Gepubliceerd op: zondag 17 juli 2022

Delphine Lecompte – Kom rode zon kom

 

Vind je de reliekarm van de heilige Antonius mooi of horrorachtig?
Ik weet het niet
Ik kijk in de spiegel en ik wil verhuizen
Maar ook in mijn volgende woonst zal ik geplaagd worden
Door vreetbuien en eczeem en promiscuïteit en sentimentele godsvrucht en demonen
Ik kruip in mijn kleine bed en val meteen in slaap, als een giraf of als een kwal
Droom ik? Ik droom
Ik droom dat ik een slagroomtaart gooi in het gezicht van een roodharige cartograaf met psoriasis.

Wanneer ik wakker word is het twee uur ’s nachts
Ik lees een boek over de bloederige geschiedenis van het Beierse poppentheater
Bedoel je bloedeloos? Misschien
Ik mis Freya met wie ik als dertienjarige op bedevaart ging naar een Oost-Vlaamse
Smartlapzanger, om hem uit te lachen en te besprenkelen met koolzaadolie
Maar ik liet de fles koolzaadolie vallen in de Congostraat
En we kregen een boete in de bus omdat we geen ticket hadden
De smartlapzanger was hoffelijk maar niet onweerstaanbaar
Hij maakte een omelet met garnalen voor ons, Freya at het meest.

Nu verlaat ik mijn piepkleine huurhuisje en raak ik aan de praat
Met een wankelmoedige ex-walvisvaarder die graag een misnoegde kiwisorteerder zou worden
‘Wat een vreemde ambitie!’ roep ik uit
De walvisvaarder is op zijn tenen getrapt en zegt kinderachtig: ‘Jouw ambitie is nog veel vreemder.’
Maar ik heb niets gezegd over mijn ambitie
Mijn ambitie: een briljant gedicht schrijven over anjers waarmee ik de bedeesde zeepzieder
Voor mij kan winnen, over anjers maar ook over herten en trompetten
Weinig mensen, een opvallende afwezigheid van mezelf
Ook nog: drie planeten, een kriekentaart, een geit, en een gesluikstorte stethoscoop.

Dat is alles, de bedeesde zeepzieder zal naar adem happen
Vooral door de afwezigheid van mezelf in het gedicht
Ik schrijf graag over mezelf
De wankelmoedige walvisvaarder vraagt: ‘Hoe lang is het geleden
Dat je nog eens goed hebt gekeken naar je voetzolen?’
Ik trek mijn sandalen uit en we bestuderen samen mijn voetzolen
Onopmerkelijke eeltvorming, lelijke gelige kleur
De zon komt op, rood als een rieten souvenirhaan
Kitsch uit Paraguay, de wankelmoedige walvisvaarder blaast een ballon op tot hij barst.

Dat heb ik mijn moeder eens zien doen op het strand van De Panne
Het was een wedstrijd voor de ouders
Wiens ballon als eerste knapte was zo fier als een pauw
En zijn kind was nog fierder
De winnaar was de vader van Johan, weduwnaar en brandweerman
Mijn moeder werd verdienstelijk tweede, mijn vader stond aan de zijlijn
En zei achteraf tegen mijn moeder: ‘Ik spuw op je vulgaire competitiviteit!’
Maar hij was te dronken om ‘competitiviteit’ uit te spreken
En dus zei hij: ‘Ik spuw op je verwerpelijke geldingsdrang.’

Oh papa
Oh mama
Oh stomme stugge bittere giftige Delphine Lecompte
De wankelmoedige walvisvaarder vertrekt naar het arbeidsbemiddelingsbureau
Om zijn kiwisorteerderdroom waar te maken, ik wens hem veel geluk
Hij beweert geërgerd dat hij geen geluk nodig heeft
‘Fuck you, spiteful wanker!’

Ik keer terug naar mijn piepkleine huurhuisje
Ik verwacht een beetje dat het tijdens mijn afwezigheid groter is geworden
Maar het is gelijk gebleven
In mijn keuken masturbeer ik met een bronzen beeld
Dat een zieltogende sabelwolf voorstelt, ik kom klaar op imbeciele wijze
Nu heb ik honger gekregen, ik maak vijf marsepeinen touwslagers soldaat.

Ik denk aan de bedeesde zeepzieder die net als ik een verdoemde dichter is
Maar hij schrijft karig en zijn thema’s zijn altijd dezelfde: zelfmoord en containerschepen
Hij haat de necrofiele tegelleggers, incestueuze imkers en naargeestige struisvogelkwekers
Die mijn poëtisch universum bevolken
De blasfemische horlogemakers haat hij nog het meest
Ik heb nog steeds honger, om de honger te verbijten vermink ik
Mijn afgrijselijke voetzolen met een verroeste blikopener.

Over de auteur

Delphine Lecompte