LL 120: Alexis de Roode – Andere helften
Ik vergeet vaak hoe groot de lucht is
waardoor ik ga denken dat hij in een gedicht past.
De lucht is makkelijk samen te vatten als een blauw scherfje
tussen het bovenste ooglid
en het onderste ooglid.
De aarde niet. De aarde is vol.
Over elk woord op aarde moeten tienduizend gedichten geschreven worden
om het recht te doen
en ook dat is een leugen.
De aarde is een spikkeltje vuil
maar tussen mijn oogleden drijven miljarden sterrenstelsels.
De lucht is oneindig veel groter dan de aarde,
ik ben het zelf die onzichtbaar is:
tussen het omgekeerde en het omgekeerde verdwijn ik.
Daarom is het verleidelijk om aan het allergrootste te denken
en het een naam te geven.
Maar er bestaat niets op de wereld wat werkelijk een naam heeft.
Dobberen op een ijszee,
gehuld in een wattenmantel met grote losse vlokkige gaten.
Uit zwarte wakken springen sterren omhoog,
glinstervisjes, ze maken de mensen bang.
We vouwen de onderste helft op tot een huisje en gaan daar wonen.
We gooien bordjes kapot op de tegels
om er nieuwe mozaïeken van te leggen
pats pats pats zo maken we de werkelijkheid.
Langzaam dijt ze uit, staat op,
buigt zich over ons heen als een overheersende moeder.
Ze wil ons ontbaren,
ze wil ons inspreken,
het hele heelal past in haar mond.
Alexis de Roode begon zich vanaf 2003 als dichter te manifesteren en publiceerde sindsdien vier dichtbundels en één hekeldichtenbloemlezing. Zijn gedichten werden opgenomen in meer dan 80 bloemlezingen en bijzondere uitgaven en werden vertaald naar Frans, Duits, Engels en Pools. In maart 2017 verscheen de goed ontvangen vierde bundel Een steen openvouwen. Naast het dichten schrijft hij reisartikelen en ander proza over schubdieren, landbouw en de nieuwe economie. Sinds kort geeft hij ook online poëzieles.