Gepubliceerd op: zondag 26 december 2021

Delphine Lecompte – Gelukkig gaat het slecht met iedereen

 

Niemand ontroert me behalve een kind op de TV
Het huilt omdat zijn favoriete voetbalploeg een nederlaag heeft geleden
De oude kruisboogschutter kijkt verwijtend naar een kapot wafelijzer
En daarna liefdevol naar een lichtjes gebogen kaars
Met Griekse letters die half-gesmolten zijn en met een tekening van een weesmeisje
Een generisch weesmeisje met donkere slierterige haren en een gaaf argeloos gezichtje
Je kan haar niet adopteren maar je kan geld storten
En nog meer kaarsen kopen, de oude kruisboogschutter zegt: ‘Ik hoop
Dat je minnaar huidkanker krijgt, een hersenbloeding is te genadig.’

Kwaad gooit hij een kommetje radijzen uit het raam
De radijzen landen in de schoot van een pas getrouwde Oekraïense
Hondenkapster die in een koets zit en reeds twijfelt aan de zin van haar huwelijk
De zin van eender welk huwelijk, de zin van het leven
De zin van het trimmen van dwergpoedels
De zin van het opstaan en desinfecteren van de tafel en de scharen en de andere producten
En materialen die nodig zijn om haar beroep uit te oefenen, de bruidegom doet zijn best
Om de zwaarmoedigheid van zijn kersverse wulpse hatelijke misnoegde bruid te negeren
Hij speelt met een sinaasappelsticker en kijkt uit naar het zeevruchtenbuffet in de parochiezaal.

Ik zou me kunnen aansluiten bij een circus
De dame met de eczeemplekken en elke plek is een profetie
De eczeemplek in de vorm van een opgeschrikte halsbandlemming
Zou bijvoorbeeld de dood van een pedante onderwaterlasser kunnen voorstellen
Of ik zou een woestijn kunnen zoeken, een woestijn vinden
Verwilderen, mijn kleren uittrekken, strepen maken in mijn gezicht
Met een geliefd jachtmes en drugs nemen
En nog steeds problemen hebben met de kosmos en de cactussen en al mijn familieleden
De oude kruisboogschutter vraagt: ‘Hou je nog steeds van Humphrey Bogart?’
‘Ja.’
Ik kijk naar buiten, de bedeesde zeepzieder raapt de blauwe scherven van het kommetje op.

Het zijn grote scherven
Ideaal om zijn tirannieke manipulatieve lamenterende bedlegerige moeder
Met Parkinson om het leven te brengen
Maar de bedeesde zeepzieder vermoordt slechts een fascistische dwerg
En vijftien minuten later verlost hij een mismaakte kooivechter uit zijn lijden
Alles gebeurt met dezelfde scherf, de op één na grootste scherf
De scherf waarop een intacte tijger grinnikt als een dementerende orgeldraaier
Die tijdens een zeldzame middag van scherpomlijnde helderheid geniet van een pannenkoek
Met bruine suiker, en van de broze oogleden van de geschokte verpleegster
Die niet weet hoe ze moet reageren op het masturberen wanneer ze zijn slabbetje
En bord komt afruimen, de dementerende orgeldraaier zegt: ‘Troela, dit is de normaalste
Middag van mijn kruipende kwijlende incontinente ondergang, wens me proficiat en trap het af!’

Ooit was ik verliefd
Eerst op de pedofiele tuinman en daarna op Johan
De nijdige blonde zoon van een brandweerman en weduwnaar
Johan werd een junkie, zijn vader viel uit een boom
Het redden van een kat werd hem fataal
Een grijnzende Perzische kater met prachtige gele pluimen in haar muil
De pluimen van een onfortuinlijk meesje
De vader van Johan haatte mijn aanwezigheid in zijn huis
En dus ben ik naar een verweerde paardengokker met toverkrachten gegaan
Om zijn dood te arrangeren, maar na de dood van zijn vader werd Johan een junkie
En we groeiden uit elkaar, ik ging klagen bij de paardengokker maar hij lachte me uit.

Uiteindelijk werd ik verliefd op de bedeesde zeepzieder
Hij behandelde mijn verliefdheid als een nachtdier achter glas
Delicaat, omzichtig, korzelig, spottend, geërgerd, gefascineerd
De oude kruisboogschutter probeert met een tandenstoker een dode kever te spietsen
Maar de kever is te glad en de tandenstoker schuift uit als een beginnende schaatsrijder
Ik schrijf een gedicht in de keuken, het gedicht verveelt me
Er gebeurt teveel en de woorden ‘jakhals’ en ‘ladder’ staan op de verkeerde plaats
Ik open een atlas en stel vast dat Slovenië veel minder groot is dan in mijn verbeelding
De poppenherstellende buurvrouw Pia schreeuwt tegen haar stukadoor, of tegen zichzelf
Ik hoor slechts losse woorden: ‘Taart, kroon, orgel, honger, lust, hazenpad, knieval, kattenbak.’

Ik gebruik de woorden om mijn gedicht te voltooien
De oude kruisboogschutter betreedt de keuken en zegt:
‘Jij hebt verstrooiing nodig: Rome, een zwembad, seks en de cinema.’
Ik lach flauwtjes en achterbaks
Maar de oude kruisboogschutter heeft gelijk, ik trek mijn pyjama aan
En kruip huilend in het logeerbed
De oude kruisboogschutter dekt me toe, hij zegt: ‘Je bent nog jong,
Je kan nog een huis en een kippenren en een schildersezel en een broodbakmachine vergaren
En verbeten vasthouden aan je trofeeën, bezitten bezitten bezitten.’

Dat klinkt helemaal niet opbeurend
Ik zeg: ‘Ik ben te oud om een melancholische baggeraar en een necrofiele tegellegger
En een blasfemische horlogemaker en een incestueuze imker te verleiden
En verbeten vast te houden aan mijn prijzen, verstikken verstikken verstikken.’
De oude kruisboogschutter lacht ongemakkelijk
Gelukkig is de maan een verlegen sikkel deze nacht
En gelukkig gaat het slecht met iedereen, vooral met mijn familieleden.

Over de auteur

Delphine Lecompte