Gepubliceerd op: vrijdag 20 augustus 2021

Beelden uit een tentoonstelling (13) – Luc Tuymans

 

© Luc Tuymans

Big Brother
© Luc Tuymans

 

   (Terwijl ze de meer dan ruime tentoonstellingsruimte op de tweede verdieping betreden.)

– Wat een mooi licht hangt hier, net gezeefde witte nevel …
– Dat komt door de zon op die matglazen ramen, de witgeschilderde muren en de overvloedige neonverlichting.
– Kijk daar, dat schilderij links naast de doorgang. Fascinerend.
– Wat zie je?
– Een cirkel waar bedden rond gegroepeerd staan. De ruimte lijkt wel een zaal in een oud kasteel, met nissen en zware gordijnen aan de zijkant.
– Een ziekenzaal?
– Dat collectieve, ja, zo ziet het er wel uit. Maar nee, dat kan niet: het zijn allemaal tweepersoonsbedden.
– De bedden zelf zijn ook geen ziekenhuisbedden. Ze lijken eerder van hout, met hun hoge hoofdeinde en hun op- en aflopende voeteneinde.
– Liggen er mensen in?
– Eerst denk je dat ze leeg zijn. Maar er zijn welvingen onder de witte lakens te zien, alsof er zich mensen onder verbergen.
– Mensen of spoken?
– Ja, die gestalte links is helemaal een spook. Doet me denken aan die geliefden met doeken over hun hoofd van Magritte, ‘Les Amants‘.
– Het hele schilderij heeft iets spookachtigs, zweeft tussen dood en leven.
– De kleuren spelen daar ook een rol in: het wit is vuil, en het zwart is met wit vermengd. Grijs dat geen wit wil worden …
– Er lijkt een doem over te hangen. – Hoe heet het eigenlijk?
– (Kijkt op het bordje links.‘Big Brother’, 2008. Nu wordt me een en ander duidelijk.
– Hoezo???
– Ja, als je nooit naar dat programma wilt kijken … Je weet toch dat die vrijwillig opgesloten deelnemers in één ruimte slapen?
– Ook koppels?
– Mm, ze moeten wel. Kan voor het alziende cameraoog interessant worden. De kijkers zijn toch voyeurs?!
– Griezelig is dat. Je intimiteit prijsgeven.
– Daar leeft het programma van.
– Dan nog liever dood. Die witte lakens die zo afhangen doen me trouwens aan lijkwaden denken.
– Mmmh. Nu wordt die grote cirkel in het midden ook duidelijker. ‘Big Brother is watching you.’
– Hij heeft inderdaad iets van een oog – hij staat ook wat bol.
– De titel geeft dus een hint naar de bron waarop Luc Tuymans zich heeft gebaseerd. Alle schilderijen hier zijn toch bewerkingen van schermbeelden?
– Ja. Maar wat ik dan niet begrijp, is die historische, bijna middeleeuwse setting.
– De schilder wijkt wel vaker van het oorspronkelijke beeld af.
– Maar ik dacht dat hij juist eigentijdse schilderijen wou maken? En hier lijkt hij het beeld eeuwen terug geprojecteerd te hebben …
– Dat doet me denken aan die kritiek die we daarnet hoorden: ‘Tuymans schildert prachtig, maar hij maakt het zich te gemakkelijk door gewoon bestaande beelden over te nemen.’
– Hier heeft hij er dan toch veel aan veranderd. Het losgemaakt van zijn tijd, om het universeler te maken?
– Ik weet niet of een hedendaagse schilder op universaliteit of eeuwigheidswaarde uit is.
– Toch toont hij via een loutere buitenkant de verschrikkelijke binnenkant van een tijdsverschijnsel. Eigenlijk hadden we het door nog voor we de titel hadden gelezen. Dat pleit voor de kracht van dit schilderij.
– Opwekkend is het niet.
– Zomin als Big Brother. Vrolijke fransen lopen er al genoeg rond.
– Het schilderij straalt als het ware.
– Tja, maar niet van vreugde.
– Straling als van een atoombom.
– Daar dacht ik ook aan: schilderen na Hiroshima. (Ze lopen verder.)

   (Drie kwartier later, in de bookshop, bladerend in het boekje bij de tentoonstelling.)

– Kijk, hier staat het commentaar van Tuymans zelf: “Een lege slaapzaal uit de realityreeks Big Brother. Een bewakingscamera filmt de klok rond de werkelijkheid in al haar banaliteit, als ruw materiaal geboren uit een vrijwillige gevangenschap, voyeuristisch, gesegregeerd en exemplarisch.”
– Zo is het. Kom, buiten schijnt de zon.

Luc Tuymans, Big Brother (2008) was te zien op de tentoonstelling Luc Tuymans ‘Against the Day in WIELS, Brussel.

Over de auteur

- is criticus en literair vertaler: recentelijk Ann Cotten, Alle zwanen heten Reinhard en andere gedichten (2011), Spiel auf Leben und Tod. Die Auferstehung des Konrad Bayer (Schreibheft 79/2012), Norbert Hummelt, Geen veerman, geen Styx (2014, met Jan Baeke), Marion Poschmann, Landschap van wilde geruchten. Gedichten (2015), Konrad Bayer, idioot (2015), Konrad Bayer, de peer en ander proza (2017), Ernst Jandl, poëzieklysma (2017), Jean Paul, Gedachtegewemel (2018), Georg Heym, De gek (2019), Gerhard Rühm, het raam (2020), Novalis, Fragmenten/denkopdrachten (2020), Cornelia Hülmbauer, Cyclus V (2020)