Gepubliceerd op: zondag 11 juli 2021

Delphine Lecompte – As en tijdelijke hartendiefjes

 

De voormalige vrachtwagenchauffeur spot met zijn blonde gokverslaafde zoon
Die een gewonde houtsnip naar het vogelopvangcentrum brengt
Maar het is een filmische en heilige daad, de zon schijnt en de snavel is flinterdun
Ik sta ondertussen in de sobere woonkamer van mijn nieuwe buurvrouw
Een giechelende katholieke belastingcontroleur, maar uitsluitend bedrijven
Want personen zijn te schrijnend, dan moet je arme sukkelaars uitpersen
En dat wil ze niet, een pastoor heeft as over haar hoofd gestrooid
Ik verveel me en ik weet dat de voormalige vrachtwagenchauffeur zonder mij
Kijkt naar een razend interessante documentaire over de onverstoorbaarheid van geiten.

De buurvrouw toont haar schedel, de as camoufleert haar kale plekken
De as maakt haar ouwelijk, ik blaas en kijk woest naar twee gekookte eieren op de tafel
De eieren liggen op een krantenartikel over een blinde beiaardier die werd vermoord
Door een zadelmaker die het niet kon verkroppen dat de beiaardier hem geen suiker wilde geven
Toen zijn eigen suikervoorraad op was en de zadelmakerkinderen zo graag verloren brood
Met suiker wilden, de beiaardier was gierig en verdiende het om te sterven
Ik zeg: ‘Ik ken een jongen die zich ontfermde over een houtsnip maar werd uitgelachen
Door zijn vader, hij gokt elke dag prozaïsch online en gebruikt zijn blonde gratie
En zijn sierlijke gekweldheid om niet in de gevangenis te geraken,
Ooit was hij postbode maar ook toen plunderde hij reeds de bankrekening
Van zijn meter, en soms stal hij bronzen moerasmangoesten van tijdelijke hartendiefjes,
Maar de meter bezweek aan keelkanker en de tijdelijke hartendiefjes emigreerden naar Oslo.’

De buurvrouw glimlacht meewarig en speelt nerveus met de eieren
Ze zegt: ‘Mijn eerste man was een postbode, hij werd door de bliksem getroffen.’
Ik verlaat gehaast het huis van de katholieke geld innende zottin
En geniet van de zon op een beschadigde kater, het leven is niet mooi maar wel komisch
Eindelijk keer ik terug naar de beschimmelde huurwoning van de voormalige vrachtwagenchauffeur
Hij haat mijn moeder, maar voor de rest is hij perfect
We kijken naar een zielloze film over een ernstige plechtige astronaut die nooit geplaagd wordt
Door zelftwijfel en huiduitslag, het is griezelig en we kunnen niet verder kijken
Ik wil drinken maar als ik drink vergeet ik hoe mijn geboorte verliep.

Ik drink niet, ik denk aan mijn geboorte: een feest voor iedereen behalve voor mij
Mijn moeder, de onderwaterlasser, de incestueuze imker, en de norse lamaverzorger
Waren de grootste feestvarkens, de voormalige vrachtwagenchauffeur kneedt mijn vulva
Hij weet niet dat ik nog maar dertig seconden oud ben
We bedrijven de liefde in de zetel, de astronaut wordt verliefd en een tikkeltje menselijk
Op den duur wordt hij miserabel en gebrekkig, hij niest en struikelt de ganse tijd
Zijn liefdesobject verzamelt sabels en pluchen zwanen, ze is mild en geestig
Maar ze kan de astronaut niet tegenhouden, hij vertrekt op zelfmoordmissie naar Jupiter
Ik kom klaar en roep: ‘Toen ik oud genoeg was om beter te weten heb ik het bed
Van de vereenzaamde Russische gravin in stukken gehakt en met een van de stukken
Heb ik de schedel van de morose windhondenfokker ingeslagen omdat hij
Mijn nichtje had verkracht achter de botsauto’s, maar ze bekende achteraf dat het een verzinsel was.

Niet de verkrachting zelf en niet de plaats van de verkrachting
Maar de dader, de dader was de racistische fietsenmaker en hij leefde
Nog lang en gelukkig, de vereenzaamde Russische gravin moest in haar tuin slapen
En werd door de bliksem getroffen, net als de eerste man van de katholieke zottin
Die nu in mijn straat woont, hopelijk blijft ze niet lang wonen in mijn straat.’
De voormalige vrachtwagenchauffeur grinnikt flauw en spuit krachtig
Na de seks eten we spotgoedkope vleeswaren tot we slaperig en melancholisch worden
We gaan naar bed en dromen exact hetzelfde: dat we badminton spelen
In de ondergrondse turnzaal van het gekkenhuis, plots worden we razend
En samen vermoorden we de bleke pornoster Pascal, met onze blote vuisten.

We slaan op de vlucht en nu worden onze dromen verschillend: ik vlucht
Naar Helsinki waar ik metamorfoseer in een zorgeloze flierefluitende scheepshersteller
Maar de voormalige vrachtwagenchauffeur wordt bij de kraag gegrepen
En in een cel gestoken, zijn celgenoot is een irritante babbelzieke trompettist
Die constant spreekt over zijn glorietijd op een cruiseschip tussen naargeestige bontmagnaten,
Kluchtige matrassenmogols, opgeviste kindsterretjes, en surrealistische fjorden
Ik word wakker en bel zonder het licht aan te steken mijn moeder op
Ze wacht op de resultaten van haar hersenfoto’s
Haar hersenen zitten vol briljante gensters, geestige weerhaken, en spitsvondige verwijten
Sterf, mama, sterf!

Over de auteur

Delphine Lecompte