Gepubliceerd op: maandag 11 april 2022

EI 315: Froukje van der Ploeg – Harmonica

 

We trekken behoedzaam onze jas van steen van ons af
plakken het uitzicht van elk raam in ons geheugen
we vouwen het huis uit, servies dwarrelt als een vlinder
We trekken onze jas van steen behoedzaam van ons af
banken zoeken nieuwe vloeren om op te staan, kussens handen
om beklopt te worden, opgeschud, bestek in monden gestopt
We trekken onze jas van steen van ons af, behoedzaam
plakken het uitzicht van elk raam in ons geheugen

 

Er spelen een paar woorden een bijzondere rol in dit gedicht.

Het meest in het oog springend is ongetwijfeld het woord ‘behoedzaam’. Op de hoede en bedachtzaam – het kenmerkt dit gedicht: geen onbezonnen acties of overemotionele toestanden hier. Het ‘servies’ wordt niet in een ruzie met kracht door ‘het huis’ gesmeten, maar ‘dwarrelt als een vlinder’.
Het is niet moeilijk te zien dat het idee van verhuizen belangrijk is in dit gedicht. Het woord ‘behoedzaam’ toont dit door letterlijk binnen de zin waarvan het deel uitmaakt te verhuizen. In v1 is het nog het derde woord; in v4 is het al ver naar achteren geschoven en staan er nog maar drie woorden achter; in v7 tenslotte is het helemaal het laatste woord en wordt het bovendien van de rest van de zin gescheiden door een komma. Het lijkt klaar om los te breken van de zin.
Op deze manier legt het gedicht de nadruk op het fenomeen verhuizing als reconfiguratie – meer dan enkel verplaatsing. Misschien mogen we in het gebruik van het woord ‘vlinder’ zelfs lezen dat het gaat om transformatie. Dat zou immers ook met het woord ‘behoedzaam’ kunnen gebeuren als het uit de cocon breekt die de zin om dat woord heen vormt.

Een ander woord met een belangrijke rol in het gedicht is ‘We’. Vier van de acht versregels beginnen met dit woord, waarvan drie keer met een hoofdletter. Daardoor structureert het het gedicht in drie delen. Wie zijn deze ‘we’? Daar zegt het gedicht niets over. Misschien een stel, hetgeen binnen de context van de Boekenweek voor de hand ligt. Gaan ze samen verhuizen? We kunnen het gedicht ook lezen als een stel dat uit elkaar gaat en de huisraad verdeelt. Daarbij verlaten ze ‘behoedzaam’ hun stellingen van emotionele verharding die tussen hen is ontstaan (‘onze jas van steen’).
Mogelijk duidt de ‘we’ op een grotere groep, bijvoorbeeld een gezin. We kunnen het zelfs lezen als “wij, mensheid” – en misschien verlaat de mensheid in een raket voorgoed de aarde. Het ‘servies dwarrelt’ in gewichtloosheid, ‘het uitzicht van elk raam’ toont de planeet die ‘we’ achterlaten en vanaf nu alleen nog in het collectief ‘geheugen’ leeft. Herinneringen als foto’s in een album geplakt.

En tenslotte is er het woord van de titel. Een harmonica als muziekinstrument leidt ons naar klank, harmonie, en (als trekharmonica) een cyclisch in en uit ‘trekken’. Door de rondeelstructuur heeft het gedicht als vanzelf klankherhalingen. En daardoor krijgt het ook een cyclisch karakter. Met een beetje goede wil kunnen we in de driedeling van het gedicht een ‘uit’ (v3) en ‘in’ (v6) elkaar gaan van een trekharmonica zien. Maar het sterkste werkt in dit gedicht het idee van harmonie door. Een harmonieus samengaan. en dat lijkt vooral voor verleden en toekomst te gelden. Het gedicht vraagt enerzijds om flexibiliteit en om niet vast te blijven zitten in ‘onze jas van steen’. Het is positief over de toekomstgerichte veranderstrategieën reconfiguratie en transformatie. Anderzijds legt het de nadruk op het meenemen van lessen uit het verleden, om ‘het uitzicht van elk raam in ons geheugen’ te ‘plakken’.
Vooruit naar de toekomst, maar in goede harmonie. Inderdaad: ‘behoedzaam’.

 

Eerste Liefde

 

Diverse auteurs
Eerste liefde
Rondelen over het thema van de Boekenweek
Uitgeverij Wereldbibliotheek & Nieuw Amsterdam
ISBN 9789028452374

 

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.