Gepubliceerd op: donderdag 3 maart 2022

Delphine Lecompte – Hommage aan Ozzy Osbourne, eindelijk

 

Mijn beste vriend, de vervelende nuchtere gierige geestdriftige ontzettend Hollandse Tom America (in mijn gedichten noem ik hem soms ‘de lankmoedige dadaïst’), noemde Ozzy Osbourne onlangs ‘kosmonaut van de leegte’, en dat vond ik indrukwekkend krachtig formidabel compact verrassend juist geformuleerd. Hij zei ook nog: ‘Je moet hem interviewen, dat zal je vast opbeuren.’
Graag. Wie kan dit voor mij regelen?

Zoals veel mensen van mijn generatie leerde ik Ozzy Osbourne kennen dankzij het hilarische vulgaire warts and all MTV-programma The Osbournes. In dat programma maken we kennis met een schuifelende charmante afwezige korzelige vloekende mompelende berustende gesedeerde geestige argeloze ontwapenende Ozzy, en met zijn intelligente gewiekste bazige dappere scherpe genadeloze vrouw Sharon, en helaas ook met hun twee jongste kinderen, de rotverwende klagerige zwaarlijvige onbevallige pubers Jack en Kelly. Er lopen ook veel kleine kwijlende incontinente rare lelijke gedrochtelijke hondjes rond in het immense huis in Amerika, niet in Engeland.

Ik was eenzaam toen, ik was 24 en vulde rekken in een sinistere supermarkt. Mijn haar was slierterig en mijn neus kwelde me als nooit voorheen. Ik wilde opnieuw kind zijn, maar deze keer in een hecht en warm gezin met comfortabele geluiden en beheersbare drama’s en geen emotionele chantage. The Osbournes waren het gezin voor mij.
Ozzy stal moeiteloos de show: onweerstaanbaar komisch, ontstellend sympathiek, zombie-achtig suf soms, vaak heerlijk mopperend, surrealistisch profetisch raaskallend, de strontraper, de boeman, kop van jut, veelgeplaagde vader, alcoholistisch wrak, tedere slinkse compromisloze rebel, debiele milde ingoede barbaar. Hij deed zich altijd dommer voor dan hij was. Of misschien was Ozzy Osbourne dom. Misschien is Ozzy Osbourne oliedom.
Nee!
Ozzy Osbourne speelt zijn domheid, om iedereen een plezier te doen. Uit gemakzucht, luiheid, duivels plezier. Maar hij is in werkelijkheid de meest geniale, zuivere, pure, briljante en aantrekkelijke mens ter wereld. Hij is de meester van de koddige weerspannigheid. Hij is de koddige weerspannigheid gepersonifieerd. Er is geen masker, geen façade, geen fatsoen, geen lastige beschaafdheid. Ozzy is zalig, niet imbeciel. Maar ik begrijp de verwarring. Natuurlijk aanbid ik hem. Ik kan toch geen stugge dorre lamlendige hermetische obscure Finse dichter aanbidden?!

Ozzy Osbourne - autogramm

Ik lees dagelijks interviews met Ozzy Osbourne, en daarin zegt hij constant simpele incoherente psychotische aanstootgevende dingen die je ook kan horen in gestichten en in herbergen om 5u ’s ochtends, maar zijn uitspraken kloppen altijd. Ze kloppen en ze geven paradoxaal genoeg zin aan mijn schabouwelijke miserabele leven. De uitspraken van Ozzy geven me moed. Omdat hij het leven absurd en nihilistisch vindt en zichzelf relativeert, fileert, door het slijk haalt, belachelijk maakt. Omdat hij schaamteloos is en vol branie, en zich niet verontschuldigt voor de schade die hij heeft aangericht.
Niemand kan kwaad zijn op Ozzy Osbourne, je vergeeft hem alles. Een duif de kop afbijten tijdens een vergadering met corporate wankers (een saaie vergadering, dus was het eigenlijk hun schuld), een vleermuis de kop afbijten tijdens een concert (een fan gooide de vleermuis op het podium, dus was het een morele verplichting om zijn tanden in de vleermuis te zetten), mieren opsnuiven (niet zijn idee, het idee kwam van Nikki Sixx), pissen tegen een oorlogsmonument (Amerika geeft teveel om zijn oorlogsmonumenten), … Het is kinderlijk en grappig wanneer Ozzy deze schelmstreken, dit kattenkwaad uitvoert, je giechelt en haalt je schouders op. Althans, dat is wat ik doe: giechelen en mijn best doen om hem niet na te bootsen.

Bijna twee decennia na het MTV-programma leerde ik Black Sabbath kennen. Eerst leerde ik de voormalige vrachtwagenchauffeur kennen (lust, bier, zonnesteek), hij spijkerde mijn muziekkennis bij: het liedje Snowblind was een revelatie. Meestal hou ik niet van liedjes die over cocaïne gaan, maar Snowblind is meesterlijk en bezwerend en poëtisch. ‘Zijn stem trekt op niets, eigenlijk kan Ozzy niet zingen,’ zei de voormalige vrachtwagenchauffeur stug en korzelig. En ik schoot meteen in de verdediging, ik was bekeerd en niemand mocht nog een slecht woord over Ozzy zeggen. Natuurlijk klopt het dat Ozzy geen virtuoze zanger is, en al helemaal niet in vergelijking met Ronnie James Dio die hem zou opvolgen als zanger van Black Sabbath. Maar zijn zotte carnavaleske flamboyante optredens maken alles goed, zijn cartooneske spookhuisimago, het karikaturale maniakale huilen van een schizofrene alpacafokker in een isolatiecel, het onnozele opzichtige schalkse flirten met het satanisme…

