Gepubliceerd op: zondag 12 juli 2020

Delphine Lecompte – Demeter in Helsinki

 

Ons paradijs in de Annuntiatenstraat: idyllisch en banaal
We hadden onze dijen, onze bonen, onze platen, en onze honden
En het was meer dan genoeg, maar toen kwam er een haar in de boter:
Ik werd zonder goede reden kwaad op de voormalige vrachtwagenchauffeur
Op den duur werd ik niet enkel kwaad, maar ook gewelddadig
Met brandblusapparaten en verkeerspalen, toen moest ik opnieuw naar het gekkenhuis.

Hier zit ik dan: gesuikerde natuuryoghurt slurpen en sierkarpers schrik aanjagen
Zijn de hoogtepunten van mijn dagen, maar vandaag leerde ik een ex-lamaboer kennen
Hij heet Luc en verloor al zijn lama’s, en zijn zus die hem hielp met de feces
Van de spugende hoefdieren die verloor hij ook, hij verloor al zijn lama’s en zijn enige zus
Door een zware verslaving aan het gokken op Bulgaarse korfbalwedstrijden, en tijdens het gokken
Dronk hij bovendien grote zware kruiken tequila en at hij robuuste marsepeinen vuurtorens
Die werden bewoond door akelig perfecte marsepeinen gezinnen.

Dan denk je maar, de marsepeinen gezinnen waren allesbehalve perfect
Er was meestal een zoon die cavia’s martelde met een winkelhaak
En bijna altijd een dochter die haar lichaam om de haverklap aan corrupte parapluverkopers gaf
En de moeder was uiteraard een schizofrene bobijnster vastgebonden aan een opgezette witkeelvaraan, ik zeg tegen de verslagen ex-lamaboer: ‘We hadden het zo slecht, de voormalige
Vrachtwagenchauffeur en ik, ik moet de schuld op mezelf steken
Ik was gewelddadig met brandblusapparaten en verkeerspalen,
En soms vergat ik mijn benen dicht te houden in het Astridpark. Er kwamen
Vooral incestueuze imkers, naargeestige touwslagers, en gierige oogartsen op mijn benen af.’

De verslagen ex-lamaboer zegt: ‘Gierige oogartsen, ha ha ha! Ik wist niet eens
Dat die bestonden. Ik heb sinds 1 april 2002 een leesbril nodig.’
‘Wat lees je?’ Vraag ik
‘Moby Dick tegennatuurlijk!’
Ik zeg: ‘Ja, Moby Dick was tegennatuurlijk.’
Twee verpleegkundigen maken zacht doch dwingend een eind aan ons gesprek.

Nu ben ik weer alleen in mijn kamer
Ik bel de oude kruisboogschutter op, hij wil een bromfiets
En een paternoster voor me kopen
Om me terug te winnen, het is de juiste strategie
Na het telefoongesprek met de oude kruisboogschutter belt mijn moeder me op
Ik vertel haar dat ik bevriend ben geraakt met een verslagen ex-lamaboer
Die van Moby Dick, korfbalwedstrijden, en tequila houdt.

Ik zwijg over de akelig perfecte marsepeinen vuurtorengezinnen
Ze zou het niet begrijpen
Ze zegt out of the blue: ‘Ik haat erudiete mensen die zomaar
In een supermarkt over Demeter of de steen van Rosetta beginnen.
Wat bezielt die mensen? Is het een gebrek aan seks?’
Ik verbreek de verbinding en masturbeer kort, ik voel een korst.

Dan val ik in slaap en droom ik dat ik in Oslo
Of Helsinki een lingeriewinkel overval met een wildebeestmasker over mijn kop
Maar ik draag sandalen en de moedervlek op mijn linkervoet
Verraadt me, in de gevangenis geraak ik bevriend met een verslagen ex-lamaboer
Maar zijn naam is niet Luc, en hij heeft nog nooit van Moby Dick gehoord
En zijn vier zussen bezoeken hem elke dag met onschuldige chocoladen fazantenjagers
En kleine flesjes mede met in rood kaarsvet gedrenkte doppen als prachtige peniskoppen.

 

Over de auteur