Gepubliceerd op: zondag 25 juli 2021

Delphine Lecompte – De lookangst en lasogen van Suiker

 

Ik zit naast de voormalige vrachtwagenchauffeur en luister
Naar zijn verhalen over de lasogen en de voorraden van Suiker,
Over zijn angst voor look en over zijn hobby: raderdiertjes uitdrogen
En katapulteren naar de maan, die hobby vind ik tragisch en mooi
De voormalige vrachtwagenchauffeur zwijgt bruusk en legt zijn hand op mijn dij
De afstandsbediening van de televisie valt op de grond, de televisie is onze afgod niet
Maar we kijken graag naar maffiosi die elkaar verraden en verdelgen
Maar die wel de katholieke liturgie in acht nemen en hoe! met ontzettend veel
Kaarsen en beelden, en met bloedstollende ernst en ontzagwekkende elegantie
Of plechtigheid of waardigheid, wij kunnen er alleszins een puntje aan zuigen.

Suiker werd de pispaal van de klas, de klas lassen voor beginnelingen
Toen hij beweerde geen masker te moeten dragen
Omdat hij lasogen had, maar misschien was het de waarheid van een superheld
De voormalige vrachtwagenchauffeur frunnikt aan de rits van mijn lelijke fluwelen broek
Ik had geen andere broek, de oude kruisboogschutter wil mijn was niet meer doen
De rits is kort, en dus is ook de weg naar mijn vulva kort
De vingers van de voormalige vrachtwagenchauffeur gedragen zich als de tanden
Van een robotmaaier, was hij maar een robotmaaier of een superheld
Nu is hij slechts een mislukkeling, een verschoppeling, een paria, een misfit, net iemand als ik
Ik wil niet bevredigd worden door net iemand als ik.

Maar onvermijdelijk kom ik klaar en het is voorspelbaar zalig
Ik pijp de voormalige vrachtwagenchauffeur, hij gutst en dus mag hij niet klagen
Na de seks eten we bladerdeeghapjes gekocht in een opwelling
Ik zou graag nog wat verhalen horen over Suiker maar de verhalen zijn uitgeput
Op het televisiescherm benadert een tekenfilmrockster met een rietje een colonne mieren
Hij snuift ze op en ik wil meteen hetzelfde doen, maar het is winter en ik hou van insecten
Van alle insecten en van alle dieren, enkel met struisvogels heb ik het soms moeilijk
Omdat ik struisvogels associeer met… ja met wat eigenlijk?
Met een groepsverkrachting op het parkeerterrein van een verzekeringsmaatschappij
Met als mascotte een struisvogel? Nee, de mascotte was een ooievaar met een rode pet.

Heb je problemen met ooievaars, Delphine? Nee
Ik wil de bladerdeeghapjes uitkotsen maar het is te laat
Ik ben wanstaltig mager, zo zei de oude kruisboogschutter het gisteren
Afgrijselijk uitgeteerd als een palliatieve neushoornjager met longkanker en hersentumoren
Dat was nonkel Samuel de charlatan op het eind, dapper en stoïcijns
We luisteren naar Locomotive Breath van Jethro Tull, het liedje van mijn geboorte
Een wrang toepasselijk liedje om een leven mee te beginnen, een leven als het mijne
De voormalige vrachtwagenchauffeur betast melancholisch zijn kalende kruin
Zijn slierterige haren zijn nog steeds zijn trots en vandaag ruiken ze naar pompelmoes
En naar angstige naaktzoolrenmuizen in het nauw gedreven door een barse allesbehalve mystieke chrysantenkweker, ooit mijn vriend maar nu vooral mijn kwelduivel of plaaggeest (zachter).

Ik kus de hals van de voormalige vrachtwagenchauffeur, harig en dankbaar
Hij harig, ik dankbaar dat ik zijn hals nog steeds mag kussen
Hij is Doornroosje en ik ben een of andere naïeve molenaarszoon
Of een wolf met heel veel stenen in mijn dichtgenaaide maag
Al klinkt buik zoveel mooier en sprookjesachtiger
Stenen in mijn buik, eindelijk lukt het me om te braken
Het is nog maar 16u, de verveling is extreem uitgesproken vandaag
Ik word er jeukerig en kwaad van, ik probeer een liefdesgedicht te schrijven
Maar ik weet niet waar te beginnen. Benen? Sproeten? Geest? Humor? Nonchalance?
Of de kinderlijke manier waarop de voormalige vrachtwagenchauffeur een eclair eet
Pudding eerst, uitpuilende pudding zeer obsceen.

Het liefdesgedicht mislukt maar het goede nieuws is
Dat de maan op een olijke carrouselhaas lijkt
Helaas beklad met swastika’s, ik heb gezien wie dat gedaan heeft
Maar ik ben geen klikspaan boterspaan mag niet door mijn straatje gaan
We gaan naar bed, ik met zielige langgerekte rituelen
De voormalige vrachtwagenchauffeur trekt gewoon zijn kleren uit
En zegt: ‘Welterusten, molletje. Morgen vrolijker zijn, schatje.’
‘Vergeet het, asshole!’ zeg ik gespeeld opstandig.

Ik denk aan Suiker de superheld met zijn lasogen
Enkel look kan hem de das omdoen
Is hij een vampier, Delphine? Nee
Ik ken Suiker niet, jammer genoeg
Ik zou graag kennismaken met hem, bevriend raken met hem
In mijn leven is nog plaats voor een superheld, ik val in slaap
En droom dat ik een babywezel en een kleine gierige bleke zeurende oliedomme
Circusacrobaat vermoord in een Finse duikboot, had ik dat maar niet gedaan.

Over de auteur

Delphine Lecompte