LL129: Anouk Smies – Ik roep GOD in een lege put
Ik roep GOD in een lege put. Er galmt DOG terug. Een scharrelende haan schudt zijn kraag. Ik vind het leven zo schitterend dat mijn oog zijn lens uitspuugt op een fontein van traanvocht. Mijn broer zou zeggen dat mijn pupil klaarkomt. Moeder hield het meest van hem, een zwart aura trekt aan. Ik hang nog steeds ondersteboven en denk aan hoe mijn vader karpers ving. Hun buiken bladderend in de zon. De gelei van hun doodsstrijd voelt alsof ik een vinger in een jampot steek. Ik ben hier. Uit de diepte blaft een hond. Ik ruik gebroken water maar zintuigen benevelen. Ontroering is een belachelijk woord voor wat onnoembaar is
Anouk Smies publiceerde vier bundels, waarvan Wie heeft een middelpunt nodig in 2017 werd genomineerd voor de J.C. Bloemprijs.
Op 10 april verschijnt Mijn cloud, die de uwe is. Hier speelt het idee de hoofdrol. In haar vijfde bundel duwt Anouk Smies de lezer door nauwe ruimtes van bezwering en techniek.
In deze poëzie valt het grote gelijk samen met de wachtmuziek van de eigen bubbel. Alles buiten de data is propaganda.