Gepubliceerd op: zondag 5 februari 2023

Delphine Lecompte – Alles is schokkend, behalve de liefde van mijn moeder

 

Alles schokt me: de prijs van mijn favoriete koeken,
De erectie van de voormalige vrachtwagenchauffeur,
Opzichtige hoofddeksels, lukrake norse lamaverzorgers,
Huilende eenden op brooddozen, de Eiffeltoren,
Antipathieke touwslagers, mystieke chrysantenkwekers,
Een aardbeiserre in lichterlaaie, een schele mismoedige bobijnster
Met een zeemvel in haar knuist, lelijke kristallen hoefdieren,
Mijn woede, poolvossen, schreeuwuilen, wasknijpers, ladders, terpentijn
De vettige laag op een te vaak gebruikt wafelijzer, de pruiken van Andy Warhol,
Mijn herhalingen, mijn tics, mijn egocentrisme, hyena’s
Alles, alles, alles
Maar niet mijn moeder
Niet de liefde van mijn moeder voor mij.

Helaas niet uitsluitend voor mij
Ze hield ook van een sombere mompelende hypochondrische Proustvertaler,
Van een naïeve dweepzieke schoorsteenveger en van een heleboel Roemeense gynaecologen
Maar haar liefde voor mij, haar enige kind, was het felst en het vurigst
Koortsig, rauw, naakt en zeer gewelddadig
Ik wilde nooit mee op schooluitstap
Stalactieten in een grot, wat een anticlimax
Ik wilde liever thuis blijven
En mijn moeder vereren, ze had een grote bos glinsterend schaamhaar
Ik mocht niet op ontdekkingstocht gaan in haar schaamhaar
Het was een brug te ver
Maar ik mocht staren en polaroidfoto’s nemen
Al sloeg mijn moeder me verrot toen ze erachter kwam dat ik de foto’s verkocht
Aan mijn Turkse vriendjes en aan de naïeve dweepzieke schoorsteenveger.

Mijn moeder was een haan, een pauw, een gnoe, een otter, een lynx
Een zeekoe, een afgrijselijke tirannieke lammergier
En een mystiek onderdanig blindgeslagen edelhert
Maar ze was ook komisch, grimmig, verdorven
En sensueel als een corrupte Moldavische jongenshoer
Hoogstwaarschijnlijk lijmverslaafd en analfabetisch
Ze paradeerde, ze snoof, ze blufte, ze pufte, ze siste, ze blies verontwaardigd
Ze likte haar vingers schoon, ze verliet een decoratiewinkel met gestolen inpakpapier
Er stonden tropische vissen, citrusvruchten en vogelverschrikkers op het papier
Wanneer ik mijn moeder vroeg: ‘Wat is het verband tussen tropische vissen,
Citrusvruchten en vogelverschrikkers, mama?’
Zei ze wreed: ‘Jij werd verwekt tijdens een heidens feest
Dat volledig in het teken stond van tropische vissen, citrusvruchten en vogelverschrikkers
Je verwekking was een verkrachting
Bravo, Fientje, bravo!’

Ze imiteerde genadeloos en trefzeker: de loodgieter, de vieze turnleraar,
De poezelige poederachtige mondaine wufte buurvrouw, de zure kruideniersvrouw
Van de Ottogracht, de bedlegerige Cobraschilder, Mick Jagger
En Catharina de Grote
Zalvende banaliteiten verlieten nooit haar mond
Ze bood me harde ruwe complexe perverse wijsheden en raadgevingen aan:
‘Ontferm je over kindermoordenaars, Fientje!
Exhibitionisten zijn koddige zielenpoten, Fientje!
Niet steeds jezelf verminken, Fientje! Niet steeds met een kneuterig Beiers oestermesje
Dat geen noemenswaardige schade kan aanrichten, Fientje!
Wurgseks en maskers en kannibalisme en gipsfetisjisme zijn oké, Fientje!
Bestialiteiten hou je best voor jezelf, Fientje!
Altijd geld geven aan stumperige Aboriginals en imbeciele vogelwichelaars, Fientje!
Diefstallen en brandstichtingen met de mantel der liefde bedekken, Fientje!
Sint Maarten verguizen en andere heiligen ook, Fientje!
De schoonheid zien in de deerniswekkende klauwtjes van een molletje, Fientje!
Adjectieven op handen dragen, Fientje!
Maar niet overdrijven met het adjectief ‘baldadig’, Fientje!
Geen schrik hebben van petomanie, Fientje!
En ook niet van pyromanie, Fientje!’

Pas in 2002 verplichtte ik mijn moeder om me ‘Delphine’ te noemen
De naam op mijn paspoort
Ze barstte in huilen uit
Ik was 24, mijn moeder zag er acht uit
Bars en guur en slechtgeluimd en verwend
Ze zat op mijn bed, ik woonde in een kleine muffe zolderkamer
In de vijandige vervloekte parochie Koolkerke
Dirk Trio met de vermangelde veelbesproken penis was mijn huisbaas
Ik had het goed, maar niet echt
Ik dronk weinig
Ik aanbad Roddy Doyle en Jamie Lee Curtis
Mijn moeder herpakte zich en flirtte in de gang
Met de alcoholistische duivenmelker die een verdieping lager woonde.

Nu is het 2022
Mijn moeder vindt het nog altijd vreselijk dat ik Delphine wil heten
Het klinkt zo ernstig en streng, bloedeloos
Ik zeg toegeeflijk: ‘Noem me opnieuw Fientje, mama!
Fientje die verzot is op kannibalisme en wurgseks!
Fientje die haar bestiale neigingen voor zichzelf houdt!
Jouw eigen private ziekelijke nymfomane bipolaire brandstichtende Fientje!’
Maar mijn moeder weigert halsstarrig
Weerspannig, gekrenkt, trots.

Haar bovenlip is oud geworden
En ik mag geen polaroidfoto’s meer nemen van haar fabelachtige bos schaamhaar
Voor de rest is er niets veranderd: haar gigantische borsten blijven
Tot mijn verbeelding spreken, de tepelhoven vooral
Haar tepelhoven zijn deels muizenvallen, deels vliegende schotels
Haar moederliefde is immens, intens, buitenaards, degoutant en onuitputtelijk
‘Walgelijk en versmachtend,’ beweren de pedante onderwaterlassers
En perfide taxidermisten die zich ondankbaar laven
Aan de gutsende labia van mijn moeder
‘Symbiotisch en ziekelijk,’ fezelen de arbeidsgeneesheren die mijn ziekte-uitkering verlengen
En opnieuw verlengen, en opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw…

Het universum schokt me:
Prikkeldraad, filmwoestijnen, beleggingspiramides,
Stenen reigers, bulderende meubelmagnaten, knullige spoken,
Groene zaklampen, pseudoretro-opwindkikkers, afgunst
Vooral afgunst vind ik schokkend
Jaloezie, verschroeiend, verwerpelijk, toxisch
In de literaire wereld, in de astronomie, in de tandartsenij
En zelfs in het leger
Overal, overal, overal.

Ik ben zo jaloers op andere schrijvers, op hun talenten en triomfen
Maar niet op hun moeder
Want zij moeten zich behelpen met doffe, stompzinnige, sentimentele wrakken
Of genadeloze bitsige tangen
Of gniffelende schoorvoetende heksen
Of lichtzinnige materialistische diva’s
Of bijgelovige angstvallige loeders
Terwijl ik het volledige pakket bezit: dekselse briesende bruisende onuitstaanbare
Formidabele geile grillige hitsige schaamteloze duivelse boosaardige
Sadistische proestende winderige opwindende hysterische keizerin, mama!

Over de auteur

Delphine Lecompte