Gepubliceerd op: vrijdag 9 juli 2021

LL 121: Martin M. Aart de Jong – Bahasa

 

Er kleeft iets van een kleur aan taal.
Iets waterigs. De kale polders.
Je kunt nooit helemaal uitsluiten
Dat het gebeurt. Het land is klein.

Er zwemmen vissen over. De gaten
Van de grens je kunt ze niet.. Gardez!
Fait attention. Voor je het beseft koken
De waterlinies krimpen al. Verdampt
Doch maal. Voor iedereen een stukje

Beemster. Ze dachten over mij op
School dat ik een vreemde taal kon
Spreken. Een taal die bruiner was

En toch niet zo bijzonder. De taal
Was iets als Buitenlands. Dat was
Gewoon bijzonder. Maar ik zweeg.

 

IMG_20200520_110630

Ik kwam in mei 1966 ter wereld in Hellevoetsluis, in een nieuwbouwhuis met uitzicht op een weiland en een lange dorpsstraat. Mijn moeders wieg stond in Zeeland, die van mijn vader in Bandung, Nederlands-Indië. Aan mijn vader dank ik mijn dubbele achternaam die alom tot verwarring leidt. Verwarring is een van de grote thema’s in mijn leven. Ik doorliep verschillende niveaus van onderwijs, van MAVO tot en met universiteit. Fietste door Engeland, Ierland en Frankrijk. Werkte in het onderwijs, bierbrouwerij, postbezorging, reisbegeleiding en gehandicaptenzorg. Ik woon in een Centraal Wonen project hartje Leiden. Voor de coronacrisis reisde ik regelmatig naar Nepal, waar ik in 1995 voor het eerst belandde. Het blijft zoeken, behelpen en ontdekken. Poëzie maakt het leven niet eenvoudiger, maar biedt ruimte voor contemplatie en inzicht. Ik behoor tot de Marginalen, een groep individuele dichters die niet is doorgebroken en toch een zekere bekendheid geniet. Een positie met ongekende vrijheid en een wijds perspectief.

 

 

Over de auteur

- Roel Weerheijm (1983) is neerlandicus in de breedste zin van het woord: als schrijver, dichter, journalist, interviewer en docent wil hij op alle mogelijke manieren de pracht van taal en literatuur onthullen.