Gepubliceerd op: zondag 29 januari 2023

Delphine Lecompte – Delphine briest niet, Delphine briest wel

 

Ik bries niet
Ik ben niet baldadig vandaag
Mijn moeder haat het woord baldadig, ze zegt
Dat ik het woord baldadig nooit meer mag gebruiken
Ik aanbid mijn moeder en dus probeer ik te gehoorzamen
Ik schrijf een bloedeloos gedicht zonder geweld
Zonder wrevel, zonder sadisme, zonder ongemak en zonder masturbatietaferelen
Er komen zelfs geen drugs en geen necrofiele tegelleggers voor in het gedicht
Saai, tegennatuurlijk, bespottelijk, hels
Ik vernietig het gedicht en schrijf een nieuw gedicht
In het nieuwe gedicht plant ik zachte kusjes
Op de prachtige teelballen van de voormalige vrachtwagenchauffeur
Dit is het nieuwe gedicht: ik plant zachte kusjes
Op de prachtige teelballen van de voormalige vrachtwagenchauffeur
Maar wacht!

Dit is ook het echte leven: ik sta op en plant
Zachte kusjes op de prachtige teelballen van de voormalige vrachtwagenchauffeur
Zo prachtig zijn ze niet
Ze hebben een vreemde consistentie: tussen onrijpe perzik
En solitaire tapirpoot
Genoeg gepalaverd over het scrotum van de voormalige vrachtwagenchauffeur
We gaan naar de sinistere supermarkt, het is nog vroeg
Op het parkeerterrein komen we tientallen kleurrijke BALDADIGE
Lugubere drankzuchtige figuren tegen
De meesten hebben in het gekkenhuis gezeten met mij
Maar sommigen hebben in een ontmoedigende sprottenhangar
Gestaan naast de voormalige vrachtwagenchauffeur
En smachtend gekeken naar de onstuimige junkie en verlepte hoer
Lydia die met sprotten gooide naar haar ex-schoondochter
Die ooit een tochthond en een broodrooster en een ketchupfles en een cactus
En een bazooka en een saxofoon en een biografie van Mickey Rooney van haar had gestolen.

Lydia was een adembenemende onstuimige junkie en verlepte hoer
Ze droeg een knetterende knisperende splinterende spotgoedkope
Oost-Europese beenprothese, een beenprothese uit Estland geloof ik
Nee, een beenprothese uit Litouwen
Hoe is ze haar been kwijtgespeeld?
Niemand die het weet en Lydia zweeg wijselijk om zichzelf
Een air van donkerte en sprookesachtigheid te geven
Het werkte, de charme van de beenprothese sloeg toe in de sprottenhangar
Bijna iedereen raakte betoverd, maar Lydia had haar zinnen gezet op
De voormalige vrachtwagenchauffeur, hij was een van de weinigen
Die niet betoverd raakten door de beenprothese
Maar hij liet zich toch inpalmen door Lydia en hij bezwangerde haar twee maal.

De eerste maal was een succes: een blonde zoon met woedebuien,
Een gokverslaving en een hazenlip
De tweede maal was een fiasco: een zwaarlijvig meisje met een diepe wens
Om merries te berijden en in de stal in hun oren te fluisteren
Dat het zwaar was om zulke afschuwelijke holle corrupte ouders te hebben
En een broer die zonder goede reden werd aanbeden.

Terug naar het morsige heden: we betreden de sinistere supermarkt
Ik ga natuurlijk rechtstreeks naar de obscene enigmatische zuivelafdeling
Ik zeg luidop: ‘Melk! Yoghurt! Pudding! Zaadlozing! Langlaufpiste!’
Iedereen walgt van mij
Vooral de kribbige dermatoloog met zijn groene mandje vol bifidus
Azijn en struisvogelsteaks, vooral hij kijkt misprijzend
Nooit heeft hij ook maar geprobeerd
Om mij te verlossen van mijn alopecia en mijn eczeem
Het was de schuld van mijn alopecia en mijn eczeem
Dat ik als veertienjarige moest neuken met onaantrekkelijke
Pokdalige geriatrische bietenboeren, griezelige vereenzaamde taxidermisten,
Lastige kannibalistische luchtballonvaarders en incontinente dementerende orgeldraaiers.

