K&G: Purple Hays matters
Ik bekijk veel series met de voormalige vrachtwagenchauffeur (mijn geliefde). Hij is gepensioneerd en ik ben een werkschuwe dichter, we hebben dus een zee van tijd om series op te nemen en te bingewatchen.
Ik was enkele maanden geleden helemaal in de ban van het wrede bevreemdende grappige tedere poëtische Perpetual Grace ltd. Ben Kingsley was weergaloos als louche predikant.
De voormalige vrachtwagenchauffeur hield meer van Killing Eve. Ik vond Killing Eve ook goed, maar toen de guitige psychopaat Villanelle in het derde seizoen tekenen van vermoeidheid begon te tonen ben ik afgehaakt. Ik kan veel aan, maar een zwakke Villanelle met mededogen? Nee, dat is een brug te ver.
Maar nu hebben we een serie gevonden die we beiden moeiteloos kunnen omarmen: het derde seizoen van True Detective.
De voormalige vrachtwagenchauffeur geniet vooral van het ruwe dorre desolate landschap in de schaduw van het haast mythische Ozarkgebergte. En van de bezwerende sjamanistische muziek van Son House, Warren Zevon, Levon Helm, Jerry Lee Lewis, B.B. King, en Cassandra Wilson.
De aantrekking voor mij was aanvankelijk Stephen Dorff, een fantastische smerige dierlijke acteur die bijna uitsluitend in B-films speelt. En dan bijna altijd in de rol van corrupte, gewelddadige flik.
Het is in True Detective niet anders. Zijn personage Roland West is racistisch, alcoholistisch, bitter, lui, chagrijnig, en rancuneus.
Stephen Dorff is goed in True Detective. Hij is solide. Maar hij wordt moeiteloos naar huis gespeeld door Mahershala Ali (Wayne David Hays, bijnaam: Purple Hays).
Purple Hays is nobel, waardig, intelligent, doortastend, integer, volhardend.
Wanneer hij thuiskomt bij zijn vrouw die een kritisch boek schrijft over de zaak die hij tracht op te lossen is hij daarentegen vaak slechtgehumeurd, onredelijk, nors, pesterig, koppig, kwaad.
Wacht! Ik moet eerst iets bekennen: zowel de vrachtwagenchauffeur als ik, wij vinden het derde seizoen van True Detective traag en ingewikkeld, en we missen bloed en suspense.
Er is een vigilante aanval op een Apache voddenraper. Hij neemt de vigilantes te grazen.
Maar daarna is er vooral sfeer: onderhuidse spanningen tussen blank en zwart, vadsige scrupuleloze politiechefs die Hays en West tegenwerken, huwelijksperikelen, misfits met informatie die even later spoorloos verdwijnen, jonge meisjes de zich prostitueren (maar je krijgt geen gemene pooier te zien!), voodoopoppetjes, foto’s van de Ku Klux Klan.
We blijven kijken voor Purple Hays.
We onderbreken de afleveringen vaak om de liefde te bedrijven.
De moeiteloos galante vrachtwagenchauffeur vraagt altijd: ‘Moet ik de pauzeknop induwen?’
Ik zeg altijd: ‘God nee! Zwijg en trek je smalle belachelijke mannenonderbroek uit!’
Na de seks vinden we de plot nog ingewikkelder, maar niet meer zo traag want daar is de eindgeneriek al. Oef!
Later, na onze moussaka van de Aldi en rijstpap van de Lidl, krijgen we spijt dat we zoveel van de serie hebben gemist.
We proberen we enkele afleveringen opnieuw te bekijken.
We vinden de verzoening tussen de oude dementerende Hays en de harde sarcastische West mooi, pijnlijk, intens, en onsentimenteel (godzijdank).
Hays wordt op handen gedragen, gerespecteerd, en gekoesterd door zijn zoon en schoondochter.
West woont in een afgelegen hut tussen kennels vol honden waar hij geen band mee wil, behalve met eentje; een vuil deerniswekkend wormrijk mormeltje dat onmogelijk kan opboksen tegen de roedel rottweilermonsters.
West tilt het mormeltje op en neemt het mee naar binnen. Even later is er een voorzichtige toenadering tussen Purple Hays en Roland West.
Alles komt goed. We don’t give a fuck.
Toch was het allesbehalve tijdverspilling om naar het derde seizoen van True Detective te kijken.
In de plaats had ik kunnen wandelen doorheen het Sebrechtspark, overmeesterd kunnen worden door een verdorven sponzenverkoper en een schizofrene landmeter. Vernederd en afgeranseld zouden ze me hebben achtergelaten onder de groene trompetboom.
Mijn leven om zeep, mijn liefde voor de groene trompetboom definitief voorbij.
Of nog erger: ik had opium kunnen kopen van een bipolaire garnalenpeller, maar hij zou me bedotten, en me verpulverde garnalenhulzen aansmeren. Ik rook de verpulverde garnalenhulzen en ik ga dood.
Of de voormalige vrachtwagenchauffeur had zijn ex-vrouw kunnen zien struikelen over een knutselsmurf in de Blinde Ezelstraat. Ze breekt haar pols, hij voert haar naar het ziekenhuis, hij kust haar op de mond. Mond wordt vulva, vulva wordt broodrooster, broodrooster wordt vage belofte, vage belofte wordt trouwkoets. En ze leefden nog lang en gelukkig.
Of nog erger: de voormalige vrachtwagenchauffeur wordt lid van een mannenkoor, en een van de leden ziet hem verkeerdelijk aan voor een kindermoordenaar. De voormalige vrachtwagenchauffeur wordt vermoord aan de hand van een handpalmschuurmachine en een hongerige patrijs. Ik ben troosteloos en raak verslaafd aan bitsige belabberde infantiele series over cupcakes.
Nee, dan toch liever het derde seizoen van True Detective.
Zo herontdekte ik trouwens Warren Zevon.
Hij krijgt het laatste woord: ‘Don’t the sun look angry through the trees / Don’t the trees look like crucified thieves / Don’t you feel like desperados under the eaves / Heaven help the one who leaves.’