LL 122: Aly Freije – Opbreken
We nokken af, we rennen onze koppen achterna
achter dwarse pupillen huizen nog de weides.
Ondertussen schokt de grond, verlaten ratten ons
raken duikers gestremd, klappen dorpen in elkaar.
Stijgt grondwater boven graven, zakken
Romaanse kerkjes godvergeten weg, zwijgt Buxtehude
wordt hier het hart eruit gehaald.
We voelen feilloos stemmingen aan
grondmist en leugens trekken langs de poten op
donker dondert boven onze vachten.
We vrezen voor topzwaar
klimmen de dijken op.
We stijgen, worden wollen wolkendieren
we blaten ons verhaal.
(bij de aardgasboringen in Groningen)
Aly Freije publiceerde in 2009 de Groningstalige poëziebundel Wondpoeier, uitgeverij kleine Uil. Daarna volgde Nederlandstalig werk bij uitgeverij In de Knipscheer, in 2016 de poëziebundel Door het vanggat en in 2018 de novelle De vloeivelden in. In 2021 verschijnt daar haar nieuwe poëziebundel Een engel aan de deur.