Gepubliceerd op: maandag 31 januari 2022

Poëzieweek 2022: bloem-lezen (3)

 

Het thema van de poëzieweek is dit jaar natuur. Wij laten daarom enkele bloemen en planten aan het woord over hoe zij gedichten uit de Nederlandse literatuur lezen.
Vandaag een brief die wij ontvingen van een rozenstruik over een versregel van Tonnus Oosterhoff.

 

Wij zagen ons in een kleine groep mensen veranderen

 

Geachte redactie van Ooteoote,

Met veel belangstelling lazen wij de items in uw serie bloem-lezen n.a.v. het thema van de poëzieweek dit jaar. Wij voelen ons zeer betrokken bij de poëzie. Als rozen zijn wij de belichaming van het romantische ideaal en als struik zijn wij stevig geworteld in aarde en organisch vertakt. Waren wij mensen geweest, we zouden zeggen dat we vlees en bloed geworden poëzie zijn.

Met uw permissie vertellen wij voor deze poëzieweek graag over onze favoriete dichtregel. ‘Wij zagen ons in een kleine groep mensen veranderen’. Wij fluisteren en ruisen dat regelmatig tegen elkaar. Niet omdat we graag mensen willen zijn, maar als begin van een geïmproviseerd verhaal. We maken ons eigen theaterstuk zogezegd, waarbij we zowel scenaristen, acteurs en toeschouwers zijn. En dat beginnen we dus altijd met deze dichtregel van Tonnus Oosterhoff. Wij zijn een groep, dat is dus herkenbaar voor ons. Anders dan mensen kunnen we niet zomaar van groep veranderen. Mensen zijn veel individueler en mobieler dan wij. Zij kunnen eenvoudig deel uitmaken van meerdere groepen. Wij blijven altijd dezelfde groep, hoewel we natuurlijk ook bij de groep van struiken horen. En ook binnen onze tuin vormen we een soort groep met de laurier en de tulpen naast ons. We maken verhalen dat we door de tuin kunnen springen, de zonnebloem aan de andere kant van het pad aanraken, soms zelfs dat we de poort uit gaan.

We kunnen de grootte van onze groep niet zomaar veranderen. Soms komen er wel nieuwelingen bij, en soms moeten we van een van ons afscheid nemen. Dat is een natuurlijk verloop. Het gaat veel geleidelijker en langzamer dan hoe mensen van groepjes veranderen op een feestje zoals we dat hier in de tuin wel eens hebben gezien. Soms grijpen we de dichtregel aan om een soort geschiedenisverhaal te spelen over onze oorsprong. Hoe we een groep zijn geworden. Want we zijn ooit begonnen met eentje, daarna twee, drie. En wat is het kleinste aantal waarbij er sprake is van een groep? En waardoor blijft het een groep? Wij blijven noodzakelijkerwijs altijd behoorlijk dicht bij elkaar. We zijn met takken fysiek met elkaar verbonden. Maar een groep zijn betekent meer dan dat. De mensen laten dat duidelijk zien, want voor hun geldt dat niet. We onderzoeken wat het betekent om een groep te zijn door in onze theaterstukken mensen te spelen. Soms groeit de groep in zo’n stuk, zoals in het oorsprongverhaal. Soms ook spelen we een doemscenario, waarbij we in een steeds kleinere groep veranderen. Soms ook onderzoeken we wat het betekent om een groep te blijven ondanks de verandering. Want wij zijn nog steeds dezelfde struik, hoewel er niemand meer van de eerste bloei in onze groep zit. Dat is toch fascinerend?

Zo kunnen we nog lang doorgaan, want deze dichtregel betekent veel voor ons. Dat komt misschien ook omdat hij gaat over een groep die zichzelf bekijkt. Dat doen wij ook. We kunnen ons maar beperkt buigen en draaien. We kunnen niet iedereen in de groep tegelijk zien. We kijken veel naar elkaar, want dat is de enige manier om onszelf te kunnen zien. Dat is onze spiegel, zogezegd, onze bron van zelfkennis.

We zullen het hier echt bij laten. We hopen dat u onze kijk op deze fantastische dichtregel wilt opnemen in uw serie. En wilt u Tonnus Oosterhoff namens ons ontzettend bedanken?

Met vriendelijke groet,

Rozenstruik

Over de auteur