Gepubliceerd op: zondag 30 oktober 2022

Delphine Lecompte – Ik ben een poema, maar ik ben helaas geen krijgshaftige poema

 

Twee jaar geleden beloofde ik aan de bedeesde zeepzieder
Om nooit het woord ‘vlinder’ in een gedicht te gebruiken
We liepen op het strand
Karig keilde hij herinneringen aan zijn katholieke kindertijd naar mijn hoofd
Het verraste me dat zijn kindertijd katholiek was verlopen
Ik wilde roepen: ‘Ik ook! Ik ook! De mijne ook! Erfzonde, biechten, vasten, Pasen,
Mirre, kribbe, geniepige niet altijd kinderen bepotelende onderpastoors,
Esthetische zenuwslopende hypocrisie, schorre bloedstollende liturgie, obscene kaarsen
Zo obsceen dat ik me afvroeg of ik naar het altaar moest lopen en die kaarsen moest omverwerpen
Zoals in een heidense bowlingzaal, goedkope staties en vulgaire wierookvaten, ernst en carnaval,
En zelfkastijding tot slot, levenslang tenminste als je het katholicisme juist had geïnterpreteerd!’

Maar ik zweeg, bang dat de stugheid van de bedeesde zeepzieder weer de boventoon zou voeren
Wat natuurlijk gebeurde
Niet veel later, op een terras in Wenduine
Het was de laatste keer dat ik de bedeesde zeepzieder zag
Intro, dat was de intro
Nu lig ik in het koude bed van de voormalige vrachtwagenchauffeur
Hij kijkt naar het televisieprogramma Alaska State Troopers, ook koud
Ik wil klaarkomen
Maar ik ben beschaamd, ik durf niet om een orgasme te schooien
Ik val in slaap en droom dat ik een poema met een schildklierafwijking ben.

Ik ben een poema in gevangenschap
Mijn verzorgers weten niet dat ik een schildklierafwijking heb
De man (Harry) is sympathiek
De vrouw (Dorinda) pocht over haar job als poemaverzorger
Ze hoopt zo een man aan de haak te slaan, een strategie die gedoemd is om te mislukken
Niemand wil de liefde bedrijven met een luie loensende poemaverzorger die naar feces ruikt
Stront en zwaarlijvigheid
Op het eind van de droom ontsnap ik en peuzel ik mijn psychiater op
De eerste, de vadsige, degene met de smakeloze rode sportauto
Bars, hij was altijd bars maar hij sprak vloeiend Moldavisch
En zijn vrouw organiseerde zwarte missen.

Dorinda en de bedeesde zeepzieder kijken onverschillig toe, ze kibbelen
Over het bijgeloof dat gepaard gaat met Vlaamse oogsten, bieten in het bijzonder
Ik word wakker en ik wil nog steeds klaarkomen
De zoon van de voormalige vrachtwagenchauffeur komt op bezoek
De schouderstukken van zijn winterjas zijn versleten, het is hartverscheurend
Zijn kat heeft een abces en ik zeg: ‘In de Blokstraat woont een sjamaan
Die je kat kan helpen, hij woont naast de misantropische antipathieke Bernadette.’
‘Oké,’ zegt de zoon
Ik zeg: ‘De sjamaan lijkt niet op een sjamaan, hoe moet een sjamaan eruitzien?’
‘Woeste kettingen, lange haren en vuile nagels,’ beweert de zoon
Ik zeg: ‘Dan lijkt de sjamaan van de Blokstraat toch op een sjamaan, ga!’

De zoon van de voormalige vrachtwagenchauffeur vertrekt op zijn missie
Ik vraag aan de voormalige vrachtwagenchauffeur: ‘Wil je me trekken?’
‘Trekken?’
‘Aan mijn trekken doen komen!’
De voormalige vrachtwagenchauffeur likt mijn vagina
Hij denkt aan versleten sneeuwschoenen en inhalige premiejagers
Hij behandelt mijn geslacht als een gratis gekregen stylo van een verzekeringsbedrijf
Waar ze hem liever kwijt dan rijk zijn, ze krijgen een premie
Als ze hem de toilethokjes laten schrobben.

Ik kom klaar en de zoon belt zijn vader op
Het abces is weg, de sjamaan leek wel degelijk op een sjamaan
Bernadette kwam naar buiten en ze keek sceptisch
Ze was op de hoogte van mijn droom
Van mijn vacht en van mijn schildklierafwijking
En van de vervelende obese snoeverige poemaverzorgster Dorinda.

De voormalige vrachtwagenchauffeur zegt na het telefoongesprek:
‘Grappig, hoe alles goedkomt wanneer ik je geslacht behandel als…
Als… als… als een afgeprijsde kipgyrosmaaltijd. Ja: schandalige mystieke kipgyros!’
Alles komt inderdaad goed en mijn moeder boekt een reis naar Jeruzalem.

Over de auteur

Delphine Lecompte