Gepubliceerd op: vrijdag 13 januari 2023

LL128: Kine Brettschreider – Hoop is een poesje waar je op wacht

 

Ig denktt aan Ig bij De Slegte
wrijven jullie maar over je schermpje
vertel van de eendenbek
in de stiltecoupé
van het plaatsen van spiralen
met medische verkleinwoorden
stuk ijzer in je yoni appeltje

meisjes je appeltje eitje
altaid wat fan maken als je fallt
meisjes

uitstrijkje prikje roesje spalkje sneetje
warum darum ze willen geen paniek
ze denken klein is minder dan N is één

op perron zet man
voet op dode vogel

vissen de vissen hebben oren
voorwaarts Ig denktt Ig

maar dat is logisch altijd voorwaarts

keentje van drie designerbril luts
de oma tijgerprint ingeroosterd past op

joenicorn contant of contactloos pinnen
a: ik doe het ralmoyant voor de kleinkeentjes
b: U wil dit toch ook voor de kleinkihinderen?
c: handig voor als ik later nog eens in de heg
    uit klutsen wil

het leven moet zin hebben
iets om voor op te staan
uit de dood

    hoop is een poesje waar je op wacht
    scherp de klauwen donzig de vacht
    mantel de randen zacht als kuikentjes geel
    nu moet ik bidden voor buurvrouw
    kannietpoepen waslijst een hele lijst

kinderen heeftt Ig niet
dat scheelt een hoop bij het vliegen

Ig denktt aan Ig bij De Slegte

 

 

 

Kine Brettschreider werd geboren als vis, liever een vogel. Staat op het punt dat poëzie taboes wil, waarbij het de vraag is, welke dan. Met het Zeepblind collectief publiceerde ze in Kluger Hans, en solo in Woezzine. In 2015 bracht ze met Zeepblind Nagelvaste Kalktriller uit. Brettschreider studeerde musicologie en theologie. Met een studie over vertwijfeling als habitus van het denken promoveerde ze in de wijsbegeerte. Ze is dol op umeboshi. Eind vorig jaar verscheen haar debuutbundel Trekpoptt, waar ook bovenstaand gedicht in staat.

Over de auteur