Delphine Lecompte – Ik doe alsof ik slaap
De nachtverpleger doet alsof hij wakker is
Met een zaklamp en een krant geselt hij de psychiatrische patiënten
Op de voorpagina van de krant staat de neergang van een zwembadmogol
Die zich heeft vergrepen aan minderjarige fagottisten en geld heeft verstopt
In de nachtkastjes van vijftien hotelkamers in Valletta, het is allemaal uitgekomen
Ik ben één van de 23 psychiatrische patiënten, gisteren waren we nog met 25
Maar deze ochtend ging Bertrand met tegenzin naar huis
En een uur later pleegde Pascal zelfmoord in de isolatiecel met een plastieken lepel.
Pascal was een bleke pornoster, Bertrand is een godsdienstwaanzinnige verzamelaar
Van stripalbums en Balinese tempelwachters
Wanneer ik Pascal overdag tegenkwam in de gang dan bootste hij
Met zijn duim en wijsvinger mijn haviksneus na en zei hij fel:
‘Wie knabbelt aan mijn huisje? Jij knabbelt aan mijn huisje, Portugese heks!’
Waar haalde de bleke pornoster het idee vandaan dat ik Portugees zou zijn?
Ik ben blij dat hij zelfmoord heeft gepleegd
Maar ik mis Bertrand, elke middag luisterden we in de lege kantine naar Smokey Robinson.
Bertrand spelde altijd de voornaam van Smokey Robinson tijdens de intro van elk liedje
Omdat hij bang was dat ik zou vergeten dat er een ‘e’ voorkwam in die voornaam
Smoky was de woningbrand die zijn moeder en zijn jongste zus het leven kostte
Smokey was de mierzoete soulzanger die de basis vormde van onze vriendschapsband
Geen solide basis
Ik doe alsof ik slaap
Mijn kamergenote draagt een prachtige paarse beha, naast haar hoofdkussen ligt een pluchen
Pinguïn, eigenlijk een sleutelhanger, maar alle sleutels werden van ons afgepakt.
De nachtverpleger werpt een lange vorsende misprijzende blik op de beha
Nu probeert hij de pinguïn rechtop te zetten, maar de pinguïn is slap en kantelt
Er zit een gat in zijn rug en er vallen kleine witte bolletjes op de grond
Op de vloer, onder het bed van mijn kamergenote
Ik open mijn ogen en roep: ‘Klootzak!! Je hebt een pinguïn vermoord!’
Daarna schaterlach ik manisch, het is een verplicht nummertje
Als je te braaf en gedwee en voorspelbaar bent dan sturen ze je naar huis
En ik wil nog niet naar huis, ik wil proper linnen en ik wil opgemerkt
En gezalfd en gekoesterd worden door Marc de minzame lankmoedige calvinistische
Ergotherapeut, maar ik denk niet dat hij echt calvinistisch is.
De nachtverpleger grijnst roofzuchtig en boosaardig
Mijn kamergenote wordt wakker en zegt: ‘Ik droomde
Dat een joviale parkietenkweker me op erotische wijze voederde,
Eerst garnaalkroketten en daarna kleine Russische flensjes, blini?’
Ik zeg: ‘Ja, blini.’
Mijn kamergenote vindt het niet erg dat haar pinguïn kapot is
En dat er kleine witte bolletjes onder haar bed liggen
Ze wil haar sleutels terug, ze wil naar huis
Ze heeft vijf kinderen en twee abrikozen dwergpoedels
En ze houdt van alle zeven.
Ik zal mijn kamergenote missen
Haar geruststellende ronkende ritselende molligheid
De kleur en de textuur van haar dure lingerie
Het gemak waarmee ze haar walgelijke mentholsigaretten, marsepeinen biggetjes,
En chocolade fazantenjagers uitdeelde aan de andere psychiatrische patiënten
In de televisiezaal, Pedro was de enige die bleef roken en eten
Toen Rita huilend haar blote borsten platdrukte tegen het scherm omdat Adamo was verschenen
Hij zong: ‘C’est ma vie, c’est ma vie/Je n’y peux rien/C’est elle qui m’a choisi’
En Rita was misschien ooit verkracht tijdens dat liedje, wie weet.
Rita was een aanstelster
Ze ging vrijwillig naar een strikter gesticht, iedereen was opgelucht
Pedro was smoorverliefd op mij, op niemand anders
Hij kocht op de markt een hagedisketting en een toilettas voor mij, voor niemand anders
Maar toen hij terug moest naar zijn internaat vroeg hij de ketting terug
De toilettas mocht ik houden, er stonden luchtballonnen op
En op de begane grond zat een olifantengezin te picknicken
Vader olifant droeg een kroontje en moeder olifant keek verlangend naar de luchtballonmanden.
Ik doe alsof ik slaap
Omdat ik niet wil bekeken worden
Wanneer ik droom over mijn trauma’s en bespottelijke ambities
Soms wil ik in mijn dromen op een podium staan, het gebeurt!
Ik triomfeer, er wordt luid geapplaudisseerd
Wie zijn die rusteloze oppervlakkige hansworsten die zich inbeelden dat ik applaus verdien?
De nachtverpleger neemt de holle pinguïn mee en masturbeert in het verpleeglokaal.