Gepubliceerd op: zondag 5 september 2021

Delphine Lecompte – Beulen en religie

 

De beul draagt een obscene pantalon en hij vindt het geestig
Om Catharina te martelen, hij geniet als een piraat of als een taxidermist
Ook de beulen op de andere schilderijen zijn joviaal en geloofwaardig
Zonder aanwijsbare aanleiding denk ik aan de racistische fietsenmaker
Van de badstad waar ik opgroeide, maar eigenlijk was iedereen racistisch in die badstad
Toen de snoeverige makelaar Acou twee Indische meisjes adopteerde
Staarden we naar hen als naar twee wonderlijke doornstaartagamen of waaierteengekko’s
Ze waren bloedmooi en stom en hatelijk, en op 1 april werden zij het wreedst gefopt
De volgende dag gingen we biechten, de priester weigerde ons te straffen voor de wrede grappen
Mijn moeder was de enige die de racistische pesterijen aanklaagde, men noemde haar
Een pretentieuze trut en een pretbederver, ze verhuisde naar Gent (ik mocht niet mee).

Ik verlaat het museum, ik wil een diamantzaag kopen voor de oude kruisboogschutter
Maar de winkel is uitzonderlijk gesloten
In de Balsemboomstraat krijg ik een nare opmerking over mijn reukorgaan
Maar de opmerking komt van een sukkelachtige ex-zadelmaker zonder galblaas en zonder duimen
En dus laat ik het niet aan mijn hart komen, bedek ik de opmerking met de mantel der liefde
Verder in de straat hoor ik een bloedmooie alchemistische trompettist sissend moussaka bereiden
Wellicht voor de beruchte Oekraïense hondenkapster met de horrelvoet die ook tarotlezingen doet
Ze deed er een voor mij, twee weken geleden zei ze dat ik gisteren zou vermoord worden
Door de oude kruisboogschutter, het moordwapen zou een diamantzaag zijn
En ja: de oude kruisboogschutter probeerde me gisteren te vermoorden, maar zijn diamantzaag
Legde het loodje en we kregen allebei de slappe lach en toen de slappe lach voorbij was
(de mijne veel eerder dan de zijne) hebben we warme appeltaart gegeten
En gediscussieerd over snijbonen en galblaasontstekingen en depressieve symptomen bij okapi’s.

Ik ben bijna thuis, is het wel goed om bijna thuis te zijn?
Wil ik me vervelen en jeuk krijgen aan de problematische huid die mijn nekwervels bedekt?
Huid is een lelijk woord maar het meervoud huiden is dan weer prachtig
Sterk en sensueel en luguber en huiveringwekkend en hongerig makend en mysterieus
Nu ben ik thuis, had ik kinderen dan zouden ze me niet verwelkomen
Ik ken kinderen, ze zijn je liever kwijt dan rijk
Ik was een kind en ik deed koud tegen mijn ouders: ik was gehoorzaam als een robot,
Rancuneus als een honingdas, bitter als een Ierse misdaadschrijfster,
Woedend als een aan lager wal geraakte touwslager verslaafd aan lijm en minderjarige degenslikkers
Mijn vader kon mijn koudheid niet verdragen en dus liep hij weg naar een filmwoestijn
Hij speelde bijna altijd een mislukte leeuwentemmer, soms gewoon een morbide leeuwentemmer
Maar hij brak niet door en hij trok verder, hij trok naar Caracas waar hij functioneerde
Als slaapwandelaar en verloskundige, zijn brieven uit die tijd waren megalomaan en meeslepend.

Ik eet een grote chocolade veelvraat met een brandweerhelm en een geredde kever in zijn armen
Het is niet genoeg om de put te dempen
Ik eet een dikke marsepeinen draak die kwijlt op zijn eigen staart, zielig
De ontslagen kraanmachinist belt me op, hij beweert dat hij zopas
Een vleermuisteller heeft gewurgd uit zelfverdediging, hij had de vrouw van de vleermuisteller
Het hof gemaakt en daar kon de vleermuisteller niet tegen
De vrouw van de vleermuisteller heeft jaloersmakend zwarte haren
Het zwart van zaklampen en espressoapparaten, op haar dijen staan
Getatoeëerde zeemeermannen en ladders en slazwierders en één enkele Baphomet
Zeemeermannen en zeemeerminnen worden in het Schots selkies genoemd, denk ik
De vrouw van de vleermuisteller leest graag biografieën over Nelson Mandela
Wat is ze saai met haar lange benen en haar pronte borsten en haar sierlijke wijsvinger die mij ooit
Beschuldigde van een winkeldiefstal: twee vanillewafels die ik in mijn rugzak had gepropt
En ik zag aan de bakker dat hij me niet wilde vermanen en beschimpen, maar het moest
Het moest van de statige rechtschapen vrouw van de warrige klungelachtige vleermuisteller.

De ontslagen kraanmachinist heeft spijt van de wurgmoord
Hij wil zichzelf aangeven, ik zeg: ‘Doe het niet!
Vertrek naar Novosibirsk en probeer er de laatste sjamanistische civetkatten
En de laatste onschuldige incestueuze imkers te redden,
Laat dat je boetedoening zijn.’
Maar de ontslagen kraanmachinist gelooft niet dat er op deze wereld
Sjamanistische civetkatten bestaan en hij gelooft evenmin dat incestueuze imkers
Onschuldig kunnen zijn, ik verlies mijn geduld en verbreek de verbinding
Een voorbijkomende profetische glasblazer werpt een bevallige schaduw op mijn woonkamermuur
Ik zet de televisie aan en bekijk een show waarin vijf messenslijpers
Het tegen elkaar moeten opnemen, ik hou het meest van de vervaarlijk ogende kling
Van de bebaarde bedaarde listige vulkaanachtige messenslijper uit Michigan, en hij wint.

Over de auteur

Delphine Lecompte