Gepubliceerd op: zondag 12 juni 2022

Delphine Lecompte – Zelfmoord met een ijsbeer

 

Ik word wakker om een uur ’s nachts
Ik word wakker in de knusse logeerkamer van de oude kruisboogschutter
Alles is knus in de geest en in het huis van de oude kruisboogschutter
Maar knusheid is niets voor mij en ik mis de uitbundige smerigheid
En de hopeloze kinderlijkheid van de voormalige vrachtwagenchauffeur
Ik sta op en maak een spuitbus slagroom en een zak paprikachips soldaat
Het is niet genoeg, dus eet ik nog een blik erwten en een chocolade rattenvanger
Ik wil zelfmoord plegen met een ijsbeer, ik heb gelezen dat het een mogelijkheid is.

Je gaat naar een zoo, je springt in het water
Net voor de voedselbedeling
Jij bent nu het voedsel, de eerste ijsbeer neemt een hap uit je schouder
Je schreeuwt, er is geen weg terug
De tweede ijsbeer peuzelt je voeten op
En de derde ijsbeer gaat aan de haal met je hart en je lever
Dat is mijn fantasie, een ontslagen leerkracht heeft het geprobeerd
In de zoo van Berlijn, maar de dierentuinmedewerkers schoten alle ijsberen dood
En ze herstelde van de bijtwonden, wat is er van haar geworden?

Ik wil geen dode ijsberen op mijn geweten
Tot slot eet ik een liter vanille-ijs, het is slecht
En ik gooi de lege doos uit het raam en hoop tegen beter weten in
Dat de doos een condor wordt en dat ik straks wakker word
In La Paz waar ik een gelauwerde koorddanseres blijk te zijn, of een verguisde abortusarts
Alles beter dan dit, de oude kruisboogschutter betreedt de keuken
Hij zegt: ‘Delphine, ooit heb ik een traplift gekocht van een truffelraapster,
Ze was afatisch, haar zoon heeft mijn geld in ontvangst genomen.’

Ik grinnik, het is nochtans geen grappig verhaal
De zon komt op en we rijden naar het oogziekenhuis
De oude kruisboogschutter betreedt het ziekenhuis zonder mij
Ik loop naar de beschimmelde huurwoning van de voormalige vrachtwagenchauffeur
Hij staat te roken op zijn drempel, hij is verwikkeld in een geanimeerd gesprek
Met de gedrongen achterdochtige Wit-Russische hondenkapster
Die sinds gisteren een eetstoornis heeft, maar een andere dan de mijne
Een veel bespottelijkere eetstoornis dan de mijne.

Ik jaag de hondenkapster weg met mijn vijandige toegeknepen ogen
En met een universele middelvinger
Ik neem de hand van de voormalige vrachtwagenchauffeur en leid hem
Naar het bed, maar eens daar aangekomen besef ik dat geen zin heb
Om hem te pijpen, ik doe het toch
En daarna val ik in slaap, slapen is mijn enige hobby
Ik droom alweer dat ik een baby ontvoer en meeneem naar een museum
Waar uitsluitend etsen van stierengevechten hangen, de baby zegt: ‘Wolk, wolk, wolk.’
Ik verbeter hem: ‘Bloed, bloed, bloed.’

Ik word wakker en ik betast mijn borsten: de vierde ijsbeer smult van mijn tieten
De voormalige vrachtwagenchauffeur vraagt: ‘Heb je opnieuw gedroomd
Dat je in een duikboot in Helsinki werd aangevallen door een fascistische dwerg
Met een scherpe bronzen kompel die voor het ongeluk werd geboren?’
‘Nee.’
De zon gaat onder en ik hoop dat mijn moeder nooit een transseksuele coniferenscheerder
Vermoordt, wat mijn vader uitsteekt laat me koud, het zou niet mogen.

Over de auteur

Delphine Lecompte