Delphine Lecompte – Zwaardvisdromen en tarotkaarten in de tuin van het gekkenhuis
We halen herinneringen op aan onze verblijven in verscheidene gekkenhuizen
De voormalige vrachtwagenchauffeur was de clown die mild spotte
In de tuin wanneer een goedbedoelende ergotherapeut tarotkaarten
Uit zijn mouw schudde, hocus pocus en ik dacht dat dit een medische setting was
Ik was de mascotte of het troetelkind, een beetje de ster
Ik werd overladen met geschenken: ik kreeg een grote groene koffer vol filterzakjes
Van de zwaarlijvige godsdienstwaanzinnige Bertrand, een theelichthouder
In de vorm van een drakenkop van de joviale suïcidale croupier Geert,
Een monografie van Max Pechstein van de liefelijke alcoholistische kolonelsdochter Iris,
Ananasoorbellen van de Zweedse ex-hoer Sandra dof geworden door de antipsychotica,
Een benzinepomp uit Vermont van een bulderende meubelmagnaat met vergiftigingswanen,
En de rare schuchtere anorectische gangsterdochter Inga gaf me het wrede kleurrijke
Hoofddeksel van een dode circusolifant, we waren rivalen en de nachtverpleger sloeg het
Geamuseerd gade, van de nachtverpleger kreeg ik een gierig flesje leliewater.
Ik kreeg ook nog een klatergouden naaktvingergekko van de versleten ex-bokser Patrick
Die nu in de gevangenis zit omdat hij een Pakistaanse kleermaker die zijn stamcafé betrad
Om de weg te vragen naar de dichtstbijzijnde kopieerwinkel heeft doodgemept,
Van de hoogblonde megalomane stalknecht Anthony die zijn rede was kwijtgeraakt
Tijdens een hanengevecht ergens in Cambodja kreeg ik een knisperende vampiercape
En een sierpeer, en van de kleine nerveuze angstige Nicole die dwangmatig de sleutels
Van opwindkikkers slikte om de duivelse verkrachtingen van haar duivelse broers te exorciseren
Kreeg ik een kussen met een zalige lichtgevende hinde achternagezeten
Door aristocratische hufters en verwilderde zadelmakerkinderen die de furie niet begrepen
De voormalige vrachtwagenchauffeur staat op en maakt jagerssaus met een zakje
Hij giet de poeder in een pannetje en zegt: ‘Van alle gekken was ik de enige
Die niet gek wilde blijven, daarom heb ik gespot met de tarotkaarten in de tuin.
Een naakte man op een rots, wat is het volgende? Kinderoffers?’
Ik knip een lok, de voormalige vrachtwagenchauffeur voegt water toe, alle geschenken zijn verdwenen, ik zei toch al eerder dat ik nomadisch was en niets bewaar, poeder wordt blubber.
Ik proef van de saus en nu eten we spieringkoteletten met appelmoes
We zijn ofwel doodongelukkig ofwel gelukzalig, april laat me onverschillig
De voormalige vrachtwagenchauffeur drinkt voorzichtig een blikje bier
De voorzichtigheid is bedoeld om mij te sparen
Ik mis de drank, soms denk ik dat alleen een berg me kan redden
Ik zou de berg helemaal alleen beklimmen en op de top zou ik masturberen
Met de eerste de beste losliggende steen, ik zou klaarkomen,
Een hut bouwen, heilig worden, abominabele sonnetten schrijven,
Origamiveelvraten maken, nooit meer terugdenken aan de voormalige vrachtwagenchauffeur,
Bezoek krijgen van mijn moeder, bezoek krijgen van Satan,
Terug naar beneden gaan, de eerste de beste herberg betreden, rum drinken,
Waard en papegaai over de kling jagen, verder drinken,
Op zoek gaan naar de voormalige vrachtwagenchauffeur, zijn graf vinden,
Met een obscene ketchupfles een bevende melige boodschap achterlaten,
En tot slot schijten naast het graf en betrapt worden door de oude onsterfelijke kruisboogschutter.
Hij zou me opnieuw in huis nemen
Hij zou opnieuw rijstpap voor me kopen
En kiwi’s en courgettes en luiers en multivitaminen
Hij zou nog steeds mijn schrijfsels afbreken
Hij zou de bergbeklimming afdoen als een verzinsel
Hij zou het verdienen om afgeslacht te worden met een diamantzaag
Maar ik zou te zwak zijn, ik zal altijd te zwak zijn
Daar heb je de volle maan: het enige natuurverschijnsel dat ik niet beu kan geraken
De voormalige vrachtwagenchauffeur zegt: ‘Ik was de slimste gek
En de mooiste momenten waren de ledige uren tussen volleybal en muziektherapie
Camembertschijven eten in de wasruimte en misprijzend kijken
Naar de jonge vrouwen die zich kaalschoren, behalve Sanne met de lange rode haren
Na haar ontslag heb ik een wereldbol voor haar gekocht en ze beloofde me
Dat we samen op zoek zouden gaan naar haar tante in Sint Petersburg
Een loze belofte en Sanne liet zich bezwangeren door een bleke pornoster
Die bezweek aan acute pancreatitis nog voor hun kind ter wereld kwam, een gedrocht.’
‘Met schubben en een bochel?’ Vraag ik
‘Nee, je overdrijft weer.’
We kruipen in bed en bedrijven de liefde
Het zweet van de voormalige vrachtwagenchauffeur ruikt naar halsstarrige geiten
En blauwe emmers vol creperende zeesterren
Ik denk zonder enige aanleiding aan een melancholische woonkamer
Van Jean Brusselmans, zijn vrouw zo Vlaams en schijnbaar tevreden
Dan val ik in slaap en droom dat ik in een luchterwinkel de controle verlies
Over mijn sluitspieren, de Slavische paradepaardjes lachen me klaterend uit
Ik lach mezelf ook uit, de enige die me niet uitlacht is een morsige lankmoedige
Vioolspeler met vage psoriasis en een horrelvoet, is hij het groot geworden kind van Sanne
Met de lange rode haren en wijlen de bleke pornoster?