Gepubliceerd op: zondag 14 augustus 2022

Delphine Lecompte – Dromerige rouwmaaltijd met een integere uitbundige messenwerper

 

Elke nacht kom ik in mijn dromen een integere uitbundige messenwerper tegen
Hij is de vader van mijn jeugdidool Rebekka Daldini
Meestal zitten we naast elkaar tijdens de rouwmaaltijd
Maar we zijn niet bedrukt want de dode was slechts een vage kennis
Een of andere antipathieke touwslager of erger: een sadistische zadelmaker
In het echt was de vader van Rebekka Daldini een dorre bloedeloze boekhouder
Die bezeten was van de gierige Portugese ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellaan
Maar in mijn dromen is de vader van Rebekka Daldini altijd een integere uitbundige messenwerper
En meestal hebben we het tijdens de rouwmaaltijd over mondharpen en steppevossen.

Wakker herinner ik me enkel de mondharpen en de steppevossen
En dat de rouwmaaltijd altijd begint met kervelsoep
En dat mijn nonkel Samuel de neushoornjager de muziekgroep Kiss corrupt noemt
En dat zotte tante Katrien van Veurne vloeiend Moldavisch spreekt tijdens de kervelsoep
Maar niet meer tijdens het dessert
Ik sta op, het is maandag en ik denk dat ik keelkanker heb
Wat zou er geworden zijn van Rebekka Daldini?
Ze zal toch niet werken in de zuivelafdeling van een sinistere supermarkt in Sint Kruis?
Of in een pruikenfabriek in Nazareth? Ze verdient zoveel beter
Ze was een achteloze onoplettende wildebras en ik heb iedereen gestraft
Die haar probeerde te temmen: drie pedante onderwaterlassers en 56 hijgerige rattenverdelgers.

Ik ga naar buiten, het is nog donker
Een Syrische fietsenmaker vraagt of ik veel weet over Neptunus
De planeet, niet de god van de zee en de golven
Ik zeg: ‘Ik weet niet veel over de planeet Neptunus, nee.’
De Syrische fietsenmaker zegt somber: ‘Ik ook niet. Helaas.’
Hij geeft me een stuk geitenkaas in aluminiumfolie en vertrekt dan naar zijn magische werkplek
Ik ga terug naar binnen en maak de brokkelige geitenkaas soldaat
Wat zal ik doen vandaag?
Een stemvork stelen, een boek over scheurbuik lezen en een zieltogende tortel fotograferen.

Ik zal de foto doorzenden naar de antipathieke misantropische Bernadette
Zij is een grote dierenvriend, zij zal de tortel wel weten op te lappen
Dan denk ik aan mijn ouders die geen scrupuleloze klootzakken zijn
Met mijn vader heb ik geen contact
Maar mijn moeder zie ik bijna dagelijks
Ik heb er nood aan om haar dagelijks te zien, ook al ben ik bijna 44 jaar oud
Mijn moeder is mollig en erudiet, humoristisch en vrijgevig
Ze heeft vrienden bij de vleet, er is zelfs een schoorsteenveger bij
Die bijna elke dag telescoopvissen en kersenbonbons voor haar koopt.

Soms peuzelt mijn moeder per ongeluk de telescoopvissen op
Dan haat ik haar een tijdje en mijd ik haar gezelschap
Maar ik kan het nooit lang volhouden
Ik heb niet veel vrienden
Je kan de oude kruisboogschutter en de voormalige vrachtwagenchauffeur geen vrienden noemen
Ze zijn uitsluitend geïnteresseerd in mijn genitaliën en in mijn ziel
Mijn ziel heb ik al een hele tijd geleden verkocht aan een naargeestige scheepshersteller
In ruil heb ik een obsolete voodoospreuk gekregen
Wat heb ik eraan?
Niets
Inderdaad.

De ontslagen kraanmachinist en de lankmoedige dadaïst zijn mijn twee overgebleven vrienden
Vroeger had ik Rebekka Daldini
Niemand kon Rebekka Daldini bezitten, ik nog het minst
Nu is het middag en ik knap een uiltje
Ik droom niet dat ik geestdriftig spreek over mondharpen en steppevossen
En dat mijn charismatische gesprekspartner een uitbundige integere messenwerper is
Ik droom stomweg dat een kale Bretoense roeispaantycoon aan mij de weg vraagt
Naar de dichtstbijzijnde ondergrondse parking.

Hij noemt mij ‘meneer’
Ik glunder en leg met handen en voeten uit dat ik een vrouw zonder auto ben
En dat hij een roeispaantycoon met kapsones is
Hij kijkt verwonderd en wil mij een oorveeg geven
Maar ik word net op tijd wakker
Ik steel geen stemvork en ik fotografeer geen zieltogende tortel
Maar ik lees wel een vuistdik boek over scheurbuik, het beurt me op.

Over de auteur

Delphine Lecompte