Gepubliceerd op: zondag 4 september 2022

Delphine Lecompte – Denkend aan de zelfmoord van John Berryman

 

Ik ben de raaf, de wees, de verschrikking
Ik ben de vereenzaamde gravin die de sokken van de kinderen wil stoppen
Maar de kinderen zijn bang van mij en hun vaders noemen mij een heks
En ik ben niets zonder weegschaal
Mijn favoriete schilders waren mager en favoriete schrijvers heb ik niet
Behalve John Berryman die een praatje sloeg met vijf dronken scheepsherstellers
Over eksters en daarna van een brug sprong
Ik zou dat praatje overslaan, of eksters vervangen door kwallen.

Over kwallen zou ik kunnen zeggen: ‘Kwallen zijn gelatineus en parapluvormig,
Ze hebben neerhangende tentakels en vier maagzakken
Er bestaat een onsterfelijke kwal, een kwal die telkens opnieuw zijn geboorte
En zijn aftakeling moet meemaken, arme onsterfelijke kwal
Mensen die dromen over kwallen zijn zachtaardig en gul en onpartijdig
Nee, ik droom nooit over kwallen
Hoepel nu maar op, ik moet dringend van een brug springen!’
De dronken scheepsherstellers zouden geschrokken achteruit deinzen
En terugkeren naar hun stamherberg, verder drinken
Drinken tot de zon opkomt, tot het asfalt smelt, tot de flipperkastreparateur verschijnt
Die de flipperkast zuchtend en geërgerd herstelt, en plots om 14u14 zou
De mooiste meest dronken scheepshersteller zich luidop afvragen
Of ik een schim was geweest of een echte werkelijke grimmige suïcidale gravin.

Toen John Berryman sprong was het nog donker
Het was ochtend en de rivier had een muzikale naam: Mississippi
Maar op zo’n moment denkt men niet aan de muzikaliteit van een rivier
Of net wel
Net wel
Ik sta in de beschimmelde huurwoning van de voormalige vrachtwagenchauffeur
Nog meer dan de schimmelplekken haat hij het feit
Dat hij een huis moet huren terwijl andere zestigers een huis bezitten
Zestigers die hun minnaressen en moeders hebben vernederd
En hun katten en stalknechten hebben mishandeld.

Zestigers die gevaarlijke boilers en condensatieketels hebben verkocht
Aan weerloze Syrische fietsenmakers die nog maar pas in dit land woonden
In hun vaderland waren ze landmeters en touwslagers en oogartsen geweest
Eerbiedwaardig en gerespecteerd
Ik streel de penis van de voormalige vrachtwagenchauffeur
De penis blijft slap omdat de voormalige vrachtwagenchauffeur zich zorgen maakt
Over zijn energiefactuur en over zijn blonde werkloze paniekerige zoon
Wiens stem overslaat vóór elk sollicitatiegesprek
En tijdens
En erna.

De zoon rijdt rond met warme maaltijden voor dementerende orgeldraaiers
En gepensioneerde stierenvechters die nog zelfredzaam genoeg zijn
Om het gasfornuis uit te zetten en hun oren te wassen
Het is vrijwilligerswerk, de zoon wordt er niet voor betaald
De vader, de voormalige vrachtwagenchauffeur, zegt: ‘Toen ik de leeftijd had
Van mijn zoon reed ik rond met een gigantische beestachtige camion
Vol infuusstaanders en deurstoppers
De infuusstaanders waren bestemd voor Nazareth
En de deurstoppers moesten worden afgezet in een industrieterrein in de buurt van Keulen
Ik deed mijn werk graag en als er ‘s nachts hoeren op de ruit van mijn camion tikten
Dan joeg ik ze weg zoals je de laatste herfstige wespen wegslaat.’

‘Maar je was geen haar beter dan je zoon,’ zeg ik
‘Nee, geen haar beter.’
Ik neem de penis van de voormalige vrachtwagenchauffeur in mijn mond
Precies een kaal geworden zeemeermin, een lappenpop
Gemaakt door een morose Eskimo, morose of stoïcijns
Dan wordt de penis hard en denk ik aan de antipathieke misantropische Bernadette
Die gisteren een schaap redde van een slachting
We maakten ruzie omdat de slachting een religieus feest was
En ik was kwaad dat Bernadette het feest had verstoord
Ook al had ik niets te maken met het feest en was het mijn religie niet.

De voormalige vrachtwagenchauffeur komt klaar en ik sta bruusk recht
En vraag hem of hij zin heeft om met me mee te gaan naar de cinema
‘Ja.’
We begrijpen de film niet
Zand en verrukkelijke mensen
Nog meer zand
Geen greintje humor, ik verlaat de zaal en een incestueuze imker roept me na:
‘Dom wicht, de film is te hoog gegrepen voor jou!’

De voormalige vrachtwagenchauffeur blijft zitten
Hij wil niet beschimpt worden door een incestueuze imker
Hij is moe
Morgen heeft zijn zoon een sollicitatiegesprek in een aircobedrijf
Airco is de toekomst, maar zowel de zoon als de vader is allergisch voor de toekomst
Ik ook.

Over de auteur

Delphine Lecompte