Ik tier tegen de kribbige dermatoloog: ‘Het is jouw schuld
Dat ik als zoete beloftevolle perverse veertienjarige mijn pap moest koelen
Met onaantrekkelijke pokdalige geriatrische bietenboeren,
Griezelige vereenzaamde taxidermisten,
Lastige kannibalistische luchtballonvaarders
En incontinente dementerende orgeldraaiers met agressieve penseelaapjes!
Waarom heb je mij nooit gebeft toen ik daar weerloos en hongerig
En hitsig en hijgend en smachtend lag
Op je steriele sissende ritselende onderzoekstafel? Mijn labia waren toch gaaf?’
De kribbige dermatoloog spuwt redelijk vinnig en welgemikt in mijn gezicht.

Ik zoek de voormalige vrachtwagenchauffeur
Ik vind hem in de drankenafdeling
Hij drinkt uitsluitend bier
Het bier heet Atlas naar de Griekse sukkel
Die als straf het hemelgewelf op zijn schouders moest dragen
Omdat hij aan de zijde van de Titanen had gevochten
Heten alle dronkaards Atlas?
Nee
De mijne heet Frank naar de briljante schandalige Amerikaanse architect
Frank Lloyd Wright die geil en inhalig was
En dweepte met Stalin, we maken allemaal fouten.

We maken allemaal fouten
Maar we maken niet allemaal wonderlijke monsterlijke sjamanistische gebouwen
Die lijken te leven en die lijken mee te spelen in een film van Alfred Hitchcock
De voormalige vrachtwagenchauffeur zegt: ‘Sinds ik geen baardnetje
Meer moet dragen in een ontmoedigende
Sprottenhangar en sinds ik om de haverklap pijpbeurten krijg van jou
Is mijn leven bijna een pretje
Maar ik mis de adembenemende onstuimige junkie en verlepte hoer Lydia
Met haar knetterende knisperende splinterende spotgoedkope
Oost-Europese beenprothese uit Estland of Litouwen
Is er een verschil?

Het gedicht mag eindigen met mijn moeder
Ik vereer mijn moeder
Mama, ik vereer je
Je bent adembenemend, maar niet zoals Lydia
Anders
Intellectueler
In feite ben je heel tiranniek, irritant, betweterig, nijdig en docerend
Je geeft altijd veel te lange uiteenzettingen over antropologie, over huisvesting
Over de hartzakjes van Siamese katten en over Céline
Hou daar eens mee op!

Mama, ik wil met je copuleren
Maar ik ben je zoon niet, ik heb geen penis.
Je wilde een zoon, trut
Kreng
Je hebt het ooit bekend
Op Goede Vrijdag nota bene
Op Goede Vrijdag 2007 zei je dat je een simpele houthakker
Als zoon wilde, zijn hobby’s: klarinet spelen, origamipelikanen vouwen
En kleffe haiku’s schrijven over het bespelen van zijn klarinet
En over het vouwen van zijn bladen papier tot ze uiteindelijk
Origamipelikanen werden, al leken ze meer op origamikomodovaranen.

Jij!
Jij bent de varaan, mama!
Jij bent de koude theatrale manipulatieve harteloze corrupte komodovaraan
Ik zie je graag
Ik aanbid je
Mama
Mag ik nog een laatste keer loeren naar je grote heidense bos
Schaamhaar, baldadige gewiekste onuitstaanbare moeder?

En mag ik daarna een revolver nemen en Russische roulette met je spelen?
Je bent kansloos
Kansloos, kansloos, kansloos
Je bent mijn kansloze moeder, loeder, hoeder, beul, cipier, verrader
En tot slot kadaver
Mater, mama, moeke, prooi, diva, Bezorgde Ananas.

Over de auteur

Delphine Lecompte