Gepubliceerd op: zondag 25 september 2022

Delphine Lecompte – Ik wil maar niet krankzinnig worden

 

Ik wilde gisterenavond bijna mijn aanbeden moeder opbellen
En zeggen: ‘Mama, het is zover: ik ben krankzinnig geworden
Er is geen weg terug, het is precies zoals ze het voorstellen
In tekenfilms en stripverhalen: krak boem poef, een kortsluiting in de hersenen
Een twijg, een bom, een locomotief in het wilde westen
Tot slot: niets, het grote lila niets
Ik zou liegen, er zijn nog geluiden: hoeven, zebrapaden die landerig worden geschilderd,
Krijttekeningen op de dijk, het ritselen van een origamiringstaartmaki
Gemaakt door een Bosnische rattenvanger in een Oost-Vlaamse ontwenningskliniek
Niemand spreekt zijn mooie taal, een schoorsteenveger pleegt zelfmoord met een sheriffster.’

Maar mijn moeder zou me hebben onderbroken na het woord ‘kortsluiting’
Of vroeger
Nu is het ochtend
Was ik maar een boerin, dan kon ik me zonder existentiële pijn vastklampen
Aan de uiers van Blanca, Clara, Dorothea, Kelly en de anderen
Koeien zijn heilig, ongeveer 950 miljoen mensen zullen dit beamen
Toch voel ik mij eenzaam
Zoals de boerin met de breinaald en de beenzweren
Ik heb eerder al over haar geschreven, maar ik mag in herhaling vallen
Ik mag alles, behalve mijn familieleden afslachten en krankzinnig worden.

Ik kocht een computer en eens thuis begon het scherm onheilspellend te flikkeren
Diezelfde dag kocht ik ook nog fluorescerende veters maar ze gaven geen licht
En dus struikelde ik toen de zon onderging
En de volgende dag knapten de veters
Daar stond ik dan, kreupel en analfabeet
Moedeloos als Judas na het kussen van Jezus
Het wordt middag, de oude kruisboogschutter eet een oudbakken hoorntje
Gevuld met pudding, er zit een ekster op zijn vensterbank
Er staat een fotografe in de keuken, ze fotografeert mijn afgrijselijke kop
En spreekt over het soefisme, ik zeg: ‘Ik zal het eens uitproberen.’
De fotografe kijkt bedenkelijk, misschien heb ik me slecht uitgedrukt.

Het is een lange fotosessie
Een Cheyenne had zich allang kwaadgemaakt
Tijdens de wreedste alcoholistische herfst van mijn leven
Noemde ik mezelf een tijdje Cheyenne, mijn beste vriendin Lara
Vond het grappig en ze wilde ook Cheyenne heten
Toen kregen we ruzie en ik noemde haar kind ‘a brat’
Ik dacht dat het minder erg zou klinken in het Engels
Lara verbrak de vriendschap met Cheyenne
En een beetje later zwoer ik de drankduivel af.

De fotografe verlaat het paleis van de oude kruisboogschutter
Ik drink zeven glazen water en vraag aan de oude kruisboogschutter
Of hij me uit mijn lijden wil verlossen met een machete
Hij zegt: ‘Toen ik jouw leeftijd had liep ik marathons, leerde ik blinden zien
En bedreef ik de liefde met verrukkelijke doch sluwe Beierse hoedenmaaksters.’
Ik zeg: ‘Als dat het recept is voor geluk dan maak ik geen schijn van kans.’
Ik ga naar buiten, koortsig loop ik naar de dichtstbijzijnde kerk
Binnen bid ik
Ik bid zo redelijk mogelijk
Het enige wat ik vraag aan God is om niet krankzinnig te worden.

Een robuuste walvisvaarder spreekt me aan, hij is hier om de genezing te vragen
Van zijn arrogante afstandelijke zoon met de ongeneeslijke pancreaskanker
Ik vraag: ‘Wil je met me meegaan naar de half afgebrande schommelstoelfabriek?
Als je het slim aan boord legt mag je mijn vulva likken.’
De walvisvaarder gaat met me mee
Maar bestaat er wel een half afgebrande schommelstoelfabriek?
Nee, maar de achterkant van de verwaarloosde roeispanenhangar is ook een geschikte plek.

De robuuste walvisvaarder likt mijn vulva
In mijn hoofd doemt de bodem van mijn lege prullenmand op
Het icoontje op mijn computerscherm
Want ik had ooit een computer die altijd werkte
En fluorescerende veters die nooit knapten
Ik schreef magistrale gedichten met rijke mythische thema’s
Ik viel niet in herhaling en ik was zelden vulgair.

Ik kom klaar
Kom ik klaar?
Jazeker
Het is een minuscule kortsluiting
Een knullige imitatie van waanzin
En het gaat voorbij, godzijdank.

Over de auteur

Delphine Lecompte