Gepubliceerd op: maandag 5 december 2022

EI 341: Laura Broekhuysen – voetnoot

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

–——————–

* Op weg naar de supermarkt** zien we struiken vol mondkapjes.

** Ik had nooit de gewoonte om als een schichtige kat de nooduitgang te lokaliseren bij het betreden van een nieuwe ruimte, maar nu maak ik bij binnenkomst de balans op: of de stellingkasten vaststaan, de zwaarte van spullen op de bovenste planken,*** de drukte, afstanden, handpompjes, mondkapjes – aan frisse lucht geen gebrek: steeds als de schuifdeuren opengaan, zeilen de mensen met zo veel wind in de rug naar binnen dat de broodzakken op de broodafdeling ritselen.

*** Een van de gangpaden ligt vol**** met naar beneden gestorte waren: olijven, scherven, havermoutvlokken; er wordt geveegd, gedweild.

**** Steeds meer mensen dragen binnen een fietshelm.

 

Ik worstel met de vraag hoe ik de voetnoten moet plaatsen binnen de context van de bundel. Maar direct na het stellen van deze vraag komt de realisatie dat in de definitie van een voetnoot al de plek ervan ligt beschoren. Voetnoten worden onderaan de tekst geplaatst om uitleg te geven bij hetgeen wat gevoetnoot is.

In dit geval is er echter geen tekst die vooraf gaat aan de voetnoten. Het hoofdstuk in de bundel waarin de voetnoten staan (Kustwacht – voetnoten) bevat alleen de voetnoten zelf, die zelf ook weer voetnoten bevatten. In plaats van uitleg lijken deze voetnoten juist associatief te zijn, met meer informatie in plaats van betekenis in te kaderen. En zo lijken de voetnoten ook te passen binnen het grotere geheel: een voortzetting van het verhaal. De voetnoot na degene hierboven genoemd, begint met het afstropen van verpakkingen van boodschappen en met die continuïteit wordt ook een intertekstualiteit gesuggereerd. Niet alleen binnen de voetnoten zelf, maar ook met de andere gedichten in de bundel.

De vorm van de voetnoten dwingt je als lezer tot keuzes, wat eerst te lezen? In de voetnoten staan namelijk weer voetnoten. Het ondermijnt binnen de voetnoot zelf de neiging om lineair te lezen, en ook binnen de bundel is er de neiging om terug en vooruit te bladeren. Wat vertelt deze voetnoot over welk gedicht? In een eerder gedicht is een winkel ook het landschap waarin vervreemding plaatsvindt. Bij de voetnoot hier in kwestie wordt ook een winkel bezocht en ook hier is de winkel niet meer de vertrouwde omgeving: de ik-persoon loopt ‘als een schichtige kat’.

Ook de helderheid van de tekst valt op. Zonder de context van een dichtbundel en de vorm zou de tekst al snel opgevat kunnen worden als proza, als kleine mini verhalen. De voetnoten geven een verhaal achter een verhaal, steeds verder de diepte in van de wereld en het landschap dat Laura Broekhuysen maakt in haar gedichten. Het doet denken aan Russische matroesjka’s, mede doordat het lettertype met elk niveau een beetje kleiner wordt. Het wakkert de verbeelding van de lezer aan en moedigt aan om in te leven om zo het landschap dat beschreven wordt te voelen. Het is alsof je zelf langzaam erin wordt opgenomen met elk niveau dat je dieper erin duikt.

 

wij capabelen

 

Wij capabelen
Laura Broekhuysen
Uitgeverij Querido
ISBN 9789021467832

Over de auteur

Maarten Visscher

- is chef boeken bij 8Weekly en schreef tijdens zijn studie voor verschillende studententijdschriften die nu niet meer bestaan. Hij hoopt dat OoteOote niet hetzelfde overkomt.