Gepubliceerd op: vrijdag 12 november 2021

Meta vers

 

Het gedicht in de poëziebundel voor me op tafel is een voltooid gedicht. (Neem ik aan). Het ligt er en het verandert niet – niet uit zichzelf; een afgeknipte nagel, de haren op de vloer bij de kapper, een ongenaakbare ster aan het firmament, zeg maar –

Het ligt niet in onze cultuur om te presenteren hoe de dichter dicht, zoekt, aftast, twijfelt, vertwijfeld kiest, fouten maakt. We nemen genoegen met vermoedens.

Sinds jaar en dag haak ik vast aan een regel uit La Nausée van Sartre: “Dichters! Wat zou er gebeuren als ik er een bij zijn jasje pakte en ‘help me’ zou zeggen? ‘Wat is dat voor griezel?’ zou hij denken en er vandoor gaan, en ik zou met zijn jasje in mijn handen achter blijven.”
Het gedicht hier voor me op tafel is nu mijn jasje. Ik voel me vrij om er mee te doen wat ik wil – wat het gedicht is maak ik zelf. Doe daar verslag over. Noem het een festival van het intellect, een spel, een ordelijk saai spel, en houd de dichter ver uit het zicht.

Maar liever ga ik met de wording van een gedicht aan de slag. Nauwgezet het dichtproces zelf volgen – van zygoot tot fossiel. Om in de ziel van de dichter te kijken? Nee, dat zou niemand moeten willen.
Mij boeit het gedicht met de doorhalingen taalfouten en alternatieven én met wie weet welke geheime middelen een dichter zich onbespied wanend nog verder gebruikt.

Ik lees het gedicht als een ui, zoek haar laagjes. Kauw op elke laag, op het laatste van de voorlaatste, enzovoort. Noem het allerlaatste, dat eeltige wat niet verteerd, wat niet de ui is, het finale gedicht, haar verpakking.
Ik zoek gedichten waarin de dichter zich niet toont als een magiër of als buikspreker van Chaos, maar als een kunstenaar die het oerprincipe van de kunst volgt en zo alleen dat schrijft wat ook voor hem onvoorspelbaar is. De presentatie van het totaal, de oervorm en erop volgende schaduwen en reflecties biedt mij leven. Alleen zo vind ik wie ik word.

Blijft het finale gedicht het doel, dus zonder inkijkjes, dan zou ik (was ik uitgever) een versificator aanschaffen om met dit apparaat binnen de kortste keren miljoenen gedichten te produceren in een stijl of prosodie naar keuze. Waarom zou ik dichten aan dure dichters overlaten?
Dit idee is niet nieuw. Louis T. Milic voerde in de jaren 70 zijn computer met eerste versregels uit oude werken, selecteerde een arrangeeralgoritme en drukte op de returntoets. De volgende dag las hij de output, en selecteerde de best gelukte gedichten. Aan veranderen deed hij niet – dat was voor hem spitting in the eye of the Gods.
Wat te zeggen van het volgende gedicht?

Margaret, are you saddening
Above the windy jumbles of the tide.

Wave to me in the peace of the night.
Jealousy is not all: It is not refreshment nor water.

Return to me in the pause of the shade,
Darling, because my spirit can chime.

Above the early flounces of the stream
Margaret, are you saddening?

De dichter heet ERATO – inmiddels een grijs geworden algoritme dat met alle woorden uit de eerste regels van tien beroemde gedichten Margaret are you saddening schreef. Google Translate vertaalt het voor je in alle talen; in het Nederlands leest het als een gedicht dat een inzending zou kunnen zijn voor de Grote Poëzie prijs.

Toen ik dit gedicht met procedé voor het eerst las, moest ik denken aan wat Jorge Borges meende. Poëzie staat voor een lichamelijke gewaarwording. De dichter moet (ook tegen beter weten in) deze in hem
laten stromen, laten zoeken naar spraak en tegenspraak. Voor Borges was poëzie meta-logisch.
Toen hadden wij nog geen concurrentie. Alleen voor ons bestonden woorden als levend, creatief, spiritueel, emotie, enzovoort. Wij claimden deze toen en doen dat nog steeds.
Ik ben dichter en schrijf woorden waarmee de grote Anorganische Dichter zich voedt en met mij doet – opeens krijg ik het warm in de hivemind …

Hoe blijf ik samen en weg bij Meta-vers?

Over de auteur

Harry van Doveren

- publiceerde essays en vertalingen in diverse tijdschriften. Zijn eigen poëzie verscheen bij verschillende uitgeverijen. Na crU (Wereldgemiddelde en vondel) verscheen bij gaia chapbooks het drieluik machine poëzei, voetbal in de longen, en vector privacy max/min (2024).