Gepubliceerd op: maandag 20 september 2021

EI 284: Mark van Tongele – In wording

 

Als het water je aan de lippen staat,

het ogenblik onverrichterzake ter plaatse
trappelt, zonder dekkingstroepen in het duister,

houd toch een lichtslinger om de arm.

Kroonkruid, aardbeibomen en jeneverbes
wedijverend met elkaar tussen kreupelhout.
Wilde kersenbloesem. Klinkstenen.

Een weelderig rivierbos. De wortels
van eerbiedwaardige sparren en sterk
vertakte wijze pennen. Altijd scheppen

spelingen van de natuur licht, zolang
je maar je hart om je parelmoer houdt,
terwijl je de tijdvleugelmoer los draait

tot er weer een ochtendrood woord
daagt, onvoorwaardelijk teder.

Ademhalen. Open medeklinken.

 

‘In wording’ is een proces waarin iets of iemand in beweging is, op weg om iets of iemand te worden. Omdat het hier een gedicht betreft, kan de titel ook verwijzen naar het gedicht in wording. De openingsregel ‘Als het water je aan de lippen staat’ is een momentopname, want ‘als’ geeft aan ‘Op het moment dat…’. De uitdrukking betekent dat er gevaar dreigt. In een wordingsproces kun je die ervaring ook hebben, omdat je niet altijd zeker bent van wat er gaat komen. Daarna komt een witregel waarin je in gedachten alles kunt invullen vanuit welk wordingsproces dan ook. Het kan daarom ook de situatie van de dichter zijn waarin hij een gedicht schrijft.

Daarna wordt de situatie verder ingevuld. Het ‘ogenblik’ wordt als een persoon weergegeven die ‘ter plaatse trappelt’, maar wel ‘onverrichter zake’, dus zonder dat het iets oplevert. Het komt wat hulpeloos over, wat nog versterkt wordt door de afwezigheid van ‘dekkingstroepen in het duister’. Ook hierop volgt een witregel, waardoor de regels eigenlijk precies beschrijven wat er ook op papier gebeurt: het gedicht trappelt nog wat in het luchtledige, maar is nog in wording, er dreigt wellicht gevaar (want als iets eenmaal zwart op wit staat, is er geen dekking meer mogelijk), maar er is nog niet echt iets bereikt.

De volgende regel is een oproep tot hoop: ‘houd toch een lichtslinger om de arm’. Het doet denken aan de uitdrukking ‘een slag om de arm houden’. Dan kijk je de situatie nog even aan, maar in plaats van ‘slag’ is hier ‘lichtslinger’ gebruikt, die toch hoopgevend is, juist na dat ‘duister’ uit de vorige regel. Een ‘slinger’ heeft verschillenden connotaties, zoals iets feestelijks, maar ook de heen-en-weerbeweging van bijvoorbeeld de tijd (slingeruurwerk). We moeten de moed dus nog niet opgeven, ook al staat het water ons aan de lippen en spartelt het ogenblik in het ongewisse.

De volgende strofe benoemt enkele bestaande planten die echter ook nog mooi klinken door de alliteraties. De planten en struiken bevatten allemaal opvallende vruchten of bloemen die wel heel verschillend van elkaar zijn. Het kreupelhout daarentegen is juist niet iets waarmee valt te pronken, ‘kreupel’ is mank, misvormd, misschien datgene waarvoor je bang bent als je ‘in wording’ bent. Al het moois wedijvert met elkaar te midden van het kreupelhout. Aan het slot van de strofe staat ‘klinkstenen’. Nu zijn ‘klinkers’ behalve klanken ook stenen. Zijn de planten uit deze strofe misschien de klinkstenen van het gedicht: de kroon op het werk, de kers op de taart? Klinksteen is ook delfstof, stollingsgesteente, wat overblijft na laag op laag op laag, zoals ook het gedicht lagen bevat en daarmee ‘klinksteen’ is geworden. Daarbij klinkt het gedicht ook nog in een andere betekenis.

In de vijfde strofe wordt een weelderig rivierbos beschreven. Ook hier lopen natuur en schrijfproces door elkaar door de dubbelzinnige ‘sterk vertakte wijze pennen’. De wortels van eerbiedwaardige sparren liggen in de grond, soms zelfs erboven. De eerbiedwaardige sparren kunnen ook verwijzen naar de oorsprong van de dichter(s). De strofe sluit af met de woordgroep ‘Altijd scheppen’ die verbonden is met de volgende strofe door een witregel. Omdat er nog even geen vervolg klinkt, krijg je als lezer de tijd om in gedachten het ‘Altijd scheppen’ in te vullen. Ook de dichter is altijd aan het scheppen. De zin loopt echter nog door en het zijn de spelingen van de natuur die scheppen, zelfs licht scheppen. Wordt hier verwezen naar de vierde strofe met al die planten, tevens spelingen van de natuur, die in hun schoonheid de mens kunnen verlichten? De zin is nog steeds niet afgelopen. Er volgt nog een voorwaarde: ‘zolang je maar je hart om je parelmoer houdt,/ terwijl je de tijdvleugelmoer los draait’. Parelmoer is iets moois, een schat die je kunt koesteren in je hart. Tegelijkertijd laat je de tijdvleugelmoer los: sta je even stil, buiten de tijd, en geniet van het ogenblik, van het proces in wording? Een mooie vondst die ‘tijdvleugelmoer’, want een vleugelmoer kun je los en vast draaien, terwijl de tijd vliegt (vleugels heeft?). Tijd ligt soms vast, maar je kunt er ook even aan ontsnappen. Misschien wat vergezocht, maar ‘moer’ heeft ook de connotatie met ‘moeder’, ‘oorsprong’: terwijl je de parels van je oorsprong koestert, laat je de tijd waarin ieder mens geboren is, even los?

Ook hier is de zin nog niet afgelopen. Eerst volgt nog een witregel die het loslaten van de tijd versterkt. Er is weer even ruimte voor eigen invulling, voor rust, stilte, ‘tot er weer een ochtendrood woord/daagt, onvoorwaardelijk teder.’ Hier lijkt de focus op het schrijfproces te liggen en minder op de natuur: het is de stilte, voordat er weer – in de volgende strofe – een nieuw woord komt, waar je even bij stil kunt staan. Toch verwijst ‘ochtendrood’ naar een mooi verschijnsel in de natuur. De natuur en het schrijfproces blijven hand in hand gaan. De woorden dienen zich aan, net als de natuur, zonder voorwaarde en teder.

Het gedicht sluit af met het wezen van wat leeft: ‘Ademhalen. Open medeklinken.’ Zonder ademhaling is er geen leven en al wat leeft, klinkt open mee. Zo ook de dichter met zijn (mede)klinkers.

 

Roeivlucht Mark van Tongele

 

Mark van Tongele

Roeivlucht

Uitgeverij Atlas Contact

ISBN 9789025471330

 

Over de auteur

Dietske Geerlings

- schrijft behalve poëzie, verhalen en romans ook essays over het werk van andere auteurs. Daarnaast is zij docent Nederlands op een middelbare school in Zutphen.