Gepubliceerd op: zondag 24 april 2022

Delphine Lecompte – Vreemd dit genieten, bikkelhard deze wereld

 

De gesluikstorte carrouselhaas is op de een of andere manier mooier dan de volle maan
Ik kan het niet uitleggen, ik kan wel huilen
Iemand heeft een hakenkruis gespoten op de poort van de opslagplaats voor tandartszetels
Gelukkig staat er een vriendelijke tekening van een zonnebadende berentemmer
Op het strand van De Panne net onder het hakenkruis, de vrouw van de berentemmer leest
Een biografie van Harry Houdini, ook dat is bemoedigend
Ik werd deze ochtend verkracht door een necrofiele tegellegger
Hij wist nochtans dat ik een hartslag had.

De zon komt op en ik wandel traag naar de kerk waar ik werd gedoopt
Ik was veel te oud, ik kon reeds de woorden ‘sneeuw’ en ‘cariës’ spellen
Sneeuw was hemels, cariës was hels
Ik koop een broodje met tonijnsalade in de broodjeszaak van de hypochondrische ex-kooivechter
Maar ik ben te angstig om te eten
Ik koop een fles witte wijn in de kruidenierswinkel van het verzuurde
Voormalige kindsterretje Yvonne
Maar het is haar zoon, de imbeciele vogelwichelaar, die me hartelijk en uitbundig bedient
Ik drink de fles witte wijn leeg op de sokkel van het standbeeld van Hans Memling
Het helpt maar even.

Het komt nooit meer goed met mij, denk ik puberaal en pathetisch
De bedeesde zeepzieder spreekt me aan, hij vraagt: ‘Wil je weten
Hoe Emile Zola aan zijn einde kwam?’
Ik antwoord: ‘Natuurlijk wil ik dat weten!’
De bedeesde zeepzieder zegt: ‘Het was een banale koolstofmonoxidevergiftiging.’
‘Oh, dat is teleurstellend,’ zeg ik
Nu lopen we over de dijk en lachen we met de groteske gerimpelde uit hun voegen gestifte monden
Van de anorectische notarisvrouwen, precies aarsopeningen van schurftige Roemeense
Zwerfkatten en -honden, maar plots vind ik ons lachen wreed en ik stop abrupt.

Ik kijk naar mijn reflectie in de etalageruit van een schelpenwinkel, wat ben ik ziek en lelijk
Alle schelpen komen uit het buitenland
Geraapt op verre exotische stranden die niet voor mij zijn weggelegd
Verdien ik het om ziek en lelijk te zijn en nooit op exotische stranden te mogen vertoeven?
Ja
De bedeesde zeepzieder niest en zegt: ‘Ik droomde vannacht dat mijn vader een aardige
Moldavische korfbalspeler was, hij leerde me wat priemgetallen zijn
En de stamper van een plant. In mijn droom at hij graag radijzen en marsepeinen kruisbogen
Zijn favoriete film was The Third Man en hij had een zachte lispelende voetverzorgster
Met paarse nekwratten die heen en weer slingerden als anemonen
Telkens ze in de weer was met de eeltige likdoorns van mijn milde genadige droomvader
Was ik maar nooit wakker geworden…’

We betreden een kreeftenrestaurant en de bedeesde zeepzieder hekelt meteen
De pseudo-artistieke foto’s aan de muren: een torero, een leeg balkon, een slangenprocessie,
Een nauw steegje, een stokstaartje, en een pausbeeld in de steigers
Ik durf niet te bekennen dat ik de foto’s mooi vind
Vooral de foto van de sierlijke sinistere torero met de prachtige brokaten bolero aan
Hij heeft geen wenkbrauwen en hij loenst een beetje
Mijn kreeft lijkt op een Oost-Europees afluisterapparaat
De bedeesde zeepzieder zegt: ‘Mijn kreeft ziet eruit als een verbrande glasblazer met kapsones
Ben je nog altijd verliefd op mij?’
‘Nee.’

Ik eet met lange tanden mijn kreeft op en denk teder aan mijn gulzige keizerlijke moeder
Die in een Pools operagebouw het leven redt
Van een schizofrene alpacafokker die ten onrechte wordt beschuldigd
Van de moord op twee vijfjarige slagerszonen
Zo is mijn moeder, onversaagd en heroïsch
Nu kijkt ze naar een piraat op het podium
Hij zingt dat het leven geen stuiver waard is, ze gooit een dode egel naar zijn hoofd.

Over de auteur

Delphine Lecompte