De vriendelijke monsterlijke speelse wilde sjamanistische onschuldige primitieve Ozzy, die The Prince of Darkness wordt genoemd, is overduidelijk een goede vrijgevige frivole luchthartige heilige uit Birmingham. Zalig en heilig. En klunzig en profetisch en onhandig en spitsvondig en alwetend en marginaal. Ja, ik aanbid hem. Zijn soloalbums zijn melig. Hoera! No More Tears was de soundtrack van mijn ontwenningskuur in 2020.
Over alcohol gesproken: Ozzy heeft blijkbaar unieke genen die ervoor hebben gezorgd dat hij bijna een halve eeuw zonder grote problemen excessief kon drinken (en dan zwijg ik nog over de andere drugs en medicatie, en het erbarmelijke eetpatroon, en de mieren). Ik ben jaloers op die genen. Ik wil Ozzy zijn, zeg ik soms tegen mijn vrienden. Dan roepen ze in koor: ‘Dat ben je toch!’. Dat is flatterend, maar helaas niet volledig juist. Ik ben toch een stuk minder roekeloos. Wat ik flauw vind van mezelf. Maar er zijn inderdaad overeenkomsten, en ik koester die overeenkomsten.
Ozzy is expansief en emotioneel. Ik ook.
Ozzy is extreem baldadig en vrolijk verwoestend. Ik ook.
Ozzy is een nobele vandaal en een zachtmoedige klootzak. Ik ook
Ozzy is grenzeloos onverantwoordelijk en kinderlijk egoïstisch. Ik ook.
Ozzy is gulzig en houdt van grote snelheden. Ik ook.
Ozzy is ongeduldig en chagrijnig en verstrooid. Ik ook.
Ozzy is corrupt en eerlijk als goud. Ik ook.
Ozzy is schaamteloos en heeft negen levens. Ik ook.
Ozzy is christelijk en hypocriet. Ik ook.
Ozzy is een introverte sociopaat en een destructieve manipulatieve onhebbelijke nozem. Ik ook.
Ozzy is een vreemd fenomeen en een buitenaards ogend scharminkel. Ik ook.
Helaas kan ik niet zoals Ozzy op een podium staan: magnetisch, dierlijk, schreeuwend, uitgelaten, walgelijk, wanstaltig, ongebreideld, woest, onfatsoenlijk, bevrijdend, bevrijd. Wanneer ik braaf achter mijn pupiter sta en monotoon mijn subversieve blasfemische obscene onorthodoxe gedichten voorlees voor een beschaafd publiek van gemiddeld achttien knikkebollende gepensioneerde stukadoors en ontslagen kraanmachinisten dan haat ik mijn stijve verkrampte aarzelende motoriek, mijn bedeesde kruiperige terneergeslagen dofheid, mijn trage stamelende verslagen stem, mijn veel te sobere kleren, mijn weggemoffelde borsten en afgeplakte littekens.

Onlangs las ik in een interview met Ozzy dat hij tijdens een zeldzame episode van nuchterheid eens op tournee was in Scandinavië, en dat hij toen in Stockholm een bijeenkomst van de anonieme alcoholisten heeft bijgewoond. Een prachtig hartverwarmend haast surrealistisch beeld. Hoe hebben ze op hem gereageerd? Die nuchtere Zweedse moraliserende pezewevers? Zoals elke stam, club, vereniging, groep, meute op hem reageert: geschokt, verwonderd, bevreesd, ontdooiend, koesterend, moederlijk, onwillig grinnikend, ongewild overstag gaand, eeuwig gecharmeerd.
Het leven van Ozzy Osbourne zit vol crisissen, wonden, plekken, vlekken, twisten, schaamte, bloed, tranen, hartzeer, blamage, zaad, kwijl, schijt, en morsigheid die hij zichzelf en anderen heeft aangedaan. Maar het is onmogelijk om iemand te vinden die iets akeligs of laatdunkends over hem wil zeggen.
Hij is Jezus noch Lucifer.
Hij is Gregor Samsa noch Faust.
Hij is Orson Welles noch Klaus Kinski.
Hij is niet De Vreemdeling, en hij is zeker Humbert Humbert niet.

Ah neen, aangezien hij een oude inhalige heks vereert: Sharon. Zijn devotie voor haar is eindeloos en onbegrensd, het lijkt op afhankelijkheid. Het lijkt zelfs een beetje op het Stockholmsyndroom.
Sharon regelt alles: geldzaken, processen, medische behandelingen, studiotijden, concerten, hondenoppassen, aan de deur gezette muzikanten, begrafenissen, testamenten, alimentaties, goede doelen, elektriciteitsrekeningen, ijsjes en lijfwachten. Een beetje zoals de oude kruisboogschutter alles voor mij regelt. Mama, I’m Coming Home was haar beloning. En seks en tederheid.
Ik geef seks en tederheid aan de voormalige vrachtwagenchauffeur. En regelmatig schrijf ik gedichten over hem en voor hem, maar hij leest mijn gedichten niet.
Wil ik bevriend zijn met Ozzy Osbourne?
Misschien.
Misschien is hij al mijn vriend.

Over de auteur

Delphine Lecompte