ZK,KZ: Sacha Landkroon – De staat van popje
waar ik vos zei, bedoelde ik vlinder
waar ik schildpad zei, bedoelde ik vlinder
waar ik mantel zei, bedoelde ik vlinder
waar ik gemeen zei, bedoelde ik veel voorkomend
stop de tijd
stop de tijd, letterlijk – in juli 1608, locatie: Aix-en-Provence
Frankrijk.
De vinger die zich strekt om een menigte gerust te stellen
behoort een mecenas toe, met de middelen van een filosoof
men dicht hem kraters toe op de maan
zelfs een nevel in de Grote Jager. Hij houdt een luxe poes
in luxe leven in zijn luxe huis waar cactussen luxe
stekels kweken.
Verschrikte geesten. Een bloedregen! Een duivelswerk!
Minieme stipjes op de buitenmuren zijn zeker
een teken van het uur der wrake.
Opzettelijk neergeregend bloed, spetters onderwereld
onuitroeibaar als de aanwezigheid van de meester
van daarbeneden
onuitroeibaar; een rotsvast doemdenken.
Er wordt onderzoek gepleegd, oui monsieur!
Mais c’est vraiment impossible! Un papillon?
De kleurige muren van de buitenste delen van de stad zijn ondergescheten
dwars door de gortdroge mortel heen. Felrode derrie.
De grond davert van kijvende stemmen, lijven vol onrust,
tot de mond van de filosoof – teneinde hen te kalmeren –
schreeuwt dat de vlinders van de Doornrupzen die hy opgevoed had
een droppel van een bloedverwig vocht uitwierpen
wanneer zy den staat van popje verlieten.
Plots staan zij allen schaapachtig te lachen.
Ze heffen hun kruizen en laten zich ter aarde gaan
op rollende ruggen
dat ze het einde al zagen naderen
dat ze stonden te sidderen vanwege een zwerm
gemene mantels, grote vossen, schildpadvlinders
dat hun geloof in het slechte zo sterk was
dat het al bijna werkelijkheid werd