek de neus van de luchtballonvaarder
Met een blikopener waar ik goede herinneringen aan heb:
Een tombolaprijs in het clublokaal van de hondenschool
Ik was onschuldig toen (april 2015)
Mijn bastaardhondje was zorgeloos en gin zei me niets
Tegenwoordig hebben de meeste conservenblikken flapjes
Waaraan je moet trekken en dan kan je het deksel moeiteloos afstropen.

De kannibalistische luchtballonvaarder schreeuwt: ‘Je bent een zottin!
Het zal je beste dag niet zijn wanneer we samen in die kuil belanden, trut!!’
Hij verlaat de beschimmelde huurwoning van de voormalige vrachtwagenchauffeur
Eindelijk rust
De voormalige vrachtwagenchauffeur vraagt: ‘Welke kuil bedoelde hij?’
‘Ik weet het niet.’
We bedrijven de liefde in de zwarte synthetische zetel
Maar ik kan me niet concentreren, ik word gekweld
Door een verkeerd geplaatste komma en een onnodige ezeldrijver
In het gedicht dat ik deze ochtend heb geschreven
Toch kom ik klaar, ik klink als een panische wasbeer.

Mijn eerste wasbeer was een zielig erbarmelijk exemplaar
Hij zat aan het raam van een Gentse herberg in de buurt van de Dulle Griet
De vaste stamgasten treiterden de wasbeer met brochettestokjes
Ik zag het gebeuren als kind en ik zei tegen mijn vader:
‘Doe iets, kom tussenbeide!’
Maar mijn vader zei gelaten: ‘Dronkaards hebben geen scrupules
Ze treiteren wasberen en als je tussenbeide komt word je doodgeslagen.’
Hij was zelf een dronkaard
Hij was godzijdank een dronkaard die geen wasberen treiterde
Ik zei tegen mijn vader: ‘Je bent een lafaard.’
Hij gaf me een oorvijg, maar dertig minuten later trakteerde hij mij
Op een stripalbum en lookbrood om het goed te maken.

Nu bezoeken de voormalige vrachtwagenchauffeur en ik
De engelachtige onuitstaanbare zoon in de ontwenningskliniek
De zoon zegt: ‘Straks ga ik roeien met Melissa
Ze is verwikkeld in een vechtscheiding met een racistische marinier
Ze hebben zeven kinderen en veertien jeeps
Melissa wil minstens twee kinderen en alle jeeps
Ik denk dat ik verliefd ben op Melissa, bijna verliefd
Misschien vraagt ze me op een dag om de racistische marinier te verdelgen.’
De voormalige vrachtwagenchauffeur kijkt bedenkelijk en bezorgd
Zijn zoon mismeestert een kriekentaartje met een plompe doffe vork
Ik zeg tegen de zoon: ‘Je gebruikt de verkeerde vork
Dat is een vork om vlees en aardappelen en schorseneren mee te eten.’
‘Ik weet het.’

In de kamer nemen we afscheid van de zoon
Het is een sobere kamer
De getroebleerde zoon vraagt: ‘Ruikt het hier
Naar drop? Of beeld ik me dat in?’
De voormalige vrachtwagenchauffeur zegt kruiperig:
‘Drop, ja drop. Je hebt gelijk.’
Terug thuis bedrijven we opnieuw de liefde
Kwaad deze keer
De voormalige vrachtwagenchauffeur is kwaad
Omdat ik de vork van zijn zoon heb beledigd.

Ik blijf erbij: het was de verkeerde vork
Ik kom klaar en roep:
‘OOIT ZAL IK EEN ZWEMBAD BOUWEN,
DAARNA EEN HUT VOOR EEN INCESTUEUZE IMKER
EN TOT SLOT EEN HOK VOOR EEN WITTE PAUW
ALS JULLIE MIJ ACHTERAF WILLEN KRUISIGEN
OMDAT IK ONDERDAK HEB GEBODEN AAN EEN INCESTUEUZE IMKER
DAN GRAAG ONDERSTEBOVEN ZOALS PETRUS
BIJ VOORBAAT DANK!!!’
De voormalige vrachtwagenchauffeur komt ook klaar
Rochelend en fluitend.

Nu belt hij zijn miserabele zoon op
De voormalige vrachtwagenchauffeur luistert lang
En zegt dan: ‘Niet verliefd worden op Melissa
Ze klinkt hebberig en onaardig.’
Na het telefoongesprek kijken we naar een Poolse film
Over een kooivechter met een hart van goud
Het is bijna middernacht, er lopen dementerende orgeldraaiers
En necrofiele tegelleggers op de maan
Laat ze.

Over de auteur

Delphine Lecompte