Gepubliceerd op: vrijdag 26 mei 2023

Het verhaal van het voorgevallen egeltje

 

Dit is het vijfde van de Verhalen in plaatjes. Vorige week schreef ik over het vierde.

voorgevallen egeltje

Letterlijk: Gebeurtenis (voorval, incident) met het egeltje. Misschien dat de wind hard waaide En mijn knapzak, bundeltje meenam? En ik dacht, ik dacht, ik dacht, Maar bedenken kon ik het niet. Versmaat: jambe. Rijmschema: abab. ‘Slóétsjaj s józjikom. Mózjet, véétjer síélna dóénoel, Ie oeniós moj óézelók? Óézj ja dóémel, dóémel, dóémel, Nó dodóémetsiá ne mók.’

Deze tekst is na 1937 gewipt en vervangen door een andere, twee regels langere, waardoor vergelijking met het latere supertrio vertalingen geen zin heeft. In 1938 vertaalde Helen Black de originele versie als The porcupine’s strange experience:

Said the porcupine, “I need a rest.
Under the tree the grass is best.”
When he fell asleep his bundle was there.
When he woke it was gone. Do you know where?

Van de oorspronkelijke tekst is in vertaling geen spaan heel gebleven. Weg de hard waaiende wind, weg het wegwaaiende denken. In plaats daarvan een stomme vraag gericht aan het van dodelijke verveling gapende gehoor. En hodaar! Hallo! Mag ik even? Contact! Het is een egel hoor, geen stekelvarken! Kennis der natuur moet je bij vertalers met lampje zoeken, en bij schrijvers trouwens ook.

Het gedicht – het eerste, niet de herschrijving – is zeker van Charms. Ten eerste is sloetsjaj, geval, voorval, een typisch woord van hem. Zijn verhalen niet-voor-kinderen – tijdens zijn leven nooit uitgegeven – dragen vaak die titel, Voorvallen. De formulering oezj ja, iets als en daar was ik, en oezj ja doemal gebruikt Charms ook vaker, bijvoorbeeld in oezj ja bjegal in zijn kindergedicht Vroem-vroem-vroem! (te vinden in Bij mij op de maan).
Ten derde kennen we de herhaling ik dacht en ik dacht, de wind die hard waaide en het rijmpaar doenoel doemal al van het gedicht Tijger op straat uit 1936. Charms moet het hier hergebruikt hebben. Dat gedicht luidt:

Ik heb lang moeten denken wat die tijger op straat deed.
Ik dacht en ik dacht
Ik dacht en ik dacht
Ik dacht en ik dacht
Ik dacht en ik dacht
Toen waaide de wind met zulke kracht
Dat ik vergat waarover ik dacht
Nu weet ik nog steeds niet wat die tijger op straat deed.

Waarom juist de tekst van het Voorval met egel na 1937 moest sneuvelen is me onduidelijk. Is het om na zijn dood in 1941 zoveel mogelijk van de politiek suspecte Charms te schrappen? Is het omdat de vier regels zich alleen voegden bij het derde plaatje en niet nogmaals vertelden wat er in de eerste twee was gebeurd? Dat is juist het bijzondere eraan natuurlijk. En het gebeurt in Verhalen in plaatjes wel vaker. Leek het teveel op het gedichtje dat volgt, waarin een poes niet kan begrijpen wat er gebeurd is? Maar dan verplaats je er toch eentje?

Hoe het ook zij. Hoe te vertalen. Wat te doen. Het voorwerk is al gedaan in Tijger op straat, gelukkig. Of ongelukkig, want nu ben ik met handen en voeten gebonden aan die vertaling… Wat te denken hiervan. Voorgestelde titel: Voorval met egel.

Heeft een windvlaag met zo’n kracht
Soms mijn knapzak weggewaaid?
Ik dacht en ik dacht en ik dacht en ik dacht,
En toen heb ik me maar omgedraaid.

Over de auteur

Robbert-Jan Henkes