Gepubliceerd op: dinsdag 22 maart 2022

Eerste Liefde Feuilleton – aflevering 5

 

spiegeling

Zeker, hij is een laatbloeier. De voorbereidende septemberweken Duitse taal en letterkunde, de zogenaamde ‘propedeuse’, in Antwerpen aan de universiteit, toen nog onder het gezag van (alweer) jezuïeten. Studenten en studentes. Na twaalf jaar jongensschool en -college vond hij het opeens heerlijk. Alsof een te lang gesloten poort wijd openging. Hij werd op slag verliefd op een meisje uit Halle, haar naam is hij vergeten. Begon hij met een L? Klein van gestalte, met een grappige snoet en lang donker haar. Ze gingen samen in een café hun boterhammen opeten. Ze zei dat ze al iemand had en dat die drie jaar ouder was.

In twee opeenvolgende zomers (1973 en 1974) bezoekt hij, telkens voor twee-drie weken, germanistische Ferienkurse in Freiburg i.Br. en Münster. Een heerlijke belevenis. Studenten uit heel Europa. Samen op uitstap, ’s avonds worden er feestjes georganiseerd. Een knappe langharige Française vertelt daar er zeker van te zijn dat hij een Italiaan is. Iedereen lachen wanneer hij het ontkent: ‘Ich bin Belgier.’ Avances waren het, beseft hij pas later, hij gaat er niet op in. Op een van de laatste avonden komen de jonge mannen op een kamer bijeen, geen vrouwen in de buurt. Een Zweedse student heeft een blootblaadje meegebracht met pikante close-ups: wel twintig verschillende schaamhaarkapsels, het ene al gekker dan het andere. Ze lachen om ter grofst.

Een West-Vlaams meisje, uit Kortrijk. De levenslust zelf. Mooie witte tanden die ze graag bloot lacht. Ze heet K. en is wat flirterig. Opnieuw wordt hij verliefd. A., een verstandige en melancholische Hongaars-Belgische jongen met wie hij prompt vriendschap sluit, port hem aan om haar te bellen zodra ze terug zijn in België. Hij zoekt in een telefoongids haar nummer, krijgt verdorie haar moeder aan de lijn maar waagt het erop. K. reageert afstandelijk. Ze zegt: ‘Morgen ga ik met mijn vriend naar zee.’

Op een dag in de vakantie komt nogal onverwacht een achternichtje thuis in Dilbeek op bezoek. Ze heet Fanny en woont bij haar ouders, broers en zussen in een Brusselse voorstad. Waarom is ze gekomen? Ze hebben haar nog nooit gezien. Ze moet wel drie jaar jonger zijn dan hij. Hij mag haar zijn kamer laten zien. Hij toont haar zijn nog niet erg gevulde bibliotheek, die berekend is op groei, maar ze heeft duidelijk weinig interesse voor zijn boeken.

Ze komt dicht bij hem staan. Hij ziet haar knappe zij het wat vlezige gezicht, haar volle haardos, ruikt zelfs haar geur. Ze likt met het puntje van haar tong heen en weer over haar bovenlip, lijkt op iets te wachten en kijkt hem doordringend en verwachtingsvol aan. Hij denkt: mijn moeder kan elk moment naar binnen komen. Opeens zegt ze, meer een bittere vaststelling dan een vraag: ‘Gij zijt zeker ne jongen die alles doet wat zijn ouders hem zeggen?’

In 1975 maken ze met de universiteit (docenten en studenten) een meerdaagse studiereis naar Berlijn. Op amoureus vlak valt er niets te melden, tenminste wat hem betreft. Ze laven zich aan taal, kunst en cultuur. Struinen door de grootstad. Ze kijken hun ogen uit. Wonen op een avond in de Deutsche Oper een opvoering van Mozarts Die Entführung aus dem Serail bij. Eén keer staat hij op een breed trottoir te kijken naar de moderne maar vrij anonieme hoogbouw in West-Berlijn. Op een straathoek komt een geschminkte vrouw, ze draagt felrode laarsjes, is naar schatting een jaar of veertig, naar hem toe. Ze vraagt hem op de man af en zonder plichtplegingen: ‘Woll’n Se mitkommen?’ Hij begrijpt meteen wat ze bedoelt. Zegt hoffelijk: ‘Nein, danke!’ Met een vrouw naar bed gaan lijkt hem wel verlokkelijk maar – dit heeft hij voor zichzelf uitgemaakt – alleen als er liefde is tussen hen.

Het centrale thema van deze levensfase is dan ook de seksuele onthouding – die Pubertätsaskese. Door zich te verzetten tegen de seksuele impulsen uit het Es, wordt het Ego versterkt en krijgt het zijn volwassen vorm. Huiselijk gezegd: de adolescentie is de periode waarin het Ego zich tegenover het Es moet bewijzen om uiteindelijk als sterkste uit de strijd te komen.

Dat verzet houdt volgens de psychoanalytische theorie in dat de impulsen door beredenering onder controle worden gehouden. De jongere moet zichzelf overtuigen dat het goed is niet toe te geven aan zijn aandrang.
(Rita Kohnstamm, Kleine ontwikkelingspsychologie III, p.66)

Entfuhrung

 

Een dagje rust. Overmorgen verschijnt de volgende aflevering van dit Eerste Liefde Feuilleton.

Over de auteur

- is criticus en literair vertaler: recentelijk Ann Cotten, Alle zwanen heten Reinhard en andere gedichten (2011), Spiel auf Leben und Tod. Die Auferstehung des Konrad Bayer (Schreibheft 79/2012), Norbert Hummelt, Geen veerman, geen Styx (2014, met Jan Baeke), Marion Poschmann, Landschap van wilde geruchten. Gedichten (2015), Konrad Bayer, idioot (2015), Konrad Bayer, de peer en ander proza (2017), Ernst Jandl, poëzieklysma (2017), Jean Paul, Gedachtegewemel (2018), Georg Heym, De gek (2019), Gerhard Rühm, het raam (2020), Novalis, Fragmenten/denkopdrachten (2020), Cornelia Hülmbauer, Cyclus V (2